EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/060/77

Zaak T-416/05: Beroep ingesteld op 25 november 2005 — Olympic Airlines S.A. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

PB C 60 van 11.3.2006, p. 39–40 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

11.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 60/39


Beroep ingesteld op 25 november 2005 — Olympic Airlines S.A. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-416/05)

(2006/C 60/77)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekster: Olympic Airlines S.A. (Athene, Griekenland) (vertegenwoordiger: V. Christianos)

Verweerster: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoekster

de artikelen 1, leden 1 en 4, en 2 van beschikking C 11/2004 nietig te verklaren voorzover zij verzoekster betreffen;

verweerster te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

In het kader van de privatisering van de Griekse nationale luchtvaartmaatschappij „Olympic Airways” is verzoekster, belast met de vliegactiviteiten, als nieuwe vennootschap opgericht, terwijl „Olympic Airways-Services S.A.” („OA”), zoals de oude vennootschap voortaan heet, alle andere activiteiten, met name de gronddiensten, het onderhoud en de herstelling van vliegtuigen, blijft verzorgen. Bij de bestreden beschikking heeft de Commissie bepaalde steunmaatregelen ten gunste van verzoekster en OA met het Verdrag onverenigbaar verklaard, onder meer wegens:

de betaling door verzoekster voor de onderhuur van vliegtuigen, van huurprijzen beneden de eigenlijke leasingkosten, ten nadele van de Griekse Staat en OA.

de te hoge waardering van de activa van verzoekster ten tijde van haar oprichting,

het feit dat de Griekse Staat zich jegens OA voortdurend tolerant opstelt, wat de verschuldigde belastingen en socialezekerheidsbijdragen betreft.

Met haar beroep betwist verzoekster allereerst het onderdeel van de bestreden beschikking dat betrekking heeft op de door haar betaalde huurprijs van vliegtuigen. Zij betoogt dat het niet om staatssteun gaat en dat de bestreden beschikking dus artikel 87, lid 1, EG schendt. Volgens verzoekster heeft de Commissie de keuze van OA om de vliegtuigen onder te verhuren niet getoetst aan het criterium van de particuliere ondernemer en ook niet nagegaan of verzoekster een voordeel heeft ontvangen dat zij onder marktvoorwaarden niet zou hebben verkregen. Ook heeft de Commissie een kennelijke beoordelingsfout begaan, door de door verzoekster betaalde huren te vergelijken met die welke OA als hoofdleasingnemer betaalt en niet met die welke verzoekster zou moeten betalen indien zij zich tot een andere verhuurder wendt.

Verzoekster hanteert ook analoge argumenten in verband met het onderdeel van de bestreden beschikking dat betrekking heeft op het geval van vliegtuigen onder een regime van financiële leasing. Met name op dit punt beroept verzoekster zich onder meer op een kennelijke beoordelingsfout van de Commissie, die ten onrechte heeft gemeend dat verzoekster leasingcontracten had gesloten, terwijl het enkel ging om operationele onderhuur.

Verzoekster beroept zich voorts op ontoereikende motivering, wat de voornoemde vaststellingen van de Commissie betreft.

Met betrekking tot het onderdeel van de beschikking waarin wordt geconcludeerd dat verzoekster een rechtsopvolger van OA is, beroept verzoekster zich op een beoordelingsfout van de Commissie, die geen rekening heeft gehouden met het feit dat de activiteit van OA wordt voortgezet, dat de twee vennootschappen niet onderling afhankelijk zijn en dat er een privatiseringsoperatie aan de gang is. Verzoekster wijst ook op een gebrek aan motivering, omdat de Commissie geen aandacht heeft gewijd aan de economische logica van de handeling die tot de afsplitsing van de vliegactiviteiten van OA, de oprichting van een nieuwe vennootschap en de verkoop hiervan aan particulieren heeft geleid.

Met betrekking tot de in de bestreden beschikking vastgestelde „voortdurende tolerantie” van Griekenland jegens OA, beroept verzoekster zich op schending van het gemeenschapsrecht wat het begrip staatsteun betreft, omdat de Commissie de handelwijze van Griekenland niet heeft getoetst aan het criterium van de particuliere schuldeiser. Zij beroept zich op een gebrek aan motivering en op schending van het evenredigheidsbeginsel, voorzover de bestreden beschikking verzoekster verplicht om alle vóór haar afsplitsing verleende onwettige steunbedragen terug te betalen, ofschoon die bedragen alle betrekking hadden op de activiteiten van de oude vennootschap, waarvan de meeste door OA worden voortgezet, terwijl verzoekster enkel luchtvervoersdiensten levert.


Top