This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2004/314/36
Judgment of the Court of First Instance of 14 October 2004 in Case T-60/02: Deutsche Verkehrsbank AG v Commission of the European Communities (Competition — Article 81 EC — Price-fixing agreement and ways of charging for currency exchange services — Germany — Procedure in default)
Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 14 oktober 2004 in zaak T-60/02, Deutsche Verkehrsbank AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (Mededinging — Artikel 81 EG — Overeenkomst inzake vaststelling van prijzen en wijze van facturering van diensten van omwisseling van valuta — Duitsland — Verstekprocedure)
Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 14 oktober 2004 in zaak T-60/02, Deutsche Verkehrsbank AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (Mededinging — Artikel 81 EG — Overeenkomst inzake vaststelling van prijzen en wijze van facturering van diensten van omwisseling van valuta — Duitsland — Verstekprocedure)
PB C 314 van 18.12.2004, p. 14–14
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 314/14 |
ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG
van 14 oktober 2004
in zaak T-60/02, Deutsche Verkehrsbank AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (1)
(Mededinging - Artikel 81 EG - Overeenkomst inzake vaststelling van prijzen en wijze van facturering van diensten van omwisseling van valuta - Duitsland - Verstekprocedure)
(2004/C 314/36)
Procestaal: Duits
In zaak T-60/02, Deutsche Verkehrsbank AG, gevestigd te Frankfurt am Main (Duitsland), vertegenwoordigd door M. Klusmann en F. Wiemer, advocaten, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen, betreffende een verzoek om nietigverklaring van beschikking 2003/25/EG van de Commissie van 11 december 2001 betreffende een procedure overeenkomstig artikel 81 EG [Zaak COMP/E-1/37.919 (ex 37.391) — Bankkosten voor de omwisseling van valuta in de eurozone — Duitsland] (PB 2003, L 15, p. 1), heeft het Gerecht (Vijfde kamer), samengesteld als volgt: P. Lindh, president, R. García-Valdecasas en J. D. Cooke, rechters; griffier: H. Jung, op 14 oktober 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
1) |
Beschikking 2003/25/EG van de Commissie van 11 december 2001 betreffende een procedure overeenkomstig artikel 81 EG [Zaak COMP/E-1/37.919 (ex 37.391) — Bankkosten voor de omwisseling van valuta in de eurozone — Duitsland], wordt nietig verklaard voorzover zij verzoekster betreft. |
2) |
De Commissie wordt verwezen in alle kosten. |