This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2006/261/67
Case F-86/05: Judgment of the Civil Service Tribunal (First Chamber) of 12 September 2006 — De Soeten v Council (Pension — Request for early retirement without reduction of pension entitlement — Rejection of the request)
Zaak F-86/05: Arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Eerste kamer) van 12 september 2006 — De Soeten/Raad (Pensioen — Verzoek om vervroegde pensionering zonder pensioenvermindering — Afwijzing van verzoek)
Zaak F-86/05: Arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Eerste kamer) van 12 september 2006 — De Soeten/Raad (Pensioen — Verzoek om vervroegde pensionering zonder pensioenvermindering — Afwijzing van verzoek)
PB C 261 van 28.10.2006, p. 32–32
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
|
28.10.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 261/32 |
Arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Eerste kamer) van 12 september 2006 — De Soeten/Raad
(Zaak F-86/05) (1)
(Pensioen - Verzoek om vervroegde pensionering zonder pensioenvermindering - Afwijzing van verzoek)
(2006/C 261/67)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Henders De Soeten (Den Haag, Nederland) (vertegenwoordigers: S. Orlandi, A. Coolen, J.-N. Louis en E. Marchal, advocaten)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Simm en I. Sulce, gemachtigden)
Voorwerp
Nietigverklaring van het besluit van de Raad houdende afwijzing van verzoeksters verzoek om krachtens artikel 9, lid 2, van bijlage VIII bij het Statuut vervroegd te worden gepensioneerd, zonder pensioenvermindering
Dictum
|
1) |
Het besluit van de Raad van de Europese Unie van 5 oktober 2004 houdende afwijzing van het verzoek van mevrouw De Soeten om vervroegde pensionering zonder pensioenvermindering wordt nietig verklaard. |
|
2) |
De Raad van de Europese Unie wordt verwezen in de kosten. |
(1) PB C 296 van 26.11.2005 (zaak aanvankelijk bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen ingeschreven onder nummer T-336/05 en bij beschikking van 15.12.2005 overgedragen aan het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie).