Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/251/30

    Beschikking van het Gerecht van Eerste Aanleg van 2 juli 2004 in zaak T-256/03, Bundesverband der Nahrungsmittel- und Speiseresteverwertung eV en Josef Kloh tegen Commissie van Europese Gemeenschappen (Beroep tot nietigverklaring — Verordening (EG) nr. 1774/2002 — Beschikking 2003/328/EG — Gebruik van keukenafval en etensresten in varkensvoeder — Niet-ontvankelijkheid)

    PB C 251 van 9.10.2004, p. 16–16 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    9.10.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 251/16


    BESCHIKKING VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG

    van 2 juli 2004

    in zaak T-256/03, Bundesverband der Nahrungsmittel- und Speiseresteverwertung eV en Josef Kloh tegen Commissie van Europese Gemeenschappen (1)

    (Beroep tot nietigverklaring - Verordening (EG) nr. 1774/2002 - Beschikking 2003/328/EG - Gebruik van keukenafval en etensresten in varkensvoeder - Niet-ontvankelijkheid)

    (2004/C 251/30)

    Procestaal: Duits

    In zaak T-256/03, Bundesverband der Nahrungsmittel- und Speiseresteverwertung eV, gevestigd te Bochum (Duitsland) en Josef Kloh, wonende te Eichenried (Duitsland), vertegenwoordigd door R. Steiling en S. Wienhues, advocaten, tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigde: G. Braun, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg), betreffende een verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking 2003/328/EG van de Commissie van 12 mei 2003 inzake overgangsmaatregelen krachtens verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het gebruik van keukenafval en etensresten van categorie 3 in varkensvoeder en het verbod op hergebruik binnen dezelfde soort betreffende het vervoederen van spoeling aan varkens (PB L 117, blz. 46), heeft het Gerecht (Tweede kamer), samengesteld als volgt: J. Pirrung, kamerpresident, A.W.H. Meij en N.J. Forwood, rechters; griffier: H. Jung, op 2 juli 2004 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:

    1)

    Het beroep wordt als kennelijk niet-ontvankelijk verworpen.

    2)

    Verzoekers zullen hun eigen kosten alsmede die van de Commissie dragen.


    (1)  PB C 213 van 6.9.2003.


    Top