This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2004/228/55
Case C-292/04: Reference for a preliminary ruling by the Finanzgericht Köln by order of that court of 24 June 2004 in the case of Wienand Meilicke, Heidi Christa Weyde and Marina Stöffler against Finanzamt Bonn-Innenstadt
Zaak C-292/04: Verzoek van het Finanzgericht Köln van 24 juni 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Wienand Meilicke, Heidi Christa Weyde en Marina Stöffler, enerzijds, en Finanzamt Bonn-Innenstadt, anderzijds
Zaak C-292/04: Verzoek van het Finanzgericht Köln van 24 juni 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Wienand Meilicke, Heidi Christa Weyde en Marina Stöffler, enerzijds, en Finanzamt Bonn-Innenstadt, anderzijds
PB C 228 van 11.9.2004, p. 27–27
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
11.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 228/27 |
Verzoek van het Finanzgericht Köln van 24 juni 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Wienand Meilicke, Heidi Christa Weyde en Marina Stöffler, enerzijds, en Finanzamt Bonn-Innenstadt, anderzijds
(Zaak C-292/04)
(2004/C 228/55)
Het Finanzgericht Köln heeft bij beschikking van 24 juni 2004, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 9 juli 2004, in het geding tussen Wienand Meilicke, Heidi Christa Weyde en Marina Stöffler, enerzijds, en Finanzamt Bonn-Innenstadt, anderzijds, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vraag:
Is § 36, lid 2, punt 3, EStG (in de ten tijde van de feiten geldende versie) op grond waarvan enkel de vennootschapsbelasting van een onbeperkt belastingplichtige vennootschap of personenvereniging ten belope van 3/7 van de inkomsten in de zin van § 20, lid 1, punten 1 of 2, EStG met de inkomstenbelasting wordt verrekend, verenigbaar met artikel 56, lid 1, EG en artikel 58, lid 1, sub a, en lid 3, EG?