Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/060/101

    Zaak F-126/05: Beroep ingesteld op 22 december 2005 — Borbély tegen Commissie

    PB C 60 van 11.3.2006, p. 54–55 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    11.3.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 60/54


    Beroep ingesteld op 22 december 2005 — Borbély tegen Commissie

    (Zaak F-126/05)

    (2006/C 60/101)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekster: Andrea Borbély (Brussel, België) (vertegenwoordiger: R. Stötzel, advocaat)

    Verweerster: Commissie van de Europese Gemeenschappen

    Conclusies van verzoekster

    nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 30 september 2005, voorzover verzoekster daarbij de toekenning wordt geweigerd van de dagvergoeding als bedoeld in artikel 10, lid 1, van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, de inrichtingsvergoeding als bedoeld in artikel 5, lid 1, eerste alinea, van bijlage VII bij het Statuut, en de vergoeding van reiskosten bij indiensttreding als bedoeld in artikel 7, lid 1, sub a, van bijlage VII bij het Statuut;

    veroordeling van de Commissie tot betaling aan verzoekster van de dagvergoeding, de inrichtingsvergoeding en de reiskosten bij indiensttreding, vermeerderd met rente vanaf de data waarop deze bedragen overeenkomstig bijlage VII bij het Statuut verschuldigd waren.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Verzoekster is voormalig ambtenaar bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken te Boedapest, Hongarije, die werd gedetacheerd om diplomatieke dienst te vervullen bij de Permanente Vertegenwoordiging van Hongarije bij de Europese Unie te Brussel voor een periode van vier jaar. Zij werd aangesteld als ambtenaar op proef bij de Commissie, met standplaats te Brussel.

    In maart 2005 vroeg zij de inrichtingsvergoeding, de vergoeding van reiskosten bij indiensttreding en de dagvergoeding aan. De Commissie heeft dit verzoek afgewezen.

    Verzoekster betoogt dat zij tijdens haar detachering verder werd betaald door haar Hongaarse werkgever en haar woonplaats en financiële belangen in Hongarije behield. Bovendien woonde zij te Brussel in een door haar werkgever ter beschikking gestelde gemeubileerde flat.

    Zij betoogt dat het vaste rechtspraak (1) is dat een ambtenaar recht heeft op bovenvermelde vergoedingen wanneer de plaats van aanstelling samenvalt met de plaats waar de ambtenaar vlak voor zijn aanstelling woonde wegens een detachering.


    (1)  Arrest van 12 december 1996, Mozzaglia tegen Commissie (T-137/95, JurAmbt. blz. I-A-619 en II-1657).


    Top