Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/006/57

    Zaak C-467/04: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Audiencia Provincial de Malaga, eerste kamer, bij beschikking van 8 juli 2004, in het door G. Francesco Gasparini e.a. ingestelde beroep tegen het besluit tot inleiding van een verkorte procedure van 21 november 2003

    PB C 6 van 8.1.2005, p. 31–31 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    8.1.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 6/31


    Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Audiencia Provincial de Malaga, eerste kamer, bij beschikking van 8 juli 2004, in het door G. Francesco Gasparini e.a. ingestelde beroep tegen het besluit tot inleiding van een verkorte procedure van 21 november 2003

    (Zaak C-467/04)

    (2005/C 6/57)

    Procestaal: Spaans

    De Audiencia Provincial de Malaga, eerste kamer, heeft bij beschikking van 8 juli 2004, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 4 november 2004, in het door G. Francesco Gasparini e.a. ingestelde beroep tegen het besluit tot inleiding van een verkorte procedure van 21 november 2003, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:

    Met betrekking tot het ne bis in idem beginsel verzoekt de verwijzende rechter uitlegging van artikel 54 van het Akkoord van Schengen ten aanzien van de volgende punten:

    1.

    Bindt de vaststelling door de rechter van een lidstaat van de Gemeenschap dat een strafbaar feit is verjaard de gerechten van de overige lidstaten van de Gemeenschap?

    2.

    Moet het ontslag van rechtsvervolging van een verdachte wegens verjaring ook leiden tot ontslag van rechtsvervolging van verdachten in een andere lidstaat van de Gemeenschap, wanneer de feiten identiek zijn? Of kan – wat op hetzelfde neerkomt – de verjaring ook ten goede komen aan de verdachten in een andere lidstaat van de Gemeenschap in geval van identieke feiten?

    3.

    Kunnen de gerechten van een lidstaat, indien de strafrechter van een andere lidstaat in verband met het strafbare feit smokkel vaststelt dat niet blijkt dat een goed van buiten de Gemeenschap afkomstig is en de verdachte vrijspreekt, nader onderzoek instellen om aan te tonen dat de zonder betaling van douanerechten ingevoerde goederen afkomstig zijn uit een niet tot de Gemeenschap behorende staat?

    Met betrekking tot het begrip goederen in het vrije verkeer verzoekt de verwijzende rechter om uitlegging van artikel 24 EG met betrekking tot het volgende:

    Wanneer door een strafrechter van een lidstaat is vastgesteld dat niet vaststaat dat de goederen onrechtmatig op het grondgebied van de Gemeenschap zijn ingevoerd of dat het strafbare feit smokkel verjaard is,:

    a)

    kunnen dan deze goederen worden geacht zich binnen de rest van het grondgebied van de Gemeenschap in het vrije verkeer te bevinden?

    b)

    kan dan de verhandeling in een andere lidstaat van de Gemeenschap in aansluiting op de invoer in de lidstaat waar ontslag van rechtsvervolging of vrijspraak is uitgesproken, als een zelfstandige en derhalve strafbare handeling worden beschouwd of vormt zij juist een handeling die onlosmakelijk met de invoer samenhangt?


    Top