EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/060/89

Zaak T-10/06: Beroep ingesteld op 11 januari 2006 — PORTELA & Co. tegen BHIM

PB C 60 van 11.3.2006, p. 47–48 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

11.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 60/47


Beroep ingesteld op 11 januari 2006 — PORTELA & Co. tegen BHIM

(Zaak T-10/06)

(2006/C 60/89)

Taal van het verzoekschrift: Portugees

Partijen

Verzoekster: PORTELA & Co., SA (S. Mamede do Coronado, Portugal) (vertegenwoordiger: J. M. Pimenta, advocaat)

Verweerder: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partijen in de procedure voor de kamer van beroep: Juan Torres Quadrado en Josep Gilbert Sanz

Conclusies van verzoekster

de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 14 september 2004 in zaak R 897/2004-1 te vernietigen en de inschrijving van gemeenschapsmerk nr. 1 400 183 toe te staan voor de volgende waren:

klasse 5 — farmaceutische, diergeneeskundige en hygiënische producten; diëtische substanties voor medisch gebruik; middelen ter verdelging van ongedierte;

klasse 42 — geneeskundige diensten; dienstverlening met betrekking tot farmaceutische laboratoria; onderzoek op het gebied van de geneeskunde, laboratoriumonderzoek;

het BHIM te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: PORTELA & Co., SA

Betrokken gemeenschapsmerk: beeldmerk Bial (aanvraag nr. 1400183)

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: Juan Torres Quadrado en Josep Gilbert Sanz

Oppositiemerk of -teken: Spaans merk Bial

Beslissing van de oppositieafdeling: oppositie gedeeltelijk toegewezen

Beslissing van de kamer van beroep: bevestiging van de beslissing van de oppositieafdeling

Aangevoerde middelen: Verzoekster stelt dat het BHIM artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94 verkeerd heeft uitgelegd en bij de vaststelling van de bestreden beslissing wezenlijke vormvoorschriften heeft geschonden (het merk werd niet naar behoren vermeld in het bezwaarschrift, verzoekster werd niet binnen de wettelijke termijn ingelicht over de relevante bestanddelen van het oudere merk op basis waarvan bezwaar is gemaakt en de beslissing omtrent de kosten is onjuist).


Top