This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2006/036/48
Case C-433/05: Reference for a preliminary ruling from the Handens Tingsrätt by order of that court of 21 November 2005 in Åklagaren v Lars Sandström
Zaak C-433/05: Verzoek van Handens tingsrätt van 21 november 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Åklagaren en Lars Sandström
Zaak C-433/05: Verzoek van Handens tingsrätt van 21 november 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Åklagaren en Lars Sandström
PB C 36 van 11.2.2006, p. 23–24
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
11.2.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 36/23 |
Verzoek van Handens tingsrätt van 21 november 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Åklagaren en Lars Sandström
(Zaak C-433/05)
(2006/C 36/48)
Procestaal: Zweeds
Handens tingsrätt heeft bij beschikking van 21 november 2005, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 5 december 2005, in het geding tussen Åklagaren en Lars Sandström, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:
„1) |
|
2) |
Staan anders de artikelen 28 EG-30 EG in de weg aan dergelijke nationale bepalingen inzake het verbod van het gebruik van waterscooters als bedoeld sub 1 a, in het algemeen of enkel onder de overeenkomstig sub 1 b hierboven gestelde voorwaarde? |
3) |
Los van het bovenstaande, staat het ontbreken van een mededeling aan de Commissie vóór de vaststelling van het nieuwe waterscooterverbod op 20 juni 2004 volgens richtlijn 83/189/EEG en richtlijn 98/34/EEG in de weg aan voormelde nationale bepalingen?” |