Изберете експерименталните функции, които искате да изпробвате

Този документ е извадка от уебсайта EUR-Lex.

Документ 52005XG1201(01)

    Conclusies van de Raad inzake de versterking van de Europese vermogens op het gebied van civiele bescherming

    PB C 304 van 1.12.2005г., стр. 1—2 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    1.12.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 304/1


    Conclusies van de Raad inzake de versterking van de Europese vermogens op het gebied van civiele bescherming

    (2005/C 304/01)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    1.

    GEZIEN:

    de conclusies van de Raad van 7 januari 2005 over de zeebeving en tsunami in de Indische Oceaan (1);

    het actieplan van de Europese Unie van 31 januari 2005 naar aanleiding van de zeebeving en tsunami in de Indische Oceaan (2);

    de conclusies van de Raad van 4 oktober 2004 over de versterking van de algemene capaciteit op het gebied van civiele bescherming in de Europese Unie (3);

    de conclusies van de Raad van 25 november 2004 inzake preventie, paraatheid en reactie op terroristische aanslagen (4);

    de mededeling van de Commissie van 20 april 2005„Verbetering van het communautair mechanisme voor civiele bescherming” (5);

    de mededeling van de Commissie van 20 april 2005„Het reactievermogen van de EU op rampen en crisissituaties in derde landen versterken” (6);

    de nota van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger van 20 april 2005 over de follow-up van het actieplan van de EU naar aanleiding van de zeebeving en de tsunami's in de Indische Oceaan (7);

    de nota van het voorzitterschap van 20 mei over de follow-up van het actieplan van de Europese Unie naar aanleiding van de zeebeving en de tsunami's in de Indische Oceaan (8);

    de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 juni 2005, volgens welke in het tweede halfjaar van 2005 prioriteit moet worden gegeven aan de versterking van de vermogens op het gebied van civiele bescherming, met name wat betreft de beschikbare medische middelen om het hoofd te bieden aan een biologische terreuraanval, en aan de ontwikkeling van een snelle-reactiecapaciteit op basis van de modules voor civiele bescherming van de lidstaten (9).

    2.

    INDACHTIG HET FEIT dat de financiële implicaties van de voorgestelde verbeteringen en in het bijzonder van het voorstel tot instelling van een instrument voor snelle respons en paraatheid bij ernstige noodsituaties moeten passen binnen het financiële kader voor de periode 2007-2013 en in overeenstemming moeten zijn met het subsidiariteitsbeginsel.

    3.

    BEVESTIGT de noodzaak om een „snelle-reactievermogen van de Europese Unie” te ontwikkelen om te kunnen reageren op natuurlijke of door mensenhand veroorzaakte rampen binnen of buiten de Unie, dat steunt op nationale middelen en op teams die getraind zijn om samen te werken.

    4.

    IS VERHEUGD OVER de algemene strekking van de mededeling van de Commissie „Verbetering van het communautair mechanisme voor civiele bescherming”, waarin voor de korte en middellange termijn voorstellen worden gedaan om de Europese samenwerking in het kader van het mechanisme voor civiele bescherming te versterken.

    5.

    VERZOEKT de Commissie om, samen met de lidstaten en binnen de eigen bevoegdheden, de Europese samenwerking bij civiele bescherming te verbeteren en daarbij het mechanisme voor civiele bescherming van de Gemeenschap te versterken, om te waarborgen dat de Europese Unie bij alle soorten noodsituaties binnen en buiten de Unie snel en doeltreffend bijstand kan verstrekken op het gebied van civiele bescherming.

    6.

    BENADRUKT de algemene rol en verantwoordelijkheid van de Verenigde Naties bij het coördineren, in voorkomend geval, van internationale hulp bij civiele bescherming in derde landen. De EU moet de vermogens van de VN bij het coördineren van acties op het gebied van civiele bescherming in derde landen ondersteunen. In dat opzicht zou het snelle-reactievermogen van de Europese Unie ertoe kunnen bijdragen dat de VN over meer capaciteit beschikt om snel actie te ondernemen wanneer zich humanitaire rampen voordoen.

    7.

    SPOORT de Commissie aan om, samen met de lidstaten en binnen de eigen bevoegdheden, verder te werken aan een modulaire aanpak middels een programma met scenario's, vermogensevaluatie, operationele plannen, opleiding en oefeningen en gemeenschappelijke methoden voor risicobeoordeling, gebundeld in een alle risico's omvattende aanpak, die zowel natuurlijke als door mensenhand veroorzaakte rampen, met inbegrip van terrorisme, bestrijkt. Dit programma moet aanzetten tot actie op basis van het subsidiariteits- en complementariteitsbeginsel en het beginsel van optreden onder de nationale verantwoordelijkheid. De aangegeven modules voor civiele bescherming maken deel uit van een reeks sterke troeven in het snelle-reactievermogen van de EU en zullen onafhankelijk of samen met of ter ondersteuning van andere organen van de EU of internationale instellingen kunnen functioneren.

    8.

    BENADRUKT dat evaluaties, waarin risicobeoordelingen worden verwerkt, analyses van de tekortkomingen en de in noodsituaties opgedane ervaringen, de basis vormen voor besluiten over de verbetering van het reactievermogen van de EU.

    9.

    MOEDIGT de Commissie en de lidstaten AAN om op korte termijn voort te werken aan de volgende prioritaire terreinen:

    a)

    voor alle categorieën grote rampen nader inventariseren welke civiele-beschermingsvermogens de lidstaten aan elkaar ter beschikking kunnen stellen;

    b)

    een snelle-reactievermogen ontwikkelen op basis van de civiele-beschermingsmodules van de lidstaten en met dat doel een programma samenstellen op basis van het subsidiariteits- en het complementariteitsbeginsel, waarbij de modules als onafhankelijke autonome eenheden onder nationale verantwoordelijkheid opereren en afzonderlijk of samen met andere bijdragen kunnen worden ingezet;

    c)

    opleidingsactiviteiten, oefeningen en uitwisseling van deskundigen verder ontwikkelen teneinde het vermogen tot samenwerking te stimuleren en interoperabiliteit te bevorderen;

    d)

    uiterlijk 31 december 2005 voor personeel dat aan interventies en evaluaties/coördinatie ter plaatse deelneemt naast de nationale onderscheidingstekens gemeenschappelijke EU-onderscheidingstekens ontwikkelen;

    e)

    de civiel-militaire samenwerking met de militaire staf van de EU, in het bijzonder de civiel-militaire cel, uitbreiden;

    f)

    de behoeftenevaluatie ter plaatse verbeteren door gemeenschappelijke beoordelingsmethoden, waar mogelijk op basis van bestaande internationaal overeengekomen methoden, te ontwikkelen en de evaluatiecapaciteit te vergroten;

    g)

    de capaciteit versterken om zowel ter plaatse als in het hoofdkwartier de coördinatie te vergemakkelijken, zowel in EU-verband als met de betrokken internationale organisaties;

    h)

    de banden tussen het mechanisme en de systemen voor vroegtijdige waarschuwing op EU- en VN-niveau versterken;

    i)

    het vervoer van middelen voor bijstandsverlening op het gebied van civiele bescherming verder vergemakkelijken.

    10.

    NEEMT MET BELANGSTELLING KENNIS van het aanbod van de Commissie om het waarnemings- en informatiecentrum (WIC) beschikbaar te stellen voor de Europese consulaire samenwerking met het oog op bijstand aan EU-burgers die in derde landen slachtoffer van rampen zijn geworden.

    11.

    VERZOEKT de Commissie zo spoedig mogelijk meer uitgewerkte voorstellen in te dienen over versterking van het preventief optreden, en zich daarbij te laten inspireren door het Actieprogramma civiele bescherming (10), het Actiekader van Hyogo 2005-2016 (11) en het Actieplan van de Europese Unie met betrekking tot de zeebeving en de tsunami in de Indische Oceaan (12), en verbetering van de systemen voor opsporing en vroegtijdige waarschuwing, in het bijzonder met betrekking tot de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan.

    12.

    VERZOEKT de Commissie zo spoedig mogelijk en uiterlijk in oktober 2005 verdere wetgevingsvoorstellen in te dienen voor de verbetering van de samenwerking bij civiele bescherming, met inbegrip van het communautair mechanisme, waarin met bovenstaande conclusies rekening wordt gehouden.

    13.

    KOMT vóór eind 2005 terug op het hele vraagstuk van het snelle-reactievermogen van de Europese Unie.


    (1)  5187/05.

    (2)  5788/05.

    (3)  11549/04.

    (4)  15232/04.

    (5)  8430/05 - COM(2005) 137 def.

    (6)  8382/05 - COM(2005) 153 def.

    (7)  8204/05.

    (8)  8961/1/05 REV 1.

    (9)  10255/05.

    (10)  Beschikking 1999/847/EG van de Raad van 9 december 1999 betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (PB L 327 van 21.12.1999, blz. 53), gewijzigd bij Beschikking 2005/12/EG van de Raad van 20 december 2004 (PB L 6 van 8.1.2005).

    (11)  Resolutie over het Actiekader van Hyogo 2005-2015: Voortbouwend op de veerkracht van naties en gemeenschappen na rampen, op 22 januari 2005 aangenomen door de Wereld-conferentie voor rampenpreventie (A.CONF.206/6).

    (12)  5788/05.


    Нагоре