Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/228/32

    Beschikking van het Hof (Vijfde kamer) van 8 juni 2004 in de gevoegde zaken C-250/02–C-253/02 en C-256/02 (verzoek van het Tribunale amministrativo regionale del Lazio om een prejudiciële beslissing): Telecom Italia Mobile SpA e.a. tegen Ministero dell'Economia e delle Finanze (Artikel 104, lid 3, van het Reglement voor de procesvoering — Vragen die identiek zijn aan vragen waarover het Hof zich reeds heeft uitgesproken)

    PB C 228 van 11.9.2004, p. 17–17 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    11.9.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 228/17


    BESCHIKKING VAN HET HOF

    (Vijfde kamer)

    van 8 juni 2004

    in de gevoegde zaken C-250/02–C-253/02 en C-256/02 (verzoek van het Tribunale amministrativo regionale del Lazio om een prejudiciële beslissing): Telecom Italia Mobile SpA e.a. tegen Ministero dell'Economia e delle Finanze (1)

    (Artikel 104, lid 3, van het Reglement voor de procesvoering - Vragen die identiek zijn aan vragen waarover het Hof zich reeds heeft uitgesproken)

    (2004/C 228/32)

    Procestaal: Italiaans

    In de gevoegde zaken C-250/02–C-253/02 en C-256/02, betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunale amministrativo regionale del Lazio (Italië) in het geding tussen Telecom Italia Mobile SpA (C-250/02), Blu SpA (C-251/02), Telecom Italia SpA (C-252/02), Vodafone Omnitel SpA, vroeger Omnitel Pronto Italia SpA (C-253/02), WIND Telecomunicazioni SpA (C-256/02) en Ministero dell'Economia e delle Finanze, Ministero delle Comunicazioni, in aanwezigheid van: Albacom SpA (C-251/02) en Telemar SpA (C-252/02), om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van richtlijn 97/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 april 1997 betreffende een gemeenschappelijk kader voor algemene machtigingen en individuele vergunningen op het gebied van telecommunicatiediensten (PB L 117, blz. 15), heeft het Hof (Vijfde kamer), samengesteld als volgt: C. Gulmann, kamerpresident, S. von Bahr (rapporteur) en R. Silva de Lapuerta, rechters; advocaat-generaal: D. Ruiz-Jarabo Colomer; griffier: R. Grass, op 8 juni 2004 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:

    De bepalingen van richtlijn 97/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 april 1997 betreffende een gemeenschappelijk kader voor algemene machtigingen en individuele vergunningen op het gebied van telecommunicatiediensten, inzonderheid artikel 11, verbieden de lidstaten om ondernemingen die houder zijn van individuele vergunningen op het gebied van telecommunicatiediensten, op de enkele grond dat zij houder zijn van deze vergunningen geldelijke lasten op te leggen zoals die aan de orde in de hoofdgedingen, die verschillen van de door genoemde richtlijn toegestane lasten en bovenop deze laatste worden opgelegd.


    (1)  PB C 219 van 14.09.2002.


    Top