EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/093/06

Beschikking van het Hof (Tweede kamer) van 1 december 2004 in zaak C-498/01 P, Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt tegen Zapf Creation AG (Hogere voorziening — Gemeenschapsmerk — Verordening (EG) nr. 40/94 — Absolute weigeringsgronden — Artikel 7, lid 1, sub b en c — Woordcombinatie „New Born Baby” — Afdoening zonder beslissing)

PB C 93 van 16.4.2005, p. 3–3 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

16.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 93/3


BESCHIKKING VAN HET HOF

(Tweede kamer)

van 1 december 2004

in zaak C-498/01 P, Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt tegen Zapf Creation AG (1)

(Hogere voorziening - Gemeenschapsmerk - Verordening (EG) nr. 40/94 - Absolute weigeringsgronden - Artikel 7, lid 1, sub b en c - Woordcombinatie „New Born Baby” - Afdoening zonder beslissing)

(2005/C 93/06)

Procestaal: Duits

In zaak C-498/01 P, betreffende een hogere voorziening krachtens artikel 49 van het Statuut-EG van het Hof van Justitie, ingesteld op 20 december 2001, Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (gemachtigden: A. von Mühlendahl, M. Schennen en C. Røhl Søberg), ondersteund door Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (gemachtigde: K. Manji, bijgestaan door M. Tappin); andere partij in de procedure: Zapf Creation AG, gevestigd te Rödental (Duitsland) (advocaten: A. Kockläuner en S. Zech), heeft het Hof (Tweede kamer), samengesteld als volgt: C. W. A. Timmermans, kamerpresident, J.-P. Puissochet (rapporteur) en R. Schintgen, rechters; advocaat-generaal: F. G. Jacobs; griffier: M.-F. Contet, hoofdadministrateur, op 1 december 2004 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:

1)

Op de hogere voorziening van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) behoeft niet te worden beslist.

2)

Zapf Creation AG wordt verwezen in de kosten van deze hogere voorziening.

3)

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland zal de eigen kosten dragen.


(1)  PB C 56 van 02.3.2002.


Top