EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/300/109

Rectificatie van de mededeling in het Publicatieblad in zaak C-310/01 (PB C 55 van 8.3.2003)

PB C 300 van 4.12.2004, p. 56–56 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

4.12.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 300/56


Rectificatie van de mededeling in het Publicatieblad in zaak C-310/01

( Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 55 van 8 maart 2003 )

(2004/C 300/109)

De tekst van de mededeling in het PB in zaak C-310/01, Comune di Udine, Azienda Multiservizi SpA (AMGA) en Diddi Dino Figli Srl, Associazione Nazionale Imprese Gestione servizi tecnici integrati (AGESI), dient te worden vervangen door de navolgende tekst:

Beschikking van het Hof

(Vierde kamer)

van 14 november 2002

(verzoek van de Consiglio di Stato om een prejudiciële beslissing): Comune di Udine, Azienda Multiservizi SpA (AMGA) en Diddi Dino Figli Srl, Associazione Nazionale Imprese Gestione servizi tecnici integrati (AGESI) (1)

(Artikel 104, lid 3, van het Reglement voor de procesvoering - Vraag waarop antwoord duidelijk uit rechtspraak kan worden afgeleid - Richtlijn 92/50/EEG - Overheidsopdrachten die zowel op producten als op diensten betrekking hebben - Waarde van producten hoger dan van diensten - Toepassing van richtlijn 93/36/EEG)

(2003/C 55/50)

Procestaal: Italiaans

In zaak C-310/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Consiglio di Stato (Italië) in het aldaar aanhangig geding tussen Comune di Udine, Azienda Multiservizi SpA (AMGA) en Diddi Dino Figli Srl, Associazione Nazionale Imprese Gestione servizi tecnici integrati (AGESI), om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van de artikelen 1, sub b, 2 en 6 van richtlijn 92/50/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening (PB L 209, blz. 1), heeft het Hof (Vierde kamer), samengesteld als volgt: C. W. A. Timmermans (rapporteur), kamerpresident, D. A. O. Edward en S. von Bahr, rechters; advocaat-generaal: S. Alber; griffier: R. Grass, op 11 november 2002 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:

Artikel 2 van richtlijn 92/50/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening, moet aldus worden uitgelegd dat deze richtlijn niet van toepassing is op een overheidsopdracht die betrekking heeft op zowel producten in de zin van richtlijn 93/36/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen, als diensten in de zin van richtlijn 92/50, wanneer de waarde van de in de opdracht opgenomen producten de waarde van de verleende diensten te boven gaat.

Op een dergelijke opdracht is richtlijn 93/36 van toepassing, tenzij de aanbestedende dienst op de leverancier een toezicht uitoefent dat vergelijkbaar is met dat welk zij op haar eigen diensten uitoefent en deze leverancier het grootste deel van zijn activiteiten verwezenlijkt met de aanbestedende dienst(en) die toezicht op hem uitoefenen.


(1)  PB C 289 van 13.10.2001.


Top