Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/143/29

    Zaak C-133/05: Beroep, op 21 maart 2005 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Republiek Oostenrijk

    PB C 143 van 11.6.2005, p. 20–21 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    11.6.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 143/20


    Beroep, op 21 maart 2005 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Republiek Oostenrijk

    (Zaak C-133/05)

    (2005/C 143/29)

    Procestaal: Duits

    Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 21 maart 2005 beroep ingesteld tegen Republiek Oostenrijk door Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door D. Martin als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

    De Commissie van de Europese Gemeenschappen concludeert dat het het Hof behage:

    1.

    vast te stellen dat de Republiek Oostenrijk, door op uiterlijk 2 december 2003 niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om op landelijk niveau te voldoen aan de voorschriften inzake de discriminatie op grond van een handicap van richtlijn 2000/78/EG (1) van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep, en verder om op het niveau van de deelstaten, met uitzondering van de deelstaten Wien en Niederösterreich, te voldoen aan alle voorschriften van deze richtlijn, althans door deze bepalingen niet aan de Commissie mee te delen, de krachtens artikel 18 van deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen.

    2.

    de Republiek Oostenrijk te verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    De Republiek Oostenrijk heeft de maatregelen tot uitvoering, op landelijk niveau, van de bepalingen van de richtlijn inzake de discriminatie op grond van een handicap, en verder, op het niveau van de deelstaten, met uitzondering van de deelstaten Wien en Niederösterreich, van alle bepalingen van de richtlijn, niet vastgesteld, althans niet aan de Commissie meegedeeld.


    (1)  PB L 303, blz. 16.


    Top