EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/294/23

Zaak C-150/05: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 28 september 2006 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rechtbank 's-Hertogenbosch — Nederland) — Jean Leon van Straaten/Staat der Nederlanden, Republiek Italië (Overeenkomst ter uitvoering van Schengen-akkoord — Beginsel ne bis in idem — Begrippen dezelfde feiten en berechte feiten — Uitvoer in staat en invoer in andere staat — Vrijspraak van verdachte)

PB C 294 van 2.12.2006, p. 14–15 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

2.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 294/14


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 28 september 2006 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rechtbank 's-Hertogenbosch — Nederland) — Jean Leon van Straaten/Staat der Nederlanden, Republiek Italië

(Zaak C-150/05) (1)

(Overeenkomst ter uitvoering van Schengen-akkoord - Beginsel ne bis in idem - Begrippen „dezelfde feiten” en „berechte feiten” - Uitvoer in staat en invoer in andere staat - Vrijspraak van verdachte)

(2006/C 294/23)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Jean Leon van Straaten

Verwerende partijen: Staat der Nederlanden, Republiek Italië

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Rechtbank 's-Hertogenbosch — Uitlegging van artikel 54 van de overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (PB 2000 L 239, blz. 19) — Beginsel ne bis in idem — „Dezelfde feiten” en „berechting” — Vervolging van strafbaar feit als uitvoer in één staat en als invoer in een andere — Onherroepelijk vonnis in geval van vrijspraak van beschuldigde?

Dictum

1)

Artikel 54 van de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, moet aldus worden uitgelegd dat:

het relevante criterium voor de toepassing van dit artikel de gelijkheid van de materiële feiten is, begrepen als het bestaan van een geheel van feiten die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, ongeacht de juridische kwalificatie van deze feiten of het beschermde rechtsbelang;

wat delicten in verband met verdovende middelen betreft, is niet vereist dat de hoeveelheden drugs in de twee overeenkomstsluitende staten of de van deelneming aan de feiten in de twee staten verdachte personen, gelijk zijn;

strafbare feiten van uitvoer en invoer van dezelfde verdovende middelen waarvoor in verschillende staten die partij zijn bij deze overeenkomst, vervolging is ingesteld, dienen in beginsel te worden beschouwd als „dezelfde feiten” in de zin van dit artikel 54, maar het is aan de bevoegde nationale instanties om dit uiteindelijk te beoordelen.

2)

Het in artikel 54 van deze overeenkomst verankerde beginsel ne bis in idem moet toepassing vinden op een beslissing van de justitiële autoriteiten van een overeenkomstsluitende staat waardoor een verdachte bij onherroepelijk vonnis is vrijgesproken omdat het feit niet is bewezen.


(1)  PB C 155 van 25.6.2005.


Top