This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2004/251/16
Case C-346/04: Reference for a preliminary ruling by the Bundesfinanzhof by order of that court of 26 May 2004 in the case of Robert Hans Conijn against Finanzamt Hamburg-Mitte-Altstadt
Zaak C-346/04: Verzoek van het Bundesfinanzhof van 26 mei 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Robert Hans Conijn en Finanzamt Hamburg-Mitte-Altstadt
Zaak C-346/04: Verzoek van het Bundesfinanzhof van 26 mei 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Robert Hans Conijn en Finanzamt Hamburg-Mitte-Altstadt
PB C 251 van 9.10.2004, p. 9–9
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
9.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 251/9 |
Verzoek van het Bundesfinanzhof van 26 mei 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Robert Hans Conijn en Finanzamt Hamburg-Mitte-Altstadt
(Zaak C-346/04)
(2004/C 251/16)
Het Bundesfinanzhof heeft bij beschikking van 26 mei 2004, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 12 augustus 2004, in het geding tussen Robert Hans Conijn en Finanzamt Hamburg-Mitte-Altstadt, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vraag:
Is het in strijd met artikel 52 EG-Verdrag wanneer een in het binnenland beperkt belastingplichtige onderdaan van een andere lidstaat anders dan een onbeperkt belastingplichtige niet het recht heeft om van zijn inkomsten de kosten voor belastingadvies als bijzondere uitgaven af te trekken?