This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52006AE1582
Opinion of the European Economic and Social Committee on the Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council amending Directive 2006/…/EC laying down technical requirements for inland waterway vessels COM(2006) 646 final — 2006/0210 (COD)
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake wijziging van Richtlijn 2006/…/EG inzake vaststelling van de technische voorschriften voor binnenvaartschepen (COM(2006) 646 final — 2006/0210 (COD))
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake wijziging van Richtlijn 2006/…/EG inzake vaststelling van de technische voorschriften voor binnenvaartschepen (COM(2006) 646 final — 2006/0210 (COD))
PB C 325 van 30.12.2006, p. 82–82
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
30.12.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 325/82 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het „Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake wijziging van Richtlijn 2006/…/EG inzake vaststelling van de technische voorschriften voor binnenvaartschepen”
(COM(2006) 646 final — 2006/0210 (COD))
(2006/C 325/20)
De Raad besloot op 16 november 2006, overeenkomstig artikel 95 van het EG-Verdrag, het Europees Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over het bovengenoemde voorstel.
Het bureau van het Europees Economisch en Sociaal Comité besloot op 25 oktober 2006 de gespecialiseerde afdeling „Vervoer, energie, infrastructuur, informatiemaatschappij” met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden te belasten.
Gegeven de urgentie van de werkzaamheden besloot het Comité tijdens zijn 431e zitting van 13 en 14 december 2006 (vergadering van 13 december) de heer Rusche als algemeen rapporteur aan te wijzen. Vervolgens bracht het het volgende advies uit, dat met algemene stemmen werd goedgekeurd.
1. Conclusies en aanbevelingen
1.1 |
Het Comité heeft herhaaldelijk bevestigd, grote waarde te hechten aan de harmonisering van de technische voorschriften voor binnenvaartschepen. |
1.2 |
In zijn advies over de te wijzigen Richtlijn 2006/…/EG inzake de technische voorschriften voor binnenvaartschepen merkte het op dat de Rijn de drukstbevaren waterweg ter wereld is. De (technische) voorschriften voor de Rijn worden overeenkomstig artikel 22 van de herziene Rijnvaartakte regelmatig door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCNR) geactualiseerd. Deze commissie hoort daarbij internationale particuliere organisaties en betrekt zodoende de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld (in deze scheepeigenaren, vakverenigingen, werven en toeleveranciers) bij de bijstelling van haar voorschriften. |
1.3 |
Bedoeling is dat de aldus geformuleerde regels, om concurrentiedistorsies te vermijden en voor de nodige veiligheid te zorgen, in beginsel worden opgenomen in Richtlijn 2006/…/EG inzake de technische voorschriften voor binnenvaartschepen. |
1.4 |
Een en ander dient tijdig te gebeuren en daarom stelt de Commissie terecht voor dat de wijzigingen van deze richtlijn snel hun beslag moeten krijgen. |
1.5 |
Het EESC beveelt aan dat de CCNR de waarnemerstatus krijgt bij de werkzaamheden van het door de wijziging van de richtlijn in het leven geroepen comité, zodat de technische voorschriften op samenhangende wijze worden bijgesteld. |
2. Het Commissievoorstel
2.1 |
Het voorstel voor een richtlijn strekt ertoe om andere internationale organisaties, vooral de CCNR, via een comitéprocedure sneller en eenvoudiger bij de actualisering van de technische vereisten voor binnenvaartschepen te betrekken. |
2.2 |
Daartoe stelt de Commissie voor om procedurele artikelen van de Richtlijn en haar Bijlage II dusdanig te wijzigen dat het EG-recht flexibel kan worden aangepast aan de eisen waaraan moet worden voldaan om krachtens artikel 22 van de Rijnvaartakte een binnenvaartcertificaat te verwerven. |
3. Algemene opmerkingen
3.1 |
Het Europees Parlement heeft er herhaaldelijk de aandacht op gevestigd, belang te hechten aan nauwe samenwerking tussen alle voor de binnenvaart bevoegde internationale organisaties. Dit geldt met name voor de samenwerking tussen de CCNR en de EG. |
3.2 |
De lidstaten en de Commissie zijn van mening dat laatstgenoemde samenwerking zo efficiënt en intensief mogelijk dient te zijn en dat de CCNR daarom als waarnemer bij de werkzaamheden van het EG-comité moet worden betrokken. Het comité kan zelf besluiten hoe dit het beste gestalte kan krijgen. |
3.3 |
In de toelichting op het voorstel voor een richtlijn en artikel 20, lid 1, van Richtlijn 2006/…/EG wordt de nadruk gelegd op de belangrijke rol van de CCNR en de noodzaak om de voorschriften van EG en CCNR te harmoniseren. |
3.4 |
Daarom verdient het inderdaad aanbeveling dat de CCNR de waarnemerstatus in het comité krijgt. Tevens moet erop worden gewezen dat de Commissie reeds als waarnemer bij de het werk van de CCNR is betrokken en zij kan deelnemen aan de werkzaamheden van de technische comités van de CCNR. |
Brussel, 13 december 2006
De voorzitter
van het Europees Economisch en Sociaal Comité
D. DIMITRIADIS