EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/251/18

Zaak C-355/04 P: Hogere voorziening, op 17 augustus 2004 ingesteld door de vereniging SEGI, A. Zubimendi Izaga en A. Galarraga tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Tweede kamer) van 7 juni 2004 in zaak T-338/02, vereniging SEGI, A. Zubimendi Izaga en A. Galarraga tegen Raad van de Europese Unie, ondersteund door Koninkrijk Spanje en Verenigd Koninkrijk

PB C 251 van 9.10.2004, p. 10–10 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

9.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 251/10


Hogere voorziening, op 17 augustus 2004 ingesteld door de vereniging SEGI, A. Zubimendi Izaga en A. Galarraga tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Tweede kamer) van 7 juni 2004 in zaak T-338/02, vereniging SEGI, A. Zubimendi Izaga en A. Galarraga tegen Raad van de Europese Unie, ondersteund door Koninkrijk Spanje en Verenigd Koninkrijk

(Zaak C-355/04 P)

(2004/C 251/18)

Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 17 augustus 2004 hogere voorziening ingesteld door de vereniging SEGI, A. Zubimendi Izaga en A. Galarraga, tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Tweede kamer) van 7 juni 2004 in zaak T-338/02, vereniging SEGI, A. Zubimendi Izaga en A. Galarraga tegen Raad van de Europese Unie, ondersteund door Koninkrijk Spanje en Verenigd Koninkrijk.

Rekwiranten concluderen dat het het Hof behage:

1.

de hogere voorziening gegrond te verklaren en de bestreden beschikking te vernietigen;

2.

krachtens artikel 61 van het Protocol betreffende het Statuut van het Hof van Justitie zelf de zaak af te doen en de vordering van rekwiranten in eerste aanleg toe te wijzen, namelijk de Raad te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van 1 000 000 euro aan de vereniging SEGI, en van 100 000 euro elk aan verzoekers Araitz Zubimendi Izaga en Aritza Galarraga. Over deze bedragen is 4,5 % vertragingsrente op jaarbasis verschuldigd, te rekenen vanaf de datum van het arrest van het Hof tot de algehele betaling. De Raad zal zijn eigen kosten dragen en die van rekwiranten.

Middelen en voornaamste argumenten

De middelen en voornaamste argumenten zijn identiek aan die in zaak C-354/04 P.


Top