This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2006/036/20
Judgment of the Court (Second Chamber) of 27 October 2005 in Joined Cases C-187/04 and C-188/04: Commission of the European Communities v Italian Republic (Failure of a Member State to fulfil obligations — Directive 93/37/EEC — Public works contracts — Public works concessions — Rules on advertising)
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 27 oktober 2005 in de gevoegde zaken C-187/04 en C-188/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Italiaanse Republiek (Niet-nakoming — Richtlijn 93/37/EEG — Overheidsopdrachten voor uitvoering van werken — Concessies voor openbare werken — Regels inzake bekendmaking)
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 27 oktober 2005 in de gevoegde zaken C-187/04 en C-188/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Italiaanse Republiek (Niet-nakoming — Richtlijn 93/37/EEG — Overheidsopdrachten voor uitvoering van werken — Concessies voor openbare werken — Regels inzake bekendmaking)
PB C 36 van 11.2.2006, p. 11–12
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
11.2.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 36/11 |
ARREST VAN HET HOF
(Tweede kamer)
van 27 oktober 2005
in de gevoegde zaken C-187/04 en C-188/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Italiaanse Republiek (1)
(Niet-nakoming - Richtlijn 93/37/EEG - Overheidsopdrachten voor uitvoering van werken - Concessies voor openbare werken - Regels inzake bekendmaking)
(2006/C 36/20)
Procestaal: Italiaans
In de gevoegde zaken C-187/04 en C-188/04, betreffende twee beroepen wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 22 april 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigde: K. Wiedner, advocaat: G. Bambara) tegen Italiaanse Republiek (gemachtigde: I. M. Braguglia, advocaat: M. Fiorilli), heeft het Hof (Tweede kamer), samengesteld als volgt: C. W. A. Timmermans, kamerpresident, J. Makarczyk (rapporteur), R. Silva de Lapuerta, P. Kūris, en J. Klučka, rechters; advocaat-generaal: D. Ruiz-Jarabo Colomer; griffier: R. Grass, op 27 oktober 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
1) |
Voorzover de openbare instelling ANAS SpA de aanleg en het beheer van de autowegen Valtrompia en Pedemontana Veneta Ovest aan Società per l'autostrada Brescia-Verona-Vincenza-Padova SpA heeft opgedragen in het kader van rechtstreekse concessies zonder voorafgaande bekendmaking van een aankondiging, ofschoon aan de daartoe gestelde voorwaarden niet was voldaan, heeft de Italiaanse Republiek niet voldaan aan de verplichtingen die op haar rusten krachtens richtlijn 93/37/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken, inzonderheid de artikelen 3, lid 1, en 11, leden 3, 6 en 7 daarvan. |
2) |
De Italiaanse Republiek wordt in de kosten verwezen. |