EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/082/19

Zaak C-22/05: Beroep, op 25 januari 2005 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk België

PB C 82 van 2.4.2005, p. 9–9 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

2.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 82/9


Beroep, op 25 januari 2005 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk België

(Zaak C-22/05)

(2005/C 82/19)

Procestaal: Frans

Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 25 januari 2005 beroep ingesteld tegen Koninkrijk België door Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door G. Rozet en N. Yerrell als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

De Commissie van de Europese Gemeenschappen concludeert dat het het Hof behage:

1.

vast te stellen dat het Koninkrijk België, door in een kermisonderneming tewerkgestelde personen uit te sluiten van de werkingssfeer van de nationale maatregelen ter implementatie van richtlijn 93/104/EG van de Raad van 23 november 1993 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd (1), de krachtens de artikelen 1, lid 3, en 17 van deze richtlijn op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen;

2.

het Koninkrijk België te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Artikel 1, lid 3, van richtlijn 93/104/EG van de Raad van 23 november 1993 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd, waarin de werkingssfeer van de richtlijn wordt bepaald, voorziet niet in de mogelijkheid om in een kermisonderneming tewerkgestelde personen uit te sluiten van de werkingssfeer van de nationale wettelijke regeling ter implementatie van de richtlijn. Volgens deze bepaling is de richtlijn immers van toepassing op alle sectoren, met uitzondering van het weg-, lucht-, zee- en spoorwegvervoer, de binnenvaart, de zeevisserij, andere activiteiten op zee, alsmede de activiteiten van artsen in opleiding. In een kermisonderneming tewerkgestelde personen worden in dit artikel niet genoemd en voldoen ook niet aan de voorwaarden voor een van de in artikel 17 van de richtlijn genoemde afwijkingen, waarop de Belgische autoriteiten zich overigens niet hebben beroepen. Door een uitzondering in te voeren waarin de richtlijn zelf niet voorziet, heeft België die richtlijn dus niet correct geïmplementeerd en is het zijn verplichtingen niet nagekomen.


(1)  PB L 307 van 13.12.1993, blz. 18.


Top