EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/155/34

Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 13 april 2005 in zaak T-353/03, Inge-Lise Nielsen tegen Raad van de Europese Unie (Ambtenaren — Weigering van bevordering — Artikel 45 van Statuut — Kennelijk verkeerde beoordeling — Vergelijking van verdiensten — Ontvankelijkheid)

PB C 155 van 25.6.2005, p. 17–17 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

25.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 155/17


ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG

van 13 april 2005

in zaak T-353/03, Inge-Lise Nielsen tegen Raad van de Europese Unie (1)

(Ambtenaren - Weigering van bevordering - Artikel 45 van Statuut - Kennelijk verkeerde beoordeling - Vergelijking van verdiensten - Ontvankelijkheid)

(2005/C 155/34)

Procestaal: Frans

In zaak T-353/03, Inge-Lise Nielsen, voormalig ambtenaar van de Raad van de Europese Unie, wonende te Villers-la-Ville (België), vertegenwoordigd door S. Orlandi, A. Coolen, J.-N. Louis en É. Marchal, advocaten, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, tegen Raad van de Europese Unie (gemachtigden: F. Anton en M. Sims), betreffende een verzoek tot nietigverklaring van het besluit van de Raad om verzoekster bij de bevorderingsronde 2002 niet tot de rang C 1 te bevorderen, heeft het Gerecht (Vierde kamer), samengesteld als volgt: H. Legal, kamerpresident, P. Lindh en M. Vadapalas, rechters; griffier: I. Natsinas, administrateur, op 13 april 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Elk der partijen zal de eigen kosten dragen.


(1)  PB C 7 van 10.1.2004.


Top