EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/082/08

Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 16 december 2004 in zaak C-358/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Republiek Oostenrijk (Niet-nakoming — Bescherming van werknemers — Veiligheid en gezondheid van werknemers — Manueel hanteren van lasten met gevaar voor werknemers)

PB C 82 van 2.4.2005, p. 4–4 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

2.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 82/4


ARREST VAN HET HOF

(Vierde kamer)

van 16 december 2004

in zaak C-358/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Republiek Oostenrijk (1)

(Niet-nakoming - Bescherming van werknemers - Veiligheid en gezondheid van werknemers - Manueel hanteren van lasten met gevaar voor werknemers)

(2005/C 82/08)

Procestaal: Duits

In zaak C-358/03, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 19 augustus 2003, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: D. Martin en H. Kreppel) tegen Republiek Oostenrijk (gemachtigde: E. Riedl), heeft het Hof (Vierde kamer), samengesteld als volgt: K. Lenaerts, kamerpresident, N. Colneric (rapporteur) en J. N. Cunha Rodrigues, rechters; advocaat-generaal: A. Tizzano; griffier: R. Grass, op 16 december 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)

Door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om in de deelstaat Karinthië te voldoen aan richtlijn 90/269/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende de minimumveiligheids- en gezondheidsvoorschriften voor het manueel hanteren van lasten met gevaar voor met name rugletsel voor de werknemers (vierde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van richtlijn 89/391/EEG), is de Republiek Oostenrijk de krachtens deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

Het beroep wordt voor het overige verworpen.

3)

De Commissie van de Europese Gemeenschappen en de Republiek Oostenrijk dragen hun eigen kosten.


(1)  PB C 264 van 1.11.2003.


Top