This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2005/330/43
Case T-299/02: Judgment of the Court of First Instance of 25 October 2005 — Dedeu i Fontcuberta v Commission (Officials — Remuneration — Expatriation allowance — Article 4(1)(a) of Annex VII to the Staff Regulations — Work done for another State — Meaning of habitual residence)
Zaak T-299/02: Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 25 oktober 2005 — Dedeu i Fontcuberta/Commissie (Ambtenaren — Bezoldiging — Ontheemdingstoelage — Artikel 4, lid 1, sub a, van bijlage VII bij Statuut — Diensten verricht voor andere staat — Begrip gewone verblijfplaats)
Zaak T-299/02: Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 25 oktober 2005 — Dedeu i Fontcuberta/Commissie (Ambtenaren — Bezoldiging — Ontheemdingstoelage — Artikel 4, lid 1, sub a, van bijlage VII bij Statuut — Diensten verricht voor andere staat — Begrip gewone verblijfplaats)
PB C 330 van 24.12.2005, p. 17–17
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
24.12.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 330/17 |
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 25 oktober 2005 — Dedeu i Fontcuberta/Commissie
(Zaak T-299/02) (1)
(Ambtenaren - Bezoldiging - Ontheemdingstoelage - Artikel 4, lid 1, sub a, van bijlage VII bij Statuut - Diensten verricht voor andere staat - Begrip gewone verblijfplaats)
(2005/C 330/43)
Procestaal: Spaans
Partijen
Verzoekende partij(en): Carles Dedeu i Fontcuberta (Brussel, België) [vertegenwoordiger(s): J. García-Gallardo Gil-Fournier, J. Guillem Carrau, D. Domínguez Pérez en A. Sayagués Torres, advocaten]
Verwerende partij(en): Commissie van de Europese Gemeenschappen [vertegenwoordiger(s): J. Currall, gemachtigde, bijgestaan door J. Rivas Andrés en J. Gutiérrez Gisbert, advoaten]
Voorwerp van de zaak
Verzoek om nietigverklaring van de besluiten van de Commissie houdende impliciete afwijzing van verzoekers klacht van 23 september 2002 en expliciete afwijzing van 14 november 2002, waarbij hem de ontheemdingstoelage is geweigerd die is voorzien in artikel 4 van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, en alle daarmee verband houdende toelagen.
Dictum van het arrest
1) |
De nota van de Commissie van 25 februari 2002 en het besluit van de Commissie van 14 november 2002 worden nietig verklaard, voorzover zij betrekking hebben op de weigering om verzoeker in het genot te stellen van de ontheemdingstoelage voorzien in artikel 4, lid 1, sub a, van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en van de inrichtingsvergoeding voorzien in artikel 5, lid 1, van die bijlage. |
2) |
Het beroep wordt voor het overige verworpen. |
3) |
De Commissie zal alle kosten dragen. |