Escolha as funcionalidades experimentais que pretende experimentar

Este documento é um excerto do sítio EUR-Lex

Documento C2007/238/08

    Uitnodiging tot het indienen van voorstellen — Steun voor voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid — Tenuitvoerlegging van gerichte acties in het kader van begrotingspost 05 08 06 voor 2008

    PB C 238 van 10.10.2007, p. 9—19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.10.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 238/9


    UITNODIGING TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN

    „Steun voor voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid”

    Tenuitvoerlegging van gerichte acties in het kader van begrotingspost 05 08 06 voor 2008

    (2007/C 238/08)

    1.   INLEIDING

    Deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen is gebaseerd op Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad van 17 april 2000 betreffende voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), die bepalingen bevat inzake de aard en de inhoud van de acties waarvoor de Gemeenschap financiële steun kan verlenen. Bij Verordening (EG) nr. 2208/2002 van de Commissie (2), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1820/2004 van de Commissie (3), zijn de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad vastgesteld.

    Deze verordening heeft betrekking op de prioritaire thema's, de acties en de termijnen voor het indienen van aanvragen en het opstarten van de betrokken acties.

    In de onderhavige uitnodiging wordt uitsluitend verzocht om de indiening van voorstellen ter financiering van in artikel 2, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad bedoelde gerichte voorlichtingsacties met middelen uit de begroting voor 2008. Op grond van artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2208/2002 van de Commissie moeten de personen of instanties die dergelijke acties voorstellen, sinds ten minste twee jaar rechtsgeldig in een lidstaat zijn opgericht.

    2.   PRIORITEITEN EN DOELSTELLINGEN VOOR 2008

    2.1.   Prioriteiten

    In het kader van deze uitnodiging wil de Commissie prioriteit verlenen aan:

    op het grote publiek gerichte voorlichting over het hervormd gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en de nadruk daarin op ontkoppeling, randvoorwaarden en plattelandsontwikkeling als factoren ter bevordering van werkgelegenheid, concurrentiekracht, groei en stabiliteit in de EU-27;

    bespreking met de betrokken partijen uit de agrarische sector en met het grote publiek van de kansen en voordelen die de twee pijlers van het GLB met zich meebrengen voor de landbouwsector en de evenwichtige ontwikkeling van de plattelandsgebieden;

    informatieverstrekking aan het grote publiek over het hervormd GLB als een essentiële factor in de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gemeenschap in internationale handelsbesprekingen;

    versterkte bewustmaking van het grote publiek over het GLB (inclusief de plattelandsontwikkelingscomponent) in lidstaten waar de kennis van deze groep over het GLB, volgens de resultaten van de laatste Eurobarometer-peiling (4), ver onder het gemiddelde ligt (minder dan 30 %). Het betreft dan met name de volgende lidstaten: Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Estland, Spanje, Hongarije, Letland, Malta en Roemenië;

    informatieverstrekking aan de betrokken partijen uit de agrarische sector en aan het grote publiek over de multifunctionele rol van de landbouwers in de EU en de daaruit voortvloeiende baten voor de hele samenleving;

    bespreking met de betrokken partijen uit de agrarische sector en het grote publiek van de mogelijke evolutie van het GLB op de middellange en de lange termijn.

    2.2.   Over te brengen boodschap

    In de voorstellen ter financiering van voorlichtingsacties dienen de onderstaande onderwerpen centraal te staan.

    Het hervormde GLB draagt bij tot de duurzame ontwikkeling, de marktgerichtheid en, bijgevolg, het concurrentievermogen van de landbouwsector.

    Met het GLB wordt gestreefd naar een verantwoordelijke en duurzame landbouw die tegemoetkomt aan de verwachtingen van de burgers en van de samenleving op andere gebieden dan het strikt agrarische. In het GLB wordt de rol van de landbouwers als producenten van kwaliteitslevensmiddelen, maar ook als leveranciers van openbare goederen die niet uitsluitend door de markt kunnen worden geleverd, erkend en bevorderd: de instandhouding van een levendig economisch en sociaal weefsel in rurale gebieden, de bescherming van het milieu en het behoud van het landschap.

    In het GLB wordt een plattelandsontwikkelingsbeleid nagestreefd dat groei en werkgelegenheid in rurale gebieden bevordert, zowel binnen als buiten de landbouwsector en op een wijze die het economische, sociale en milieuweefsel van de plattelandsgebieden versterkt.

    Het GLB steunt een concurrerende en innovatieve landbouw die inspeelt op de vraag van de internationale markten. Tegelijkertijd is het ontstaan van gelijke voorwaarden op internationaal niveau tevens bevorderlijk voor de economische en maatschappelijke vooruitgang in de ontwikkelingslanden.

    De rol van de landbouw op het gebied van klimaatverandering en de bijdrage van biomassa tot de verwezenlijking van het stappenplan voor energie van de Commissie. Deze acties dragen ertoe bij dat uit biomassa zoals hout, afval en landbouwgewassen opgewekte duurzame energie wordt gebruikt voor verwarming, elektriciteitsopwekking en als vervoersbrandstof, en bieden nieuwe kansen voor landbouwers en boseigenaren.

    De hervorming van de gemeenschappelijke marktordening voor de sector groente en fruit stimuleert het ledental en de doeltreffendheid van de telersverenigingen en heeft tot doel de consumptie van groente en fruit te stimuleren, met name bij kinderen.

    De komende hervorming van de gemeenschappelijke marktordening voor wijn is ontworpen op basis van de algemene doelstellingen van het hervormde GLB. Met deze hervorming wordt beoogd de langetermijntoekomst van de wijnsector op duurzame wijze veilig te stellen.

    De aanvragers moeten aangeven welk communicatiekanaal of welke communicatiekanalen zij het meest geschikt achten voor bepaalde thema's of bepaalde doelgroepen en waarom. Zij moeten voor de projecten die zij voorstellen, een mediaplan indienen met nadere gegevens over de tenuitvoerlegging van het project, de overbrenging van de boodschap en de meting van de doeltreffendheid. De aanvragers wordt verzocht om bij het voorbereiden van hun aanvraag bijzondere aandacht te besteden aan het mediaplan.

    2.3.   Types van acties

    De aanvragers wordt verzocht om in het kader van deze uitnodiging voorstellen voor de onderstaande types van acties in te dienen.

    Volledige voorlichtingscampagnes, bestaande uit verschillende soorten van voorlichtingsacties (zoals acties die de aanwezigheid op beurzen combineren met conferenties en audiovisuele producties).

    Mobiele seminars op het platteland.

    Televisie- en radioprogramma's (zoals documentaires, praatprogramma's, enz.).

    Acties die gericht zijn op scholen en universiteiten.

    Conferenties en seminars, vooral in plattelandsgebieden.

    Informatie-uitwisselingbezoeken, vooral tussen oude en nieuwe lidstaten.

    Workshops in plattelandsgebieden voor partijen die als informatiemultiplicatoren fungeren voor landbouwers en mogelijke andere begunstigden van plattelandsontwikkelingsmaatregelen.

    Op landbouwbeurzen opgezette informatiestands waar ambtenaren van de Commissie aanwezig zouden zijn en waar door de Commissie en de nationale autoriteiten ter beschikking gesteld informatiemateriaal wordt uitgedeeld.

    Andere types van acties, zoals publicaties en webportalen, worden alleen in aanmerking genomen indien deze in één van de talen van de twaalf nieuwe lidstaten beschikbaar worden gesteld.

    De Commissie wil vooral voorstellen ontvangen voor projecten met een hoge meerwaarde, waarin met name verschillende voorlichtingsactiviteiten worden gecombineerd tot een samenhangend geheel. Dat zou bijvoorbeeld het geval zijn als een conferentie wordt georganiseerd die niet alleen door afgevaardigden wordt bijgewoond, maar ook op een later tijdstip wordt uitgezonden, en als de daar behandelde thema's worden gepubliceerd, verspreid, in de plaatselijke of de regionale pers worden behandeld en op het internet worden opgenomen.

    2.4.   Doelgroepen

    De doelgroepen van de projecten in het kader van deze uitnodiging zijn:

    het grote publiek in de EU-27;

    het grote publiek in plattelandsgebieden;

    betrokken partijen uit de agrarische sector, landbouwers en andere mogelijke begunstigden van plattelandsontwikkelingsmaatregelen.

    De aanvragers moeten preciseren hoe zij de doelgroepen willen bereiken en of hun projectvoorstel op doelgroepen in meer dan één land is gericht en, zo ja, welke landen dat zijn en op welke manier dat gebeurt. De Commissie zal de voorkeur geven aan acties die gericht zijn op het grote publiek.

    3.   DEFINITIES

    Slechts aanvragen voor financiering van gerichte acties die zijn omschreven in artikel 2, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad, zullen in het kader van deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen in aanmerking worden genomen.

    Een gerichte voorlichtingsactie is een op zichzelf staand, samenhangend en op voorlichting gericht project met een eigen aparte begroting. Een dergelijk project kan bestaan uit zeer uiteenlopende onderdelen, gaande van een eenvoudige conferentie tot een omvattende voorlichtingscampagne met verschillende voorlichtingsactiviteiten (zoals conferenties, audiovisuele producties en mobiele workshops) in diverse regio's of zelfs meerdere lidstaten. Wat dergelijke campagnes betreft, moeten de verschillende activiteiten die erin zijn opgenomen, met elkaar in verband staan, moet het concept inzake aanpak en resultaten helder zijn en moet het tijdschema realistisch en op de projectdoelstellingen afgestemd zijn. De acties moeten, met inachtneming van de in punt 4 bepaalde termijnen, worden uitgevoerd in de EU-27.

    4.   LOOPTIJD EN BEGROTINGSMIDDELEN

    Deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen heeft betrekking op gerichte voorlichtingsacties die moeten worden uitgevoerd tussen 1 juni 2008 en 31 mei 2009 (inclusief voorbereiding, tenuitvoerlegging, follow-up en beoordeling).

    De totale begroting voor de uitvoering van deze acties bedraagt 2 800 000 EUR. Dit bedrag wordt verdeeld over de acties die conform bijlage III, punt 2, als de beste worden beschouwd. De Commissie behoudt zich het recht voor om dit beschikbare totaalbedrag te verlagen en om slechts een deel ervan voor projecten ter beschikking te stellen. Het bij de Commissie aangevraagde subsidiebedrag dient tussen 12 500 en 100 000 EUR per actie te liggen.

    De subsidiabele kosten worden gedefinieerd in bijlage IV. De bijdrage van de Commissie voor de geselecteerde acties mag niet meer bedragen dan 50 % van de totale subsidiabele kosten, exclusief personeelskosten. Bovenop dat bedrag zal een forfaitair bedrag voor personeelskosten worden betaald. Voor acties met een uitzonderlijk karakter kan dit aandeel stijgen tot 75 %. Om als actie met een uitzonderlijk karakter, zoals bedoeld in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2208/2002, te worden beschouwd, dient de actie aan de volgende voorwaarden te voldoen:

    1)

    zij wordt uitgevoerd in één van de in punt 2.1 genoemde lidstaten en is gericht op het grote publiek;

    2)

    zij scoort hoog op het gebied van technische kwaliteit en kosteneffectiviteit;

    3)

    zij gaat vergezeld van een verspreidingsplan dat borg staat voor de verspreiding van de informatie aan een zo groot mogelijk publiek.

    Een actie komt in aanmerking voor een subsidiepercentage van meer dan 50 %, indien zij van het beoordelingscomité ten minste 75 van de 100 punten krijgt voor de gunningscriteria 1 tot en met 4 die zijn vastgesteld in bijlage III, punt 2.

    Prefinanciering is niet toegestaan voor acties die een subsidie ontvangen in het kader van deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen. Selectie van een aanvraag betekent niet dat de Commissie zich ertoe verbindt het aangevraagde bedrag in zijn geheel toe te kennen. Onder geen beding mag de toegekende subsidie hoger zijn dan het aangevraagde bedrag.

    5.   ALGEMENE BEPALINGEN INZAKE DE INDIENING VAN AANVRAGEN

    5.1.   Hoe stelt u uw aanvraag op?

    Elke aanvrager mag per begrotingsjaar slechts voor één specifieke actie financiering aanvragen.

    De aanvragen moeten worden ingediend aan de hand van de formulieren op het volgende internetadres:

    http://ec.europa.eu/comm/agriculture/grants/capinfo/index_nl.htm.

    De aanvragen mogen in om het even welke officiële taal van de Gemeenschap worden ingediend. Met het oog op een spoedige behandeling van de aanvragen wordt de indiening van de aanvragen in het Engels of het Frans evenwel aangemoedigd. Indien dat niet mogelijk is moeten de aanvragers ten minste een beschrijving van de specifieke actie in het Engels of het Frans bijvoegen.

    Elke aanvraag dient de volgende documenten te bevatten:

    Het aanvraagformulier met de titel van de voorgestelde voorlichtingsactie en het aangevraagde subsidiebedrag, ondertekend door de wettelijk daartoe gemachtigde vertegenwoordiger van de aanvragende organisatie.

    De aanvraagformulieren 1 (gegevens over de aanvrager), 2 (gegevens over de partners — indien van toepassing), 3 (gegevens over de leveranciers/subcontractanten) — indien van toepassing) en 4 (beschrijving van de specifieke actie).

    De correct ingevulde gedetailleerde inkomsten- en uitgaventabel van de voor de voorgestelde actie bestemde begroting, ondertekend door de wettelijk daartoe gemachtigde vertegenwoordiger van de aanvragende organisatie.

    (indien van toepassing) Een beschrijving van de actie in het Engels of het Frans, indien de aanvraag in een andere taal dan het Engels of het Frans is ingediend.

    Alle in bijlage I vermelde aanvullende documenten (documenten A tot en met I).

    5.2.   Wanneer en naar welk adres stuurt u uw aanvraag op?

    De aanvragers moeten uiterlijk op 30 november 2007 één papieren exemplaar van hun volledige aanvraag aangetekend met ontvangstbewijs (het poststempel op de envelop geldt als bewijs) sturen naar het volgende adres:

    Europese Commissie

    Eenheid AGRI. K.1

    Uitnodiging tot het indienen van voorstellen 2007/C 238/0

    Ter attentie van de heer H.-E. Barth

    L130 4/148A

    B-1049 Brussel

    Verzending geschiedt onder dubbele omslag. Beide omslagen worden gesloten. De ingesloten omslag draagt naast de aanduiding van de dienst waarvoor hij bestemd is zoals aangegeven in de uitnodiging tot het indienen van voorstellen, de vermelding „Uitnodiging tot het indienen van voorstellen — mag niet door de postdienst worden geopend”. Zelfklevende omslagen moeten met plakband worden gesloten en dwars over het plakband wordt de handtekening van de verzender geplaatst.

    Uiterlijk op 30 november 2007, om 24 uur (Belgische tijd), moet de aanvrager bovendien de met de geposte versie overeenstemmende elektronische versie van het aanvraagformulier, de formulieren 1-4 en de begroting elektronisch verzenden naar het volgende e-mailadres:

    AGRI-GRANTS-APPLICATIONS-ONLY@ec.europa.eu.

    De aanvrager is verantwoordelijk voor de tijdige toezending en de volledigheid van zijn aanvraag. Aanvragen die na de termijn worden toegezonden, worden niet in aanmerking genomen.

    6.   PROCEDURE EN TERMIJNEN

    6.1.   Ontvangst en registratie van de aanvragen

    Uiterlijk 15 werkdagen na de indieningstermijn stuurt de Commissie, nadat zij de aanvraag heeft geregistreerd, per e-mail een ontvangstbevestiging met het aan de aanvraag gegeven nummer aan de aanvrager.

    6.2.   Toetsing van de ontvankelijkheid en subsidieerbaarheid van de aanvragen en toetsing van de bij de aanvragen gevoegde begrotingen

    Een speciaal beoordelingscomité beoordeelt de ontvankelijkheid en subsidieerbaarheid van de aanvragen. Aanvragen die niet aan de in bijlage II vastgestelde criteria voldoen, worden afgewezen.

    Vervolgens controleert het comité de juistheid en volledigheid van de subsidiabele aanvragen aan de hand van de onderstaande criteria.

    De begroting voor de voorgestelde actie moet:

    een inkomsten- en een uitgavendeel bevatten;

    voor zowel het inkomsten- als het uitgavendeel ondertekend zijn;

    een evenwichtige verhouding tussen inkomsten en uitgaven vertonen. De in bijlage IV vermelde subsidiabele kosten moeten duidelijk zijn aangegeven in het uitgavendeel van de begroting;

    de bij het opstellen van de begroting gebruikte gedetailleerde berekeningen en specificaties bevatten;

    exclusief BTW worden opgesteld als de inschrijver BTW-plichtig is en recht heeft op BTW-aftrek;

    de door de Commissie vastgestelde maximumbedragen (beschikbaar op het in punt 5.1 vermelde internadres) in acht nemen en, in geval van onderaanneming, alle daarvoor vereiste gegevens bevatten;

    met betrekking tot het inkomstendeel, melding maken van de rechtstreekse bijdrage van de aanvrager, de bij de Commissie aangevraagde subsidie, (in voorkomend geval) bijzonderheden over eventuele bijdragen van andere geldverschaffers, en alle inkomsten die het project zal opleveren, met inbegrip van de eventueel door de deelnemers te betalen vergoedingen.

    Alle ontvankelijke en subsidiabele aanvragen gaan over naar de volgende beoordelingsfase.

    6.3.   Toetsing van de vakbekwaamheid en de financiële draagkracht van de aanvragers

    De vakbekwaamheid en de financiële draagkracht van de aanvragers die een subsidiabel voorstel hebben ingediend, worden door het beoordelingscomité getoetst op basis van de in de aanvraag vermelde gegevens en aan de hand van de in bijlage III, punt 1, vastgestelde criteria. Bij twijfel kan het comité de aanvragers om aanvullende informatie verzoeken.

    Alle aanvragen die aan de voor deze fase geldende eisen voldoen, gaan over naar de volgende fase (beoordeling aan de hand van de gunningscriteria).

    6.4.   Beoordeling van de aanvragen aan de hand van de gunningscriteria

    In deze fase toetst het comité de aanvragen aan de in bijlage III, punt 2, vastgestelde gunningscriteria. Om door het beoordelingscomité te worden voorgesteld voor subsidiëring, moet de aanvraag in deze fase ten minste 60 van de 100 beschikbare punten (en ten minste de helft van de voor elk criterium beschikbare punten) halen. Een aanvraag die 60 van de 100 beschikbare punten haalt, krijgt echter niet gegarandeerd een subsidie. De Commissie kan namelijk het vereiste minimumaantal punten verhogen, afhankelijk van het aantal geslaagde aanvragen en de beschikbare begrotingsmiddelen.

    Aanvragen die minder dan 60 van de 100 beschikbare punten of minder dan de helft van de voor elk criterium beschikbare punten hebben gehaald, worden afgewezen en de betrokken aanvragers worden hiervan schriftelijk in kennis gesteld, met opgave van de redenen voor de afwijzing. Indien de aangevraagde subsidie wordt toegekend, krijgt de begunstigde een in euro uitgedrukte subsidieovereenkomst waarin de voorwaarden zijn aangegeven, alsmede het financieringsniveau, dat lager kan zijn dan het aangevraagde bedrag.

    De beoordelingsprocedure zal naar verwachting uiterlijk 31 mei 2008 worden afgerond. Zolang het gunningsbesluit niet is genomen, mogen de diensten van de Commissie de aanvragers niet op de hoogte brengen van de stand van zaken van hun aanvraag. Daarom worden de aanvragers verzocht om vóór de hierboven vermelde datum geen telefonisch of schriftelijk contact over hun aanvraag op te nemen met de Commissie.

    7.   PUBLICITEIT

    De begunstigden zijn er contractueel toe verplicht om, enerzijds, de subsidie die de Commissie voor de voorlichtingsactie heeft verleend, tijdens de looptijd van de actie overeenkomstig de in de subsidieovereenkomst vastgestelde voorwaarden met alle daarvoor geschikte middelen aan te geven en na afloop van de actie in publicaties en permanent of blijvend publiciteitsmateriaal te vermelden, en, anderzijds, erop toe te zien dat de verantwoordelijkheid voor de inhoud van de actie volledig bij de auteur van de boodschap of publicatie ligt en de Commissie niet verantwoordelijk is voor de manier waarop de in de boodschap of publicatie vervatte informatie wordt gebruikt. De definitieve technische uitvoeringsverslagen moeten bewijzen bevatten van de bekendheid die aan de communautaire steun is gegeven.

    Indien de begunstigde organisatie de hierboven beschreven verplichting niet nakomt, behoudt de Commissie zich het recht voor om het aan de betrokken actie toegewezen subsidiebedrag slechts gedeeltelijk of helemaal niet aan de begunstigde te betalen.

    8.   BESCHERMING VAN PERSOONSGEGEVENS

    De Europese Commissie ziet erop toe dat de in de aanvragen opgenomen persoonsgegevens worden behandeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (5). Dit geldt met name voor de vertrouwelijkheid en de beveiliging van dergelijke gegevens.


    (1)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 7.

    (2)  PB L 337 van 13.12.2002, blz. 21.

    (3)  PB L 320 van 21.10.2004, blz. 14.

    (4)  Speciaal nummer van Eurobarometer 276: Europeans, Agriculture and the Common Agricultural Policy, blz.14.

    (5)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


    BIJLAGE I

    VOOR HET AANVRAGEN VAN EEN SUBSIDIE VEREISTE AANVULLENDE DOCUMENTEN

    Aanvragen worden slechts als volledig beschouwd, indien zij (naast het aanvraagformulier en het formulier inzake de begroting — beschikbaar op de in punt 5.1 van deze uitnodiging vermelde internetadres) alle onderstaande aanvullende documenten bevatten. De documenten moeten door de aanvragers in de hieronder gepresenteerde volgorde bij de aanvraag worden gevoegd.

    Document

    Omschrijving

    Opmerkingen

    Document A

    Formulier ter identificatie van de rechtspersoon (incl. alle bewijsstukken).

    Voor alle aanvragers: model beschikbaar op het internetadres in punt 5.1 van deze uitnodiging.

    Document B

    Financiële identificatiegegevens

    Voor alle aanvragers: model beschikbaar op het internetadres in punt 5.1 van deze uitnodiging.

    Document C

    Statuten

    Voor alle aanvragers, behalve overheidsinstanties.

    Document D

    Recent uittreksel van de inschrijving van de aanvrager in het beroepsregister dat is voorgeschreven bij de wetgeving van de lidstaat waar hij is gevestigd, of om het even welk ander officieel document (het staatsblad of het bedrijvenregister) waarin de naam, het adres en de datum van registratie van de aanvrager duidelijk zijn vermeld

    Voor alle aanvragers

    Document E

    Kopie van de inschrijving in het BTW-register

    Voor alle aanvragers. Indien de aanvrager de BTW niet kan terugvorderen, dient hij een attest van de BTW-dienst bij te voegen waarin dit wordt bevestigd.

    Document F

    De balansen en winst- en verliesrekeningen van de laatste twee afgesloten boekjaren of om het even welk ander document (zoals een bankcertificaat) waaruit de financiële situatie van de aanvrager blijkt, alsmede zijn capaciteit om tijdens de voor de tenuitvoerlegging van de actie vereiste periode zijn activiteiten voort te zetten.

    Niet vereist voor overheidsinstanties.

    Document G

    Het curriculum vitae van het personeel dat de voorgestelde actie zal voorbereiden, ten uitvoer leggen, opvolgen en beoordelen.

    Voor alle aanvragers en partners.

    Document H

    Een bewijs van de financiële bijdrage van andere geldverschaffers (inclusief partners) tot de voorgestelde actie (in de vorm van, ten minste, een officiële verklaring betreffende de financiering door elke geldverschaffer, met vermelding van de titel van de actie en het bedrag van de bijdrage).

    Indien van toepassing.

    Document I

    Wanneer de aanvrager van plan is gebruik te maken van leveranciers/subcontractanten en wanneer de door één leverancier/subcontractant te leveren diensten samen meer dan 10 000 EUR kosten, moet de aanvrager ten minste drie offertes van drie verschillende bedrijven overleggen en de geselecteerde offerte bijvoegen. De aanvrager moet aantonen dat de geselecteerde leverancier/subcontractant de uit economisch oogpunt voordeligste offerte heeft ingediend, moet zijn keuze voor een andere dan de goedkoopste offerte motiveren en formulier 3 (gegevens over de leveranciers/subcontractanten) van de aanvraag invullen.

    Deze informatie moet, tenzij zij reeds ten tijde van de aanvraag beschikbaar is, bij de indiening van de definitieve technische en financiële uitvoeringsverslagen worden overgelegd na afloop van de actie. Indien niet aan deze voorwaarde wordt voldaan, worden de betrokken kosten niet langer als subsidieerbaar beschouwd. Indien ten tijde van de indiening van de aanvraag nog geen subcontractant is geselecteerd, moet formulier 3 toch worden ingevuld met ten minste een beschrijving van de uit te besteden diensten en vermelding van het betrokken bedrag.


    BIJLAGE II

    ONTVANKELIJKHEIDS-, SUBSIDIABILITEITS- EN UITSLUITINGSCRITERIA

    1.   ONTVANKELIJKHEIDS- EN SUBSIDIABILITEITSCRITERIA

    a)   Subsidiabiliteitscriteria met betrekking tot de aanvrager

    De aanvrager is een rechtspersoon die sinds ten minste twee jaar rechtsgeldig in een lidstaat is opgericht. Dit moet duidelijk worden aangetoond in de aanvraag en de bewijsstukken. Aanvragers die niet sinds ten minste twee jaar rechtsgeldig in een lidstaat zijn opgericht of hun rechtsgeldige vestiging sinds ten minste twee jaar in een lidstaat niet kunnen aantonen, worden niet in aanmerking genomen.

    b)   Ontvankelijkheidscriteria met betrekking tot de aanvraag

    De aanvragen in het kader van deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen moeten aan alle volgende criteria voldoen:

    zij moeten uiterlijk op 30 november 2007 zijn ingediend (het poststempel op de envelop geldt als bewijs);

    zij moeten zijn opgesteld aan de hand van de aanvraag- en begrotingsformulieren die kunnen worden opgehaald op het in punt 5.1 vermelde internetadres;

    zij moeten in een van de officiële talen van de Gemeenschap zijn opgesteld;

    het aanvraagformulier moet de titel van de actie en het aangevraagde subsidiebedrag vermelden en ondertekend zijn door de wettelijk daartoe gemachtigde vertegenwoordiger van de aanvragende organisatie;

    een aanvrager mag slechts één aanvraag per begrotingsjaar indienen.

    Aanvragen die niet aan één of meer van de hierboven vermelde criteria voldoen, worden automatisch als niet-ontvankelijk afgewezen.

    c)   Subsidiabiliteitscriteria met betrekking tot de aanvraag

    De aanvraag moet alle in bijlage I bij deze uitnodiging vermelde documenten bevatten.

    Het bij de Commissie aangevraagde subsidiebedrag (inclusief het forfaitaire bedrag voor personeelskosten) dient tussen 12 500 EUR en 100 000 EUR te liggen.

    De actie moet tussen 1 juni 2008 en 31 mei 2009 worden uitgevoerd.

    De volgende acties zijn niet subsidiabel:

    wettelijk opgelegde acties;

    acties die in het kader van een andere begrotingslijn door de Gemeenschap worden gefinancierd;

    acties met winstoogmerk;

    algemene of statutaire vergaderingen.

    Aanvragen die niet aan de hierboven vermelde criteria voldoen, worden als niet-subsidiabel afgewezen.

    2.   UITSLUITINGSCRITERIA

    De Commissie sluit alle aanvragers uit die zich bevinden in één van de situaties als beschreven in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2208/2002 van de Commissie en in artikel 93, lid 1, artikel 94 en artikel 96, lid 2, onder a) van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen. De aanvragers moeten op erewoord verklaren zich niet in één van de hierboven bedoelde situaties te bevinden (zie het aanvraagformulier op het in punt 5.1 vermelde internetadres). Uitgaande van de analyse van de beheersrisico's kan de Commissie aanvullend bewijsmateriaal vragen. Aan aanvragers die valse verklaringen blijken te hebben afgelegd, kunnen administratieve en financiële sancties worden opgelegd.


    BIJLAGE III

    SELECTIE- EN GUNNINGSCRITERIA

    1.   SELECTIECRITERIA

    Om hun vakbekwaamheid te bewijzen, moeten de aanvragers aantonen dat zij:

    over de vereiste technische vaardigheden beschikken die rechtstreeks relevant zijn voor de voorbereiding, tenuitvoerlegging, follow-up en beoordeling van het type actie dat wordt voorgesteld;

    ten minste twee jaar ervaring met de voorgestelde thematiek hebben opgedaan.

    Om hun financiële draagkracht te bewijzen, moeten de aanvragers aantonen dat zij:

    voldoende solvabel zijn om tijdens de voor de tenuitvoerlegging van de actie vereiste periode hun activiteiten voort te zetten.

    De vakbekwaamheid en de financiële draagkracht van de aanvragers worden beoordeeld op basis van de gegevens die de aanvragers in hun aanvraag hebben verstrekt. De Commissie kan evenwel om aanvullende informatie verzoeken. De aanvragers worden er nogmaals op gewezen dat de Commissie geen prefinanciering verleent voor de acties die in het kader van deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen worden gesubsidieerd. De aanvragers dienen alle kosten van de actie zelf ten laste te nemen. De subsidie van de Commissie wordt pas betaald nadat, na afloop van de actie, het definitieve technische en het definitieve financiële verslag zijn goedgekeurd.

    2.   GUNNINGSCRITERIA

    Elke actie wordt door het speciale comité beoordeeld aan de hand van de onderstaande criteria.

    1)

    (maximaal 25 punten) De relevantie en het algemeen belang van de actie worden met name getoetst aan:

    de mate waarin de doelstellingen en de inhoud van de actie overeenstemmen met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 814/2000 vastgestelde doelstellingen en met de in de uitnodiging tot het indienen van voorstellen vastgestelde prioriteiten en doelstellingen (15 punten),

    de globale kwaliteit van het voorstel. De projectvoorstellen moeten duidelijk zijn qua conceptuele aanpak en beoogde resultaten. De actie en de boodschappen moeten duidelijk worden beschreven en de taken en verantwoordelijkheden van de aanvragers en van elke partner duidelijk worden afgebakend. Het programma voor de actie moet gedetailleerd zijn. Het werkschema moet realistisch zijn en afgestemd op de projectdoelstellingen (10 punten).

    2)

    (maximaal 25 punten) De globale toegevoegde waarde van het voorstel wordt met name getoetst aan:

    het aantal landen waarop de actie betrekking heeft. De voorkeur wordt gegeven aan acties die gericht zijn tot doelgroepen in meer dan één lidstaat en/of tot het grote publiek in de lidstaten die worden vermeld in punt 2.1 van deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen (10 punten),

    het aantal en de representativiteit van de organisaties — met uitzondering van de subcontractanten — die betrokken zijn bij het ontwerpen, ten uitvoer leggen en verspreiden van de actie (5 punten),

    de financiële kwaliteit van het voorstel. In de voorstellen moet worden aangetoond dat de kwaliteit van de actie in verhouding staat tot de financiële steun die aan de Commissie wordt gevraagd en dat de actie kosteneffectief is (10 punten).

    3)

    (maximaal 25 punten) De impact van de actie en de gekozen verspreidingsaanpak wordt met name getoetst aan:

    de omvang, de kenmerken en de representativiteit van het doelpubliek (met inbegrip van de indirecte begunstigden) in verhouding tot het type actie (10 punten),

    de capaciteit van de aanvrager en zijn partners om een doelmatige follow-up te garanderen en de bereikte resultaten te verspreiden, alsmede aan de gebruikte verspreidingskanalen (met name de geschreven pers, radio en televisie, internet, rechtstreekse distributie) en de rol daarvan in de actie (15 punten).

    4)

    (maximaal 25 punten) De beoordeling van de actie wordt met name getoetst aan:

    de motivering van het verwachte belang van de actie en een beoordeling van de resultaten na de uitvoering van de actie (15 punten),

    de technieken die zijn gebruikt om de impact van de overgebrachte boodschap te meten (peilingen, vragenlijsten, statistieken, enz..) (10 punten).

    Acties worden qua kwaliteit als de beste beschouwd en worden door het beoordelingscomité voorgesteld voor subsidiëring, indien ze ten minste 60 van de 100 punten voor de hierboven vastgestelde criteria 1 tot en met 4 en ten minste de helft van de punten voor elk criterium apart hebben behaald. De Commissie kan het vereiste minimumaantal punten verhogen in het licht van de beschikbare begrotingsmiddelen. Er zij op gewezen dat de Commissie bij haar definitieve beslissing over de toekenning van een subsidie kan afwijken van het voorstel van het beoordelingscomité.


    BIJLAGE IV

    SUBSIDIABELE KOSTEN

    1.

    De kosten zijn subsidiabel als zij:

    a)

    rechtstreeks en uitsluitend voortvloeien uit de actie (voorbereiding, tenuitvoerlegging, follow-up en beoordeling) en essentieel zijn voor de tenuitvoerlegging van de actie;

    b)

    redelijk en verantwoord zijn en stroken met de beginselen van gezond financieel beheer, met name wat betreft prijs-kwaliteitverhouding en kosteneffectiviteit;

    c)

    daadwerkelijk zijn gemaakt, d.w.z. het moet betalingen betreffen die met originele bewijsstukken (zie tabel in punt 3 hieronder) en de desbetreffende betalingsbewijzen kunnen worden gestaafd, in de boekhouding of de fiscale bescheiden van de begunstigde zijn vermeld en identificeerbaar en controleerbaar zijn.

    Als subsidiabele kosten rechtstreeks door een andere geldverschaffer worden gedragen, moet dit aan de ontvangstenzijde van de geraamde begroting en in de definitieve begroting worden vermeld in het onderdeel „Andere bijdragen” en schriftelijk worden bevestigd door de geldverschaffer overeenkomstig het bepaalde in bijlage I.

    Wanneer de aanvrager van plan is gebruik te maken van leveranciers/subcontractanten en wanneer de door één leverancier/subcontractant te leveren diensten samen meer dan 10 000 EUR kosten, moet de aanvrager ten minste drie offertes van drie verschillende bedrijven overleggen, de geselecteerde offerte bijvoegen en zijn keuze motiveren. Deze documenten moeten bij het definitieve technische en het definitieve financiële verslag worden gevoegd. Het niet in acht nemen van deze bepaling geeft de Commissie het recht deze kosten als niet-subsidiabel te beschouwen;

    d)

    zijn veroorzaakt tijdens de periode die voor de duur van de actie is vastgesteld in de subsidieovereenkomst. Uiteraard gelden uitgaven die vóór de ondertekening van de overeenkomst worden gedaan, als uitgaven waarvoor de aanvrager zelf het risico draagt en die noch juridisch noch financieel bindend zijn voor de Commissie;

    e)

    zijn opgenomen in de geraamde begroting.

    2.

    De volgende acties zijn niet subsidiabel:

    bijdragen in natura;

    niet-gespecificeerde of forfaitaire uitgaven, behalve in de in deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen genoemde bijzondere gevallen;

    indirecte kosten (huur, elektriciteit, water, gas, verzekeringen, belastingen, enz.);

    kosten van kantoormateriaal (papier, briefpapier, enz.);

    kapitaalinvesteringskosten, voorzieningen, debetrente, wisselkoersverliezen, geschenken en buitensporige uitgaven;

    kosten voor de aanschaf van nieuwe of tweedehandsapparatuur;

    aftrekbare BTW;

    kosten die niet in de geraamde begroting zijn opgenomen.

    3.

    Specifieke bepalingen over subsidiabele kosten en de vereiste bewijsstukken

    Uitgavencategorie

    Subsidiabele kosten

    Vereiste bewijsstukken

    Personeelskosten

    1)   Werknemers

    Indien de totale kosten van de actie (excl. personeelskosten) hoger liggen dan 15 000 EUR: een forfaitair bedrag van max. 10 000 EUR, incl. personeelskosten voor voorbereiding, tenuitvoerlegging, follow-up en beoordeling.

    Indien de totale kosten van de actie (excl. personeelskosten) 15 000 EUR of minder bedragen: een forfaitair bedrag van max. 5 000 EUR, incl. personeelskosten voor voorbereiding, tenuitvoerlegging, follow-up en beoordeling.

    Voor het ontvangen van het forfaitaire bedrag hoeven geen bewijsstukken te worden ingediend. Voor analysedoeleinden zal aan de begunstigden echter worden gevraagd een document bij te voegen met daarin de daadwerkelijke personeelskosten van de actie.

    2)

    Zelfstandigen

    Factuur waarin ten minste de titel van de actie, de aard van het verrichte werk en de data waarop dit is uitgevoerd, worden vermeld.

    Vervoerskosten

    1)   Trein

    De kosten van een kaartje in tweede klas voor een reis langs de kortste route (1)

    Vervoersbewijs

    2)   Vliegtuig

    De kosten, inclusief reserveringskosten, voor een reis in „economy class” met toepassing van het gunstigste speciale tarief (APEX, PEX, Excursion, enz.)

    Vliegticket of online-reserveringsformulier (incl. prijs)

    Gebruikte instapkaart. Op de instapkaart moeten naam, datum, plaats van vertrek en van aankomst vermeld staan.

    In voorkomend geval, de factuur van het reisbureau

    3)   Bus, ferry en ander openbaar-vervoermiddel (2)

    Niet-lokale busreizen langs de kortste route

    Factuur met vermelding van ten minste plaats van vertrek en van aankomst, aantal passagiers en reisdata

    4)   Eigen of gehuurde auto (3)

    Voor een afstand van maximaal 300 km (inclusief terugreis): een vergoeding van 0,25 EUR per km.

    Schriftelijke verklaring („Autoreisverklaring”) volgens het model dat beschikbaar is op het in punt 5.1 van deze uitnodiging vermelde internetadres

    Verblijfs- en maaltijdkosten

    1)

    Voor personen die in een hotel verblijven: één dagvergoeding  (4)per overnachting (die de verblijfs- en maaltijdkosten gedurende 24 uur dekt). Het bedrag van de dagvergoeding staat op het in punt 5.1 van deze uitnodiging vermelde internetadres.

    Hotelrekening met vermelding van naam, data en aantal overnachtingen. Als de rekening betrekking heeft op een groep, moeten dezelfde gegevens worden verstrekt.

    2)

    Voor personen die niet in een hotel verblijven: een halve dagvergoeding per 24 uur (die de verblijfs- en maaltijdkosten dekt). Het totale bedrag van de dagvergoedingen wordt als volgt berekend:

    Verklaring van elke deelnemer („Deelnemersverklaring”) volgens het model dat beschikbaar is op het in punt 5.1 van deze uitnodiging vermelde internetadres

    (

    Formula

    dagvergoeding × aantal uren)/24 uur

    Het aantal uren wordt berekend over de periode van het begin tot het einde van het verblijf op de betrokken plaats.

     

    Tolken

    1)

    Werknemers: de werknemerskosten zijn verrekend in het maximale forfaitaire bedrag voor de categorie „personeelskosten”.

    geen

    2)

    Zelfstandigen: tot maximaal 600 EUR per dag (excl. BTW)

    Factuur waarin ten minste de titel van de actie, de talen waarin en waaruit is getolkt, de data waarop het werk is verricht, en het aantal werkuren worden vermeld.

    Vertalen

    1)

    Werknemers: de werknemerskosten zijn verrekend in het maximale forfaitaire bedrag voor de categorie „personeelskosten”.

    geen

    2)

    Zelfstandigen: tot maximaal 45 EUR per bladzijde (excl. BTW)

    Factuur waarin ten minste de titel van de actie, de talen waarin en waaruit is vertaald en het aantal vertaalde bladzijden worden vermeld.

    Kosten van deskundigen en van sprekers (5)

    Een dagvergoeding van maximaal 600 EUR (excl. BTW)

    Factuur waarin ten minste de titel van de actie, de aard van het verrichte werk en de data waarop dit is uitgevoerd, worden vermeld.

    Voor verblijfs-, maaltijd- en vervoerskosten: zie de betrokken uitgavencategorie

    Huur van conferentiezalen en van apparatuur

    NB: Voor de huur van cabines voor simultaanvertolking geldt een maximumbedrag van 750 EUR per dag (excl. BTW).

    Factuur waarin ten minste de titel van de actie, het soort apparatuur en de data waarop de conferentieruimte en de apparatuur zijn gehuurd, worden vermeld.

    Postverzendingskosten

    Post- of koerierdiensten voor het verzenden van documenten betreffende de actie (uitnodigingen, enz.)

    Een gespecificeerde factuur met vermelding van ten minste de titel van het document en het aantal verstuurde exemplaren


    (1)  Indien in een andere klas wordt gereisd, moet een attest van de vervoersmaatschappij worden overgelegd waarin de kosten in tweede klas zijn gepreciseerd, en zijn alleen de kosten ter hoogte van dat bedrag subsidiabel.

    (2)  Kosten voor bus, metro, tram en taxi zijn niet subsidiabel.

    (3)  De benzine-, parkeer-, tol- en maaltijdkosten zijn niet subsidiabel, net zomin als de autohuurkosten.

    (4)  Rekeningen van restaurants, van cateringbedrijven, voor koffiepauzes, enz. worden niet geaccepteerd. De betrokken kosten zijn begrepen in de dagvergoeding.

    (5)  Niet subsidiabel zijn kosten van deskundigen of sprekers die tot een nationaal, communautair of internationaal ambtenarencorps behoren, dan wel lid of werknemer zijn van de organisatie die de subsidie ontvangt of van een organisatie die aan die organisatie is gelieerd of er een dochter van is.


    Início