This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2006/154/21
Case C-186/06: Action brought on 18 April 2006 — Commission of the European Communities v Kingdom of Spain
Zaak C-186/06: Beroep ingesteld op 18 april 2006 — Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk Spanje
Zaak C-186/06: Beroep ingesteld op 18 april 2006 — Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk Spanje
PB C 154 van 1.7.2006, p. 10–10
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
1.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 154/10 |
Beroep ingesteld op 18 april 2006 — Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk Spanje
(Zaak C-186/06)
(2006/C 154/21)
Procestaal: Spaans
Partijen
Verzoekster: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: D. Recchia, A. Alcover San Pedro, gemachtigden)
Verweerder: Koninkrijk Spanje
Conclusies van verzoekster
— |
vaststelling dat, wat het irrigatieproject voor het irrigeerbare gebied van het Canal Segarra-Garrigues betreft, het Koninkrijk Spanje de verplichtingen niet is nagekomen die op hem rusten krachtens de artikelen 2, 3 en 4, leden 1 en 4, van richtlijn 79/409/EEG van de Raad inzake het behoud van de vogelstand (1); |
— |
verwijzing van het Koninkrijk Spanje in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
De lidstaten mogen zich niet beroepen op de omstandigheid dat zij in strijd met de richtlijn geen „specialebeschermingszones” (SBZ's) hebben aangewezen om in die gebieden acties te ondernemen die de doelstellingen van de richtlijn in gevaar brengen. Wanneer de lidstaat, zoals in de onderhavige zaak, geen SBZ's heeft aangewezen op plaatsen waar hij dat had moeten doen, gelden in een voor vogels belangrijk gebied de beschermingsniveau's als bedoeld in artikel 4, lid 4, van de richtlijn.
De Commissie is bijgevolg van mening dat het Koninkrijk Spanje, door maatregelen te hebben vastgesteld en uitgevoerd die tot de goedkeuring van het irrigatieproject voor het Canal Segarra-Garrigues hebben geleid, niet heeft voldaan aan de artikelen 2, 3 en 4, leden 1 en 4, van de richtlijn.
(1) PB L 103, blz. 1.