EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/082/52

Zaak C-90/05: Beroep, op 18 februari 2005 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Groothertogdom Luxemburg

PB C 82 van 2.4.2005, p. 26–26 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

2.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 82/26


Beroep, op 18 februari 2005 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Groothertogdom Luxemburg

(Zaak C-90/05)

(2005/C 82/52)

Procestaal: Frans

Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 18 februari 2005 beroep ingesteld tegen Groothertogdom Luxemburg door Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door D. Triantafyllou als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

De Commissie van de Europese Gemeenschappen concludeert dat het het Hof behage:

nu het Groothertogdom Luxemburg de mogelijkheid is geboden, zijn opmerkingen in te dienen, en op 7 juli 2004 een met redenen omkleed advies is uitgebracht, en gelet op het op 13 oktober 2004 bij het secretariaat-generaal ingeschreven antwoord van de regering van het Groothertogdom Luxemburg,

1.

vast te stellen dat het Groothertogdom Luxemburg, door de termijn van zes maanden voor de teruggaaf van de BTW aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen niet in acht te nemen, de verplichtingen niet is nagekomen die op hem rusten krachtens artikel 7, vierde alinea, van de Achtste BTW-richtlijn (79/1072/EEG) van de Raad van 6 december 1979 (1);

2.

verweerder te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Het Groothertogdom Luxemburg heeft de richtlijn weliswaar correct in nationaal recht omgezet, maar houdt zich in de praktijk niet aan de in artikel 7, vierde alinea, ervan bepaalde termijn van zes maanden voor de teruggaaf van de BTW aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen. De teruggaaf door de Luxemburgse administratie gebeurt namelijk systematisch met aanzienlijke vertraging. Bovendien voorziet de Luxemburgse wettelijke regeling niet in moratoire interessen ter compensatie van de door die vertraging opgekomen schade.


(1)  Achtste richtlijn 79/1072/EEG van de Raad van 6 december 1979 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen, PB L 331 van 27.12.1979, blz. 11.


Top