This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2006/036/38
Case C-401/05: Reference for a preliminary ruling from the Hoge Raad der Nederlanden by judgment of that court of 11 November 2005 in VDP Dental Laboratory N.V. v Staatssecretaris van Financiën
Zaak C-401/05: Verzoek van de Hoge Raad der Nederlanden van 11 november 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen VDP Dental Laboratory N.V. en Staatssecretaris van Financiën
Zaak C-401/05: Verzoek van de Hoge Raad der Nederlanden van 11 november 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen VDP Dental Laboratory N.V. en Staatssecretaris van Financiën
PB C 36 van 11.2.2006, p. 19–19
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
11.2.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 36/19 |
Verzoek van de Hoge Raad der Nederlanden van 11 november 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen VDP Dental Laboratory N.V. en Staatssecretaris van Financiën
(Zaak C-401/05)
(2006/C 36/38)
Procestaal: Nederlands
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 11 november 2005, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 16 november 2005, in het geding tussen VDP Dental Laboratory N.V. en Staatssecretaris van Financiën, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:
1. |
Moet artikel 13, A, aanhef en letter e, van de Zesde richtlijn (1) zo worden uitgelegd dat onder het verschaffen van tandprothesen door tandtechnici begrepen is het leveren van tandprothesen door een belastingplichtige die het vervaardigen ervan uitbesteedt aan een tandtechnicus? |
2. |
Indien het antwoord op deze vraag bevestigend luidt: moet artikel 17, lid 3, aanhef en letter a, van de Zesde richtlijn zo worden uitgelegd dat een lidstaat die de hiervóór vermelde leveringen heeft vrijgesteld van BTW, recht op aftrek aan deze leveringen moet verbinden voorzover de leveringen (in het bijzonder op grond van artikel 28 ter, B, lid 1, aanhef en eerste gedachtestreepje, van de Zesde richtlijn) plaatsvinden in een andere lidstaat, die deze met toepassing van artikel 28, lid 3, letter a, juncto bijlage E, punt 2, van de Zesde richtlijn van de vrijstelling heeft uitgesloten? |
(1) Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad, van 17 mei 1977, betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag PB L 145, blz. 1.