Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/182/71

    Zaak T-171/05: Beroep, op 2 mei 2005 ingesteld door Bart Nijs tegen Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen

    PB C 182 van 23.7.2005, p. 38–38 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    23.7.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 182/38


    Beroep, op 2 mei 2005 ingesteld door Bart Nijs tegen Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-171/05)

    (2005/C 182/71)

    Procestaal: Frans

    Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 2 mei 2005 beroep ingesteld tegen Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen door Bart Nijs, wonende te Bereldange (Luxemburg), vertegenwoordigd door F. Rollinger, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

    Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

    1.

    nietig te verklaren het besluit van het college Verdiensten van de Rekenkamer waarbij aan verzoeker punten zijn toegekend voor het jaar 2003;

    2.

    nietig te verklaren het besluit van het bevoegde TABG om verzoeker in 2004 niet tot reviseur te bevorderen;

    3.

    nietig te verklaren verzoekers beoordelingsrapport over het jaar 2003;

    4.

    nietig te verklaren besluit nr. 6/2004 van het comité van Beroep van de Rekenkamer van 26 oktober 2004 tot handhaving van verzoekers beoordelingsrapport over 2003;

    5.

    nietig te verklaren elk daarmee samenhangend en/of daarop gebaseerd besluit;

    6.

    de door verzoeker geleden schade te doen vergoeden en de Rekenkamer te verwijzen in de kosten en uitgaven van deze rechtsgang.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Verzoeker in de onderhavige zaak, die ook het beroep in zaak T-377/04 (1) heeft ingesteld, komt op tegen de besluiten van verweerster waarbij hem punten voor het jaar 2003 zijn toegekend en waarbij zijn beoordelingsrapport over dat jaar is opgesteld, en tegen het besluit om hem in 2004 niet tot reviseur in de Nederlandse vertaaleenheid te bevorderen.

    Ter ondersteuning van zijn vorderingen stelt hij:

    schending van artikel 11 bis van het Statuut, niet-nakoming van de zorgplicht en schending van het beginsel van behoorlijk bestuur en van het gelijkheidsbeginsel;

    onregelmatigheid van de beoordelingsprocedure omdat deze is toevertrouwd aan ambtenaren wier integriteit in de precontentieuze procedure ter discussie is gesteld;

    niet-inachtneming van de termijnen van de beoordelingsprocedure;

    ontbreken van een vergelijking van de verdiensten binnen de Nederlandse vertaaleenheid;

    schending van het rechtszekerheidsbeginsel en van het vertrouwensbeginsel doordat de regels voor de beoordelingsprocedure 2004 niet zijn meegedeeld;

    misbruik van bevoegdheid.


    (1)  Zaak T-377/04, Nijs/Rekenkamer (PB C 284, van 20.11.2004, blz. 26).


    Top