EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/284/36

Beschikking van het Gerecht van Eerste Aanleg van 10 mei 2004 in zaak T-391/02, Bundesverband der Nahrungsmittel- und Speiseresteverwertung eV, Jozef Kloh tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie (Beroep tot nietigverklaring — Verordening (EG) nr. 1774/2002 — Gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten — Kennelijke niet- ontvankelijkheid)

PB C 284 van 20.11.2004, p. 17–17 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

20.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 284/17


BESCHIKKING VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG

van 10 mei 2004 (1)

in zaak T-391/02, Bundesverband der Nahrungsmittel- und Speiseresteverwertung eV, Jozef Kloh tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie

(Beroep tot nietigverklaring - Verordening (EG) nr. 1774/2002 - Gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten - Kennelijke niet- ontvankelijkheid)

(2004/C 284/36)

Procestaal: Duits

In zaak T-391/02, Bundesverband der Nahrungsmittel- und Speiseresteverwertung eV, gevestigd te Bochum (Duitsland), Josef Kloh, wonende te Eichenried (Duitsland), vertegenwoordigd door R. Steiling en S. Wienhues, advocaten, tegen Europees Parlement (gemachtigden: H. Duintjer Tebbens en U. Rösslein, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg) en Raad van de Europese Unie (gemachtigden: J.-P. Hix en F. Ruggeri Laderchi), ondersteund door Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigde: G. Braun, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg), betreffende een verzoek om gedeeltelijke nietigverklaring van verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PB L 273, blz. 1), heeft het Gerecht (Tweede kamer), samengesteld als volgt: J Pirrung, kamerpresident, A.W.H. Meij en N.J. Forwood, rechters; griffier: H. Jung, op 10 mei 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)

Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

2)

Op de verzoeken tot interventie van de Landwirtschaftskammer Vorarlberg, Wolhgenannt en Taferner hoeft niet te worden beslist.

3)

Verzoekers zullen hun eigen kosten alsook die van het Europees Parlement en de Raad dragen.

4)

De Commissie zal haar eigen kosten dragen.

5)

De Landwirtschaftskammer Vorarlberg, Wolhgenannt en Taferner, verzoekers in interventie, zullen hun eigen kosten dragen.


(1)  PB C 44 van 22.2.2003.


Top