EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/251/24

Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 29 april 2004 in de gevoegde zaken T-236/01, T-239/01, T-244/01–T-246/01, T-251/01 en T-252/01, Tokai Carbon Co. Ltd e.a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (Mededinging — Mededingingsregeling — Markt voor grafietelektroden — Vaststelling van prijzen en verdeling van markten — Berekening van geldboeten — Cumulatie van sancties — Richtsnoeren voor berekening van geldboeten — Toepasselijkheid — Zwaarte en duur van inbreuk — Verzwarende omstandigheden — Verzachtende omstandigheden — Financiële draagkracht — Medewerking tijdens administratieve procedure — Betalingsmodaliteiten)

PB C 251 van 9.10.2004, p. 13–14 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

9.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 251/13


ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG

van 29 april 2004

in de gevoegde zaken T-236/01, T-239/01, T-244/01–T-246/01, T-251/01 en T-252/01, Tokai Carbon Co. Ltd e.a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (1)

(Mededinging - Mededingingsregeling - Markt voor grafietelektroden - Vaststelling van prijzen en verdeling van markten - Berekening van geldboeten - Cumulatie van sancties - Richtsnoeren voor berekening van geldboeten - Toepasselijkheid - Zwaarte en duur van inbreuk - Verzwarende omstandigheden - Verzachtende omstandigheden - Financiële draagkracht - Medewerking tijdens administratieve procedure - Betalingsmodaliteiten)

(2004/C 251/24)

Procestalen: Duits en Engels

In de gevoegde zaken T-236/01, T-239/01, T-244/01–T-246/01, T-251/01 en T-252/01, Tokai Carbon Co. Ltd., gevestigd te Tokio (Japan), aanvankelijk vertegenwoordigd door G. Van Gerven, T. Franchoo en M. De Grave, vervolgens door G. Van Gerven en T. Franchoo, advocaten, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, SGL Carbon AG, gevestigd te Wiesbaden (Duitsland), vertegenwoordigd door M. Klusmann, F. Wiemer, C. Canenbley, advocaten, Nippon Carbon Co. Ltd, gevestigd te Tokio (Japan), vertegenwoordigd door H. Gilliams, advocaat, Showa Denko KK, gevestigd te Tokio (Japan), vertegenwoordigd door M. Dolmans, P. Werdmuller, advocaten, en J. Temple-Lang, solicitor, GrafTech International Ltd, voorheen UCAR International Inc., gevestigd te Wilmington, Delaware (Verenigde Staten), vertegenwoordigd door K. Lasok, QC, en B. Hartnett, barrister, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, SEC Corp., gevestigd te Amagasaki, Hyogo (Japan), vertegenwoordigd door K. Platteau, advocaat, The Carbide/Graphite Group, Inc., gevestigd te Pittsburgh (Verenigde Staten), aanvankelijk vertegenwoordigd door M. Seimetz en J. Brücher, en vervolgens door P. Grund, advocaten, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door W. Mölls en P. Hellström, en, in zaak T-246/01, door W. Wils als gemachtigden, bijgestaan, in zaak T-239/01, door H.-J. Freund, advocaat, en, in de zaken T-244/01, T-246/01, T-251/01 en T-252/01, door J. Flynn en C. Kilroy, barristers, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, betreffende de beroepen tot gehele of gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking 2002/271/EG van de Commissie van 18 juli 2001 in een procedure op grond van artikel 81 van het EG-Verdrag en artikel 53 van de EER-Overeenkomst – zaak COMP/E-1/36.490 – grafietelektroden (PB 2002, L 100, blz 1), heeft het Gerecht (Tweede kamer), samengesteld als volgt: N. J. Forwood, kamerpresident, J. Pirrung en A. W. H. Meij, rechters; griffier: J. Plingers, administrateur, op 29 april 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)

In zaak T-236/01, Tokai Carbon/Commissie:

bepaalt het bedrag van de bij artikel 3 van beschikking 2002/271 aan verzoekster opgelegde geldboete op 12 276 000 euro;

verwerpt het beroep voor het overige;

verstaat dat elke partij de helft van haar eigen kosten en de helft van de kosten van de tegenpartij zal dragen.

2)

In zaak T-239/01, SGL Carbon/Commissie:

bepaalt het bedrag van de bij artikel 3 van beschikking 2002/271 aan verzoekster opgelegde geldboete op 69 114 000 euro;

verwerpt het beroep voor het overige;

verstaat dat verzoekster zeven achtste van haar eigen kosten en zeven achtste van de kosten van de Commissie zal dragen, en dat laatstgenoemde een achtste van haar eigen kosten en een achtste van verzoeksters kosten draagt.

3)

In zaak T-244/01, Nippon Carbon/Commissie:

bepaalt het bedrag van de bij artikel 3 van beschikking 2002/271 aan verzoekster opgelegde geldboete op 6 274 400 euro;

verwerpt het beroep voor het overige;

verstaat dat elke partij de helft van haar eigen kosten en de helft van de kosten van de tegenpartij zal dragen.

4)

In zaak T-245/01, Showa Denko/Commissie:

bepaalt het bedrag van de bij artikel 3 van beschikking 2002/271 aan verzoekster opgelegde geldboete op 10 440 000 euro;

verwerpt het beroep voor het overige;

verstaat dat verzoekster drie vijfde van haar eigen kosten en drie vijfde van de kosten van de Commissie zal dragen, en dat laatstgenoemde twee vijfde van haar eigen kosten en twee vijfde van verzoeksters kosten draagt.

5)

In zaak T-246/01, GrafTech International, voorheen UCAR International/Commissie:

bepaalt het bedrag van de bij artikel 3 van beschikking 2002/271 aan verzoekster opgelegde geldboete op 42 050 000 euro;

verwerpt het beroep voor het overige;

verstaat dat verzoekster vier vijfde van haar eigen kosten en vier vijfde van de kosten van de Commissie zal dragen, en dat laatstgenoemde een vijfde van haar eigen kosten en een vijfde van verzoeksters kosten draagt.

6)

In zaak T-251/01, SEC Corporation/Commissie:

bepaalt het bedrag van de bij artikel 3 van beschikking 2002/271 aan verzoekster opgelegde geldboete op 6 138 000 euro;

verwerpt het beroep voor het overige;

verstaat dat elke partij de helft van haar eigen kosten en de helft van de kosten van de tegenpartij zal dragen.

7)

In zaak T-252/01, The Carbide/Graphite Group/Commissie:

bepaalt het bedrag van de bij artikel 3 van beschikking 2002/271 aan verzoekster opgelegde geldboete op 6 480 000 euro;

verwerpt het beroep voor het overige;

verstaat dat verzoekster drie vijfde van haar eigen kosten en drie vijfde van de kosten van de Commissie zal dragen, en dat laatstgenoemde twee vijfde van haar eigen kosten en twee vijfde van verzoeksters kosten draagt.


(1)  PB C 17 van 19.1.2002.


Top