Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007XC0322(05)

    Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op bepaalde soorten ijzeren en stalen kabels van oorsprong uit, onder meer, Thailand

    PB C 66 van 22.3.2007, p. 14–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    22.3.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 66/14


    Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op bepaalde soorten ijzeren en stalen kabels van oorsprong uit, onder meer, Thailand

    (2007/C 66/06)

    De Commissie heeft op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”) een verzoek ontvangen om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.

    1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

    Het verzoek is ingediend door Usha Siam Steel Industries Public Company Limited, een exporteur uit Thailand („de indiener van het verzoek”).

    Het betreft alleen een onderzoek naar dumping door de indiener van het verzoek.

    2.   Product

    Het verzoek heeft betrekking op ijzeren of stalen kabels, gesloten kabels daaronder begrepen, met uitzondering van roestvrijstalen kabels, met een grootste afmeting der dwarsdoorsnede van meer dan 3 mm, al dan niet voorzien van hulpstukken (fittings), van oorsprong uit Thailand („het betrokken product”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes 7312 10 81, 7312 10 83, 7312 10 85, 7312 10 89 en 7312 10 98. Deze GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.

    3.   Bestaande maatregelen

    Momenteel is op bepaalde soorten ijzeren en stalen kabels een definitief antidumpingrecht van toepassing, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1601/2001 van de Raad (2).

    Op 3 augustus 2006 is een bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van het betrokken product van oorsprong uit Thailand bekendgemaakt (3). Dit onderzoek loopt momenteel nog.

    4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

    De indiener van het verzoek heeft bij zijn verzoek op grond van artikel 11, lid 3, voorlopig bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de omstandigheden waarop de antidumpingmaatregelen zijn gebaseerd, zijn gewijzigd en dat deze wijzigingen van blijvende aard zijn.

    De indiener van het verzoek beweert, op grond van voorlopig bewijsmateriaal, dat een vergelijking van zijn eigen kosten en binnenlandse prijzen met zijn uitvoerprijzen een dumpingmarge zou opleveren die aanmerkelijk lager is dan het niveau van de huidige maatregelen. Dit heeft volgens de indiener van het verzoek tot gevolg dat de dumping gedeeltelijk of zelfs geheel is opgeheven. Handhaving van de maatregelen op het huidige niveau, dat gebaseerd is op de eerder vastgestelde schade, is dus niet langer noodzakelijk is om de gevolgen van dumping te neutraliseren.

    5.   Procedure voor de vaststelling van dumping

    Daar de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure voor een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek in te leiden, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de basisverordening een onderzoek.

    Bij dit onderzoek zal worden nagegaan of de bestaande maatregelen ten aanzien van de indiener van het verzoek moeten worden gehandhaafd, ingetrokken of gewijzigd.

    Indien blijkt dat de maatregelen ten aanzien van de indiener van het verzoek moeten worden ingetrokken of gewijzigd, kan het noodzakelijk zijn het recht te wijzigen dat momenteel op grond van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1601/2001 van toepassing is op het betrokken product afkomstig van andere producenten/exporteurs.

    a)   Vragenlijsten

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor het onderzoek nodig acht, zal de Commissie de indiener van het verzoek en de autoriteiten van het betrokken land van uitvoer een vragenlijst toezenden. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 6, onder a), genoemde termijn ontvangen.

    b)   Het schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

    Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst, alsmede bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 6, onder a), genoemde termijn ontvangen.

    Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen die hierom verzoeken en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6, onder b), vermelde termijn worden ingediend.

    6.   Termijnen

    a)   Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere informatie toe te zenden

    Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en hun antwoorden op de vragenlijst en andere informatie verstrekken. De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie kenbaar maakt.

    b)   Om een mondeling onderhoud aan te vragen

    Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

    7.   Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op vragenlijsten en correspondentie

    Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden toegezonden onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited  (4)”zijn voorzien en moeten overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie met de vermelding „FOR INSPECTION BY INTERESTED PARTIES”.

    Correspondentieadres van de Commissie:

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Handel

    Directoraat H

    Kamer: J-79 5/16

    B-1049 Brussel

    Fax (32-2) 295 65 05

    8.   Niet-medewerking

    Indien een belanghebbende binnen de vastgestelde termijnen toegang tot de nodige gegevens weigert, deze niet verstrekt of het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

    Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze informatie buiten beschouwing gelaten en kan overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en gebruik wordt gemaakt van de beschikbare gegevens, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

    9.   Tijdschema voor het onderzoek

    Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 6, lid 9, van de basisverordening binnen 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten.


    (1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).

    (2)  PB L 211 van 4.8.2001, blz. 1.

    (3)  PB C 181 van 3.8.2006, blz. 15.

    (4)  Dit betekent dat het document uitsluitend voor intern gebruik bestemd is. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).


    Top