Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007XC1110(05)

    Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

    PB C 268 van 10.11.2007, p. 28–32 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.11.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 268/28


    Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

    (2007/C 268/14)

    Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

    SAMENVATTING

    VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

    „AFUEGA'L PITU”

    EG-nummer: ES/PDO/005/0307/20.08.2003

    BOB ( X ) BGA ( )

    Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

    1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

    Naam:

    Subdirección General de Calidad Agroalimentaria y Agricultura Ecológica. Dirección General de Industria Agroalimentaria y Alimentación. Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación de España

    Adres:

    Infanta Isabel, 1

    E-28071 Madrid

    Tel.

    (34) 91 347 53 94

    Fax

    (34) 91 347 54 10

    E-mail:

    sgcaproagro@mapya.es

    2.   Aanvragende groepering:

    Naam:

    Quesería La Borbolla, C.B. y otros

    Adres:

    La Borbolla, 9

    E-33820 Grado

    Tel.

    (34) 985 75 08 10

    Fax

    (34) 985 75 08 10

    E-mail:

    queseríalaborbolla@hotmail.com

    Samenstelling:

    Producenten/verwerkers ( X ) Andere samenstelling ( )

    3.   Productcategorie:

    Categorie 1.3 — Kaas

    4.   Overzicht van het productdossier:

    (samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

    4.1.   Naam van het product: „Afuega'l Pitu”.

    4.2.   Beschrijving: Dit is een verse of gerijpte vette kaas die met volle, gepasteuriseerde koeienmelk is bereid, bestaat uit een zachte massa en wordt verkregen door stremming van de melk. De kaas heeft een witte kleur of is oranjeachtig rood als er paprikapoeder aan is toegevoegd. In tegenstelling tot wat hierboven is gezegd, is pasteurisatie van de melk voor kaas met een rijpingsperiode van 60 dagen geen absolute eis.

    De kaas heeft de vorm van een afgeknotte kegel of een courgette, weegt tussen 200 en 600 g, is tussen ca. 5 en 12 cm hoog, heeft onderaan een doormeter tussen 8 en 14 cm en een natuurlijke korst waarvan de stevigheid variabel is, afhankelijk van de rijpingsgraad en de toevoeging van paprikapoeder.

    Er bestaan vier traditionele benamingen voor evenveel soorten van deze kaas die uiteindelijk alle vier vergelijkbare kenmerken hebben:

    atroncau blancu: vorm afgeknotte kegel, niet omgeroerd, kleur wit;

    atroncau roxu: vorm afgeknotte kegel, omgeroerd, kleur oranjeachtig rood;

    trapu blancu: vorm courgette, omgeroerd, kleur wit;

    trapu roxu: vorm courgette, omgeroerd, kleur oranjeachtig rood.

    Wat de chemische kenmerken betreft, heeft deze kaas een minimumgehalte aan droge stof van 30 %, een minimaal vet- en eiwitgehalte van de droge stof van respectievelijk 45 % en 35 % en een pH-waarde tussen 4,1 en 5.

    De kaas heeft een witte tot — voor de rijpere soorten — gelige kleur of is oranjeachtig rood als paprikapoeder is toegevoegd. De smaak van de kaas is enigszins zuur, niet of weinig zout, romig en tamelijk droog; in de rode kaas is de smaak sterker en pikanter. De geur is zacht en wordt sterker naarmate de rijping vordert. De kaasmassa is min of meer zacht, tot harder voor de rijpere soorten.

    4.3.   Geografisch gebied: Het afgebakende gebied dat de beschermde oorsprongsbenaming „Afuega'l Pitu” voor deze soorten van kaas mag voeren, bestaat uit de volgende gemeenten: Morcín, Riosa, Santo Adriano, Grado, Salas, Pravia, Tineo, Belmonte, Cudillero, Candamo, Las Regueras, Muros del Nalón en Soto del Barco. Alle verwerkingsfasen, inclusief de rijping en de productie van de als grondstof gebruikte melk, vinden in dit gebied plaats.

    4.4.   Bewijs van de oorsprong: Het certificeringsproces bestaat in het verrichten van visuele inspecties, het onderzoeken van documenten en het nemen van productmonsters. De beschermde oorsprongsbenaming „Afuega'l Pitu” mag alleen worden gebruikt voor kazen die zijn bereid uit melk afkomstig van geregistreerde veehouderijen. Bovendien moeten de kazen zijn geproduceerd in de kaasmakerijen die bij de Consejo Regulador staan ingeschreven, overeenkomstig de in dit document, het reglement van de beschermde oorsprongsbenaming en het handboek inzake kwaliteit en procedures beschreven voorwaarden, en moeten zij overeenkomstig de vastgestelde controles zijn geïnspecteerd en gecertificeerd door technisch personeel van de Consejo Regulador.

    De kazen die de certificering verkrijgen, worden voorzien van een genummerd contra-etiket met het logo van de beschermde oorsprongsbenaming „Afuega'l Pitu”, dat door de Consejo Regulador ter beschikking wordt gesteld.

    4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product: De melk die voor de bereiding van de beschermde kazen wordt gebruikt, is afkomstig van Friese koeien en koeien van het ras Asturiana de los Valles of van kruisingen tussen beide rassen en moet geproduceerd zijn in hygiënische omstandigheden met inachtneming van de geldende wetgeving.

    Traditiegetrouw bestaat het voeder van het melkvee uit wat de dieren het hele jaar op de weiden vinden, aangevuld met op het eigen bedrijf geproduceerd vers gras, hooi en silovoeder.

    De dieren verblijven het grootste deel van de dag op de weide, worden bij het vallen van de avond gemolken en blijven dan op stal tot na de eerste melking 's ochtends. Tijdens het melken wordt het voeder aangevuld met op het eigen bedrijf verkregen vers voeder, hooi, silovoer en af en toe kleine hoeveelheden graan- en peulvruchtenconcentraat wanneer de weersomstandigheden slecht zijn.

    In de wrongelbak wordt een kleine hoeveelheid vloeibaar stremsel toegevoegd, en melkfermenten wanneer het gepasteuriseerde melk betreft. De temperatuur in de wrongelbak bedraagt tussen 22 en 32 °C. De coagulatietijd bedraagt 15 tot 20 uur.

    Na de coagulatie van de koeienmelk wordt de wrongel in geperforeerde, voor levensmiddelen geschikte kunststofvormen overgebracht om gedurende ca. 12 uur uit te lekken.

    De gedeeltelijk uitgelekte wrongel wordt vervolgens naar een kleinere vorm overgebracht en van deze gelegenheid wordt gebruik gemaakt om zout op het oppervlak van de kaas aan te brengen. Na verloop van twaalf uur wordt de kaas uit de vorm gehaald en op geperforeerde platen gelegd om hem definitief te laten uitlekken. Na dit proces gaat de kaas naar de rijpingskamer.

    Voor de kazen die uit een omgeroerde massa worden bereid, vindt het uitlekken plaats in kunststofbakken van een groter formaat, met behulp van kaasdoek. Na ongeveer vierentwintig uur gaat de massa naar de kneedmachine. Tijdens het omroeren wordt zout toegevoegd. Voor „trapu roxu” wordt naast zout ook paprikapoeder in het mengsel geroerd in een verhouding van 1/100. Later wordt de omgeroerde massa, met of zonder paprikapoeder, naar vormen en/of kaasdoeken overgebracht, waar zij nog eens vierentwintig uur kan uitlekken.

    Afhankelijk van de rijpingstijd, die voor verse kaas korter is dan voor de gerijpte soort, duurt het verblijf in de rijpingskamers tussen vijf en zestig dagen.

    De kaas wordt in een toegestane en met een etiket voorziene verpakking bij een temperatuur tussen 4 en 10 °C in koelruimten bewaard tot het moment van verkoop.

    4.6.   Verband:

    Historisch verband

    Eerdere getuigenissen ontbreken, maar de „Afuega'l Pitu” verschijnt in geschreven documenten zeker al sedert de 18e eeuw als middel om belasting te betalen, hoewel hij tot de 19e eeuw quesu de puñu of Afueg'l Pitu wordt genoemd. Aan het eind van de 19e eeuw noemt Félix Aramburu y Zuloaga hem „de oorspronkelijke puñu- of afuegakaas die in bijna alle gemeenten van Asturië bekend is”. Ongeveer in dezelfde periode wordt in het boek Asturias van Octavio Bellmunt en Fermín Canella gewezen op de verspreiding van deze kazen en worden zij genoemd als „bekende kazen die overal afuega el pitu heten of met andere namen worden aangeduid”.

    Een afgebakend productiegebied wordt in deze bibliografische referenties niet genoemd, wellicht omdat de kaas in een groot aantal gemeenten werd geproduceerd. Meer recente documenten, de volkskennis en het register van de eerste bedrijven die deze kaas verwerkten, geven wel uitsluitsel over het precieze productiegebied.

    De etymologie van deze kaasbenaming blijft onzeker. Letterlijk betekent „Afuega'l Pitu” in het Spaans „ahogar el pollo” (de kip wurgen), een eigenaardige naam waarvoor tal van betekenissen zijn gezocht. Vanaf de toespeling op het dichtbinden van de hals van de zak waarin de kaas uitlekt, tot de problemen die hij in sommige gevallen kan opleveren wanneer hij is ingeslikt, tot aan de versie dat hij traditioneel als kippenvoer werd gebruikt.

    In de districten langs de oevers van de Narcea en de Nalón, waar deze kazen het meest voorkomen, was onder de naam Afuega'l Pitu een reeks kazen bekend met tamelijk heterogene kenmerken en eigenaardigheden, zowel wat rijpingsperiode als wat smaak betreft.

    Uiteindelijk bleven vier soorten met evenveel traditionele benamingen over, met het gebruik van paprikapoeder en de vorm (courgette of afgeknotte kegel) als enige verschilpunten.

    Natuurlijk verband

    Het afgebakende gebied heeft een zeeklimaat met het hele jaar door overvloedige en zachte neerslag, gematigde zonneschijn en veel bewolking. Deze omstandigheden hebben een invloed op het voeder en dus ook op de melkproductie van het vee en het eindproduct:

    zij zijn bevorderlijk voor de snelle ontwikkeling van de hoogwaardige weidesoorten die in het rijke natuurlijke grasland van het gebied voorkomen en die bijgevolg als voorraad kunnen dienen om naast het op vers voeder gebaseerde dieet te worden vervoederd in tijden met slechtere weersomstandigheden;

    zij maken het mogelijk om een jaarlijks rotatieprogramma op te stellen dat gebaseerd is op het gebruik van het grasland voor beweiding en/of oogst;

    zij bieden het vee de kans om nagenoeg het hele jaar in de open lucht door te brengen.

    Al deze factoren samen zorgen voor een overvloedige, hoogwaardige melkproductie met een specifieke samenstelling, vooral op het gebied van vetzuren en organische zuren, die de kaas zijn bijzondere organoleptische kenmerken geeft, vooral qua aroma en smaak.

    Het klimaat werkt eveneens door in het product zelf, via het verwerkingsproces. Het product wordt in de loop van het ambachtelijke productieproces namelijk vooral tijdens het uitlekken en vormen blootgesteld aan de omgevingsfactoren in dit zeer vochtige gebied met zijn zachte temperaturen. Daaraan, en tevens aan het vakmanschap van de verwerkers, die het proces aan deze klimaatomstandigheden aanpasten, ontleent de kaas zijn speciale textuur.

    Algemeen gesproken kenmerkt de orografie van dit geografische gebied zich door sterk glooiende hellingen binnen de korte afstand tussen de laaggelegen kuststrook en de waterscheiding op grote hoogte. Meer dan de helft van het gebied ligt op meer dan 400 meter hoogte. Meer dan een vierde daarvan zelfs hoger dan 800 meter.

    Deze geografische gesteldheid is bijzonder geschikt voor de veehouderij dankzij de hoogwaardige natuurlijke rijkdommen op de meest hellende oppervlakten die per definitie minder geëigend zijn voor landbouwdoeleinden, en dankzij de uitgestrekte graslanden, vooral in de valleien die worden bevloeid door de Nalón, de Narcea en hun bijrivieren.

    De kaasproductie bood de veehouders in deze ooit ontoegankelijke gebieden de gelegenheid om hun overtollige melkproductie aan de hand van spontane verzuring op een eenvoudige manier te verwerken. De geleidelijke ontsluiting van de dorpen heeft zonder enige twijfel ook een invloed gehad op de kaasproductie, en vooral op de afzet ervan, omdat het product naar grote bevolkingscentra kon worden vervoerd die weliswaar geografisch gezien niet ver van de productiedorpen lagen, maar vanwege de slechte verbindingen toch uitermate moeilijk bereikbaar waren.

    Een andere bepalende factor is de bodem. In het algemeen is deze licht zuur van aard (pH 6,9-6,5), met een hoog gehalte aan organisch materiaal en een tamelijk evenwichtig stikstof-, fosfor-, magnesium- en kaliumgehalte. Deze bodemomstandigheden zorgen voor een vrij evenwichtige en specifieke minerale samenstelling die wellicht mede bepalend is voor het verschil tussen de weiden in het afgebakende gebied en die in andere geografische zones.

    De botanische samenstelling van de plaatselijke weidegronden laat een grote verscheidenheid zien, omdat zij in hoofdzaak bestaan uit soorten van agronomisch belang, zoals grassen, peulvruchten, en lipbloemigen die aan deze gronden optimale voedingskwaliteiten voor rundvee verlenen.

    De regelmatige en permanente beweiding op het grasland heeft een directe invloed op de bodemsamenstelling en de botanische samenstelling, aangezien het gehalte organisch materiaal mede dankzij de bijna permanente aanwezigheid van het vee op de weiden kan toenemen.

    De hierboven genoemde weidesoorten zijn als gevolg van de beweidingscyclus en de zaden in de veemest in de loop der tijden bewaard gebleven.

    Menselijk verband

    Vanouds zijn de landbouwbedrijven in dit gebied kleinschalige ondernemingen die probeerden met hun teelten en de producten van hun runderen en schapen (wol) in de eigen behoeften te voorzien.

    De overtollige melk werd verwerkt tot de vier hierboven genoemde soorten kaas die elk over een bijzondere textuur en een speciale, unieke smaak beschikken. Volgens Enric Canut, een groot kenner van Spaanse kazen, „weet elke Spanjaard, zelfs als hij de benaming afuega'l pitu nog nooit heeft gehoord, precies wat je bedoelt als je eraan toevoegt dat deze kaas uit Asturië komt”.

    De ambachtelijke traditie is tot vandaag van generatie op generatie, telkens van vrouw tot vrouw, doorgegeven, aangezien deze kaas in familiebedrijven wordt gemaakt en het meestal de vrouwen zijn die de productie op traditionele wijze voortzetten.

    Dankzij de komst van markten, vooral die van Grado, waar alle lokale kaas die niet voor eigen gebruik bestemd was, werd aangeboden, en dankzij de geleidelijke ontsluiting van het gebied, begon het product aan zijn opmars buiten het productiegebied en buiten Asturië.

    In de tweede helft van de vorige eeuw werd als gevolg van de Spaanse regelgeving, die het pasteuriseren van melk oplegde voor kazen met een rijpingstijd van minder dan 60 dagen, een speciaal ferment ontwikkeld dat het mogelijk maakt deze kaas met gepasteuriseerde melk te produceren mét behoud van de organoleptische en reologische eigenschappen van de met rauwe melk en in gegarandeerd hygiënische omstandigheden geproduceerde kaas.

    De stammen van deze specifieke schimmel zijn in staat een hoog diacetylgehalte in de gepasteuriseerde melk te produceren. Precies dat diacetylaroma is typisch voor de wrongel van deze kaas en het eindproduct.

    Sinds 1981 wordt in Morcín de wedstrijd van de Afuega'l Pitu gehouden waarnaar alle plaatselijke producenten komen afgezakt. Dit evenement werd opgezet door een groep jongeren, met steun van de „Hermandad de la Probe” (vereniging voor de verdediging van het algemeen belang op verschillende gebieden, o.a. de afzet van de plaatselijke kaasproducten), om de productie van deze toen tamelijk onbekend kaas te bevorderen. Een en ander heeft ertoe geleid dat deze voor eigen gebruik geproduceerde kaas, die later de weg naar de markt van Grado vond, nu in tal van huiskamers en restaurants in Asturië en heel Spanje op tafel staat en zelfs de nationale grenzen heeft overschreden.

    4.7.   Controlestructuur:

    Naam:

    Consejo Regulador de la DOP Afuega'l Pitu

    Adres:

    Polígono ind. Silvota, C/ Peñamayor, Par. 96

    E-33192 Llanera

    Tel.

    (34) 985 26 42 00

    Fax

    (34) 985 26 56 82

    E-mail:

    info@alcecalidad.com

    De Consejo Regulador, het orgaan voor het certificeren van levensmiddelen, voert zijn taken uit overeenkomstig de in de norm EN 45011 vastgelegde criteria.

    4.8.   Etikettering: De door de beschermde oorsprongsbenaming „Afuega'l Pitu” beschermde, voor de consumptie bestemde kaas wordt geïdentificeerd met een etiket of genummerd contra-etiket dat is goedgekeurd, gecontroleerd en verstrekt door de Consejo Regulador, overeenkomstig de eisen die in het kwaliteitshandboek worden beschreven. Op het etiket en het contra-etiket van de beschermde kaas moet, naast de gegevens en eisen die in de desbetreffende wetgeving worden gevraagd resp. gesteld, duidelijk worden vermeld „Denominación de Origen Protegida — Afuega'l Pitu”.


    (1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


    Top