This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2007/095/65
Case C-146/07: Action brought on 13 March 2007 — Commission of the European Communities v Kingdom of Sweden
Zaak C-146/07: Beroep ingesteld op 13 maart 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Koninkrijk Zweden
Zaak C-146/07: Beroep ingesteld op 13 maart 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Koninkrijk Zweden
PB C 95 van 28.4.2007, p. 34–34
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
28.4.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 95/34 |
Beroep ingesteld op 13 maart 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Koninkrijk Zweden
(Zaak C-146/07)
(2007/C 95/65)
Procestaal: Zweeds
Partijen
Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: K. Simonsson en W. Wils, gemachtigden)
Verwerende partij: Koninkrijk Zweden
Conclusies
— |
vast te stellen dat het Koninkrijk Zweden, door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2001/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk (1), althans door deze bepalingen niet aan de Commissie mee te delen, de krachtens deze richtlijn op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen; |
— |
het Koninkrijk Zweden te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
De termijn voor omzetting van de richtlijn in nationaal recht is op 31 december 2005 verstreken.
(1) PB L 272, blz. 32.