Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/082/04

    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 13 januari 2005 in zaak C-84/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk Spanje (Niet-nakoming — Richtlijnen 93/36/EEG en 93/37/EEG — Overheidsopdrachten — Procedure voor plaatsen van opdrachten voor leveringen en voor uitvoering van werken — Werkingssfeer — Begrip aanbestedende dienst — Samenwerkingsovereenkomsten tussen overheidsinstellingen — Begrip opdracht — Gebruikmaking van procedure van gunning via onderhandelingen in door richtlijn niet voorziene gevallen)

    PB C 82 van 2.4.2005, p. 2–3 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    2.4.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 82/2


    ARREST VAN HET HOF

    (Tweede kamer)

    van 13 januari 2005

    in zaak C-84/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk Spanje (1)

    (Niet-nakoming - Richtlijnen 93/36/EEG en 93/37/EEG - Overheidsopdrachten - Procedure voor plaatsen van opdrachten voor leveringen en voor uitvoering van werken - Werkingssfeer - Begrip aanbestedende dienst - Samenwerkingsovereenkomsten tussen overheidsinstellingen - Begrip opdracht - Gebruikmaking van procedure van gunning via onderhandelingen in door richtlijn niet voorziene gevallen)

    (2005/C 82/04)

    Procestaal: Spaans

    In zaak C-84/03, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 26 februari 2003, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: K. Wiedner en G. Valero Jordana) tegen Koninkrijk Spanje (gemachtigde: S. Ortiz Vaamonde), heeft het Hof (Tweede kamer), samengesteld als volgt: C. W. A. Timmermans, kamerpresident, R. Schintgen, J. Makarczyk (rapporteur), G. Arestis en J. Klučka, rechters; advocaat-generaal: J. Kokott, griffier: R. Grass, op 13 januari 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

    1)

    Door richtlijn 93/36/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen, en richtlijn 93/37/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken, niet naar behoren in zijn nationale rechtsorde te hebben omgezet, en in het bijzonder,

    door privaatrechtelijke instellingen die voldoen aan de in artikel 1, sub b, tweede alinea, eerste, tweede en derde streepje, van deze beide richtlijnen gestelde voorwaarden, uit te sluiten van de werkingssfeer van de Ley de Contratos de las Administraciones Públicas (wet inzake het plaatsen van overheidsopdrachten) van 16 juni 2000, in de gecoördineerde versie van Real Decreto Legislativo 2/2000 van 16 juni 2000, meer bepaald bij artikel 1, lid 3, van die wet,

    door de samenwerkingsovereenkomsten tussen de overheidsinstanties en de overige openbare lichamen en derhalve ook de overeenkomsten die overheidsopdrachten in de zin van deze richtlijnen zijn, bij artikel 3, lid 1, sub c, van deze wet volledig van de werkingssfeer daarvan uit te sluiten, en

    door bij de artikelen 141, sub a, en 182, sub a en g, van de gecoördineerde wet toe te staan dat in twee gevallen die in genoemde richtlijnen niet zijn voorzien, gebruik wordt gemaakt van de procedure van gunning via onderhandelingen,

    is het Koninkrijk Spanje de krachtens deze richtlijnen op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.

    2)

    Het Koninkrijk Spanje wordt verwezen in de kosten.


    (1)  PB C 101 van 26.4.2003.


    Top