EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2007/183/21
Case C-231/06 to C-233/06: Judgment of the Court (First Chamber) of 21 June 2007 (references for a preliminary ruling from the Cour du travail de Bruxelles, Belgium) — National Pensions Office v Emilienne Jonkman (C-231/06), Hélène Vercheval (C-232/06) and Noëlle Permesaen (C-233/06) v National Pensions Office (Equal treatment for men and women — Statutory pension scheme — Directive 79/7/EEC — Air hostesses — Grant of a pension equal to that of stewards — Payment of adjustment contributions in a single payment — Interest payments — Principle of effectiveness — Obligations on a Member State as a result of a preliminary ruling)
Gevoegde zaken C-231/06 — C-233/06: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 21 juni 2007 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door het Arbeidshof te Brussel — België) — Rijksdienst voor pensioenen/Emilienne Jonkman (C-231/06), Hélène Vercheval (C-232/06), en Noëlle Permesaen (C-233/06)/Rijksdienst voor pensioenen (Gelijke behandeling van mannen en vrouwen — Wettelijke pensioenregeling — Richtlijn 79/7/EEG — Stewardessen — Toekenning van pensioen dat gelijk is aan dat van stewards — Eenmalige betaling van regularisatiebijdragen — Betaling van rente — Effectiviteitsbeginsel — Verplichtingen voor lidstaat op grond van prejudicieel arrest)
Gevoegde zaken C-231/06 — C-233/06: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 21 juni 2007 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door het Arbeidshof te Brussel — België) — Rijksdienst voor pensioenen/Emilienne Jonkman (C-231/06), Hélène Vercheval (C-232/06), en Noëlle Permesaen (C-233/06)/Rijksdienst voor pensioenen (Gelijke behandeling van mannen en vrouwen — Wettelijke pensioenregeling — Richtlijn 79/7/EEG — Stewardessen — Toekenning van pensioen dat gelijk is aan dat van stewards — Eenmalige betaling van regularisatiebijdragen — Betaling van rente — Effectiviteitsbeginsel — Verplichtingen voor lidstaat op grond van prejudicieel arrest)
PB C 183 van 4.8.2007, p. 13–14
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
4.8.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 183/13 |
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 21 juni 2007 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door het Arbeidshof te Brussel — België) — Rijksdienst voor pensioenen/Emilienne Jonkman (C-231/06), Hélène Vercheval (C-232/06), en Noëlle Permesaen (C-233/06)/Rijksdienst voor pensioenen
(Gevoegde zaken C-231/06 — C-233/06) (1)
(Gelijke behandeling van mannen en vrouwen - Wettelijke pensioenregeling - Richtlijn 79/7/EEG - Stewardessen - Toekenning van pensioen dat gelijk is aan dat van stewards - Eenmalige betaling van regularisatiebijdragen - Betaling van rente - Effectiviteitsbeginsel - Verplichtingen voor lidstaat op grond van prejudicieel arrest)
(2007/C 183/21)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Arbeidshof te Brussel
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Rijksdienst voor pensioenen, Noëlle Permesaen (C-233/06)
Verwerende partijen: Emilienne Jonkman (C-231/06), Hélène Vercheval (C-232/06), Rijksdienst voor pensioenen
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Arbeidshof te Brussel — Uitlegging van richtlijn 79/7/EEG van de Raad van 19 december 1978 betreffende de geleidelijke tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het gebied van de sociale zekerheid (PB 1979, L 6, blz. 24) — Mogelijkheid voor vrouw die uitgesloten is geweest van gunstiger pensioenregeling om hierbij met terugwerkende kracht te worden aangesloten, op voorwaarde van betaling van op betrokken periode van aansluiting betrekking hebbende bijdragen in de vorm van eenmalig bedrag en vertragingsrente
Dictum
1) |
Wanneer een lidstaat een regeling vaststelt waardoor personen van het ene geslacht, die aanvankelijk werden gediscrimineerd, voor de volledige duur van hun pensioen gebruik kunnen maken van de pensioenregeling die geldt voor de personen van het andere geslacht,
|
2) |
De autoriteiten van de betrokken lidstaat dienen naar aanleiding van een prejudicieel arrest waarin het Hof heeft vastgesteld dat een nationale wettelijke regeling onverenigbaar is met het gemeenschapsrecht, passende algemene of bijzondere maatregelen te nemen om de naleving van het gemeenschapsrecht te verzekeren, door met name ervoor te zorgen dat het nationale recht zo spoedig mogelijk in overeenstemming wordt gebracht met het gemeenschapsrecht en dat de rechten die de burgers aan het gemeenschapsrecht ontlenen volle uitwerking krijgen. |
3) |
Wanneer een met het gemeenschapsrecht strijdige discriminatie is vastgesteld, moet de nationale rechter, zolang geen maatregelen zijn genomen om de gelijke behandeling te herstellen, elke nationale discriminerende bepaling buiten toepassing laten, zonder dat hij de opheffing ervan door de wetgever heeft te vragen of af te wachten, en moet hij op de leden van de benadeelde groep dezelfde regeling toepassen als op de leden van de andere groep. |