EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/284/18

Zaak C-388/04: Verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Queen's Bench Division (Administrative Court), van 24 augustus 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen The Queen, op verzoek van South Western Fish Producers' Organisation Ltd e.a. en Secretary of State for Environment, Food and Rural Affairs

PB C 284 van 20.11.2004, p. 9–9 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

20.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 284/9


Verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Queen's Bench Division (Administrative Court), van 24 augustus 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen The Queen, op verzoek van South Western Fish Producers' Organisation Ltd e.a. en Secretary of State for Environment, Food and Rural Affairs

(Zaak C-388/04)

(2004/C 284/18)

De High Court of Justice (England & Wales), Queen's Bench Division (Administrative Court) heeft bij beschikking van 24 augustus 2004, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 10 september 2004, in het geding tussen The Queen, op verzoek van South Western Fish Producers' Organisation Limited en anderen en Secretary of State for Environment, Food and Rural Affairs, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:

„Zijn artikel 12 van verordening (EG) nr. 2287/2003 (1) van de Raad (PB L 344, blz. 1) en punt 6 van bijlage V daarbij, voorzover van toepassing op vaartuigen die vistuig van de in punt 4, sub b, van deze bijlage bedoelde categorie aan boord hebben, ongeldig met betrekking tot in het oostelijke deel van het Kanaal opererende boomkortrawlers met „kettingmatten”, omdat deze bepalingen:

(a)

in strijd zijn met de artikelen 33 en 34 EG,

(b)

onevenredig zijn,

(c)

in strijd zijn met het beginsel van gelijke behandeling, en/of

(d)

verzoeksters recht schenden om vrij van onnodige dwang een inkomen te verwerven?”


(1)  Van 19 december 2003 tot vaststelling, voor 2004, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften PB L 344 van 31.12.2003, blz. 1.


Top