EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/284/01

Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 30 september 2004 in zaak C-275/02 (verzoek van het Verwaltungsgericht Stuttgart om een prejudiciële beslissing): Engin Ayaz tegen Land Baden-Württemberg (Associatie EEG-Turkije — Vrij verkeer van werknemers — Artikel 7, eerste alinea, van besluit nr. 1/80 van de Associatieraad — Personele werkingssfeer — Begrip „gezinslid” van tot de legale arbeidsmarkt van een lidstaat behorende Turkse werknemer — Stiefzoon van een dergelijke werknemer)

PB C 284 van 20.11.2004, p. 1–1 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

20.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 284/1


ARREST VAN HET HOF

(Tweede kamer)

van 30 september 2004

in zaak C-275/02 (verzoek van het Verwaltungsgericht Stuttgart om een prejudiciële beslissing): Engin Ayaz tegen Land Baden-Württemberg (1)

(Associatie EEG-Turkije - Vrij verkeer van werknemers - Artikel 7, eerste alinea, van besluit nr. 1/80 van de Associatieraad - Personele werkingssfeer - Begrip „gezinslid” van tot de legale arbeidsmarkt van een lidstaat behorende Turkse werknemer - Stiefzoon van een dergelijke werknemer)

(2004/C 284/01)

Procestaal: Duits

In zaak C-275/02, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Verwaltungsgericht Stuttgart (Duitsland) bij beschikking van 11 juli 2002, ingekomen bij het Hof op 26 juli 2002, in de procedure Engin Ayaz tegen Land Baden-Württemberg, heeft het Hof (Tweede kamer), samengesteld als volgt: C. W. A. Timmermans, kamerpresident, C. Gulmann, J. N. Cunha Rodrigues, R. Schintgen (rapporteur) en F. Macken, rechters, advocaat-generaal: L. A. Geelhoed, griffier: R. Grass, op 30 september 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

Artikel 7, eerste alinea, van besluit nr. 1/80 van 19 september 1980 betreffende de ontwikkeling van de Associatieraad, ingesteld bij de overeenkomst waarbij een associatie tot stand is gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije, moet aldus worden uitgelegd dat de stiefzoon van een tot de legale arbeidsmarkt van een lidstaat behorende Turkse werknemer, die minder dan 21 jaar oud is of te zijnen laste, gezinslid van de werknemer is in de zin van deze bepaling en de rechten geniet die dit besluit hem toekent, wanneer hem rechtsgeldig toestemming is verleend om zich bij die werknemer in de lidstaat van ontvangst te voegen.


(1)  PB C 261 van 26.10.2002.


Top