EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/093/68

Zaak T-48/05: Beroep, op 28 januari 2005 ingesteld door Yves Franchet en Daniel Byk tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

PB C 93 van 16.4.2005, p. 36–37 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

16.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 93/36


Beroep, op 28 januari 2005 ingesteld door Yves Franchet en Daniel Byk tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-48/05)

(2005/C 93/68)

Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 28 januari 2005 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door Y. Franchet, wonende te Nice (Frankrijk) en D. Byk, wonende te Luxemburg, vertegenwoordigd door G. Vandersanden en L. Levi, advocaten.

Verzoekers concluderen dat het het Gerecht behage:

de Commissie voor de door haar begane fouten te veroordelen tot vergoeding van de materiële en morele schade die verzoekers hebben geleden en die voorlopig naar billijkheid wordt begroot op een miljoen euro;

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekers zijn door OLAF ervan beschuldigd strafbare feiten te hebben gepleegd met betrekking tot het beheer van bepaalde dossiers die Eurostat betreffen. Verzoekers zijn van mening dat de maatregelen die de Commissie vervolgens heeft genomen, procedurefouten bevatten en hun fundamentele rechten schenden.

Volgens verzoekers heeft OLAF fouten begaan door het strafdossier aan de Franse en de Luxemburgse rechterlijke autoriteiten te overhandigen zonder verzoekers of de Commissie daarvan op de hoogte te stellen, het vertrouwelijkheidbeginsel geschonden en het vermoeden van onschuld, het beginsel van behoorlijk bestuur, artikel 9 van verordening 1073/1999 (1) het recht om te worden gehoord en de motiveringsplicht miskend. Verzoekers baseren zich bovendien op het verzet van OLAF tegen de toegang tot bepaalde documenten en voeren tot slot aan dat OLAF de zaken niet binnen een redelijke termijn heeft afgehandeld en de artikelen 6 en 11 van verordening 1073/1999 schendt.

Verzoekers voeren ook aan dat de Commissie fouten heeft begaan door niet de vertrouwelijkheid te garanderen en door niet de fundamentele rechten in acht te nemen, met name de rechten van de verdediging en het beginsel van het vermoeden van onschuld. Verzoekers verwijten de Commissie bovendien een tegenstrijdig gedrag te hebben aangenomen, het aantal procedures te hebben doen toenemen, het beginsel van behoorlijk bestuur te hebben geschonden en, tot slot, de toegang te hebben geweigerd tot de documenten van OLAF die in het bezit van de Commissie waren.

Verzoekers voeren aan dat deze fouten hun morele en materiële schade hebben berokkend.


(1)  Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136, blz. 1)


Top