This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2007/069/42
Case T-362/04: Judgment of the Court of First Instance of 31 January 2007 — Minin v Commission (Common foreign and security policy — Restrictive measures in respect of Liberia — Freezing of funds of persons associated with Charles Taylor — Competence of the Community — Fundamental rights — Action for annulment)
Zaak T-362/04: Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 31 januari 2007 — Minin/Commissie ( Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen ten aanzien van Liberia — Bevriezing van tegoeden van medestanders van Charles Taylor — Bevoegdheid van Gemeenschap — Grondrechten — Beroep tot nietigverklaring )
Zaak T-362/04: Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 31 januari 2007 — Minin/Commissie ( Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen ten aanzien van Liberia — Bevriezing van tegoeden van medestanders van Charles Taylor — Bevoegdheid van Gemeenschap — Grondrechten — Beroep tot nietigverklaring )
PB C 69 van 24.3.2007, p. 18–18
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
24.3.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 69/18 |
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 31 januari 2007 — Minin/Commissie
(Zaak T-362/04) (1)
(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen ten aanzien van Liberia - Bevriezing van tegoeden van medestanders van Charles Taylor - Bevoegdheid van Gemeenschap - Grondrechten - Beroep tot nietigverklaring’)
(2007/C 69/42)
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: Leonid Minin (Tel-Aviv, Israël) (vertegenwoordigers: T. Ballarino en C. Bovio, advocaten)
Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: E. Montaguti, L. Visaggio en C. Brown, gemachtigden)
Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk S. Marquardt en F. Ruggeri Laderchi, vervolgens S. Marquardt en A. Vitro, gemachtigden); en Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: aanvankelijk R. Caudwell, vervolgens E. Jenkinson, gemachtigden)
Voorwerp
Nietigverklaring van verordening (EG) nr. 1149/2004 van de Commissie van 22 juni 2004 tot wijziging van verordening (EG) nr. 872/2004 van de Raad inzake verdere restrictieve maatregelen ten aanzien van Liberia (PB L 222, blz. 17), alsmede gedeeltelijke nietigverklaring van verordening (EG) nr. 874/2005 van de Commissie van 9 juni 2005 tot wijziging van verordening nr. 872/2004 (PB L 146, blz. 5)
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
Verzoeker zal naast zijn eigen kosten ook de kosten van de Commissie dragen. |
3) |
De Raad en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland zullen hun eigen kosten dragen. |