This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52004XC0810(02)
Notice of initiation of a partial interim review of the anti-dumping measures applicable to imports of certain iron or steel ropes and cables originating in Russia
Inleiding van een procedure voor een tussentijdse herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op bepaalde soorten ijzeren of stalen kabels uit Rusland
Inleiding van een procedure voor een tussentijdse herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op bepaalde soorten ijzeren of stalen kabels uit Rusland
PB C 202 van 10.8.2004, p. 12–13
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
10.8.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 202/12 |
Inleiding van een procedure voor een tussentijdse herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op bepaalde soorten ijzeren of stalen kabels uit Rusland
(2004/C 202/04)
Op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad (1) (hierna „de basisverordening” genoemd) werden bij de Commissie twee verzoeken ingediend voor een tussentijdse herziening van antidumpingmaatregelen.
1. Indiener van het verzoek
De verzoeken werden ingediend door de Open Joint Stock Company Cherepovetsky Staleprokatny Zavod (ChSPZ) en de Joint Stock Company Beloretsk Iron & Steel Works (BMK), beide in Rusland gevestigd.
De verzoeken hebben uitsluitend betrekking op een onderzoek naar dumping wat de indieners van het verzoek betreft.
2. Product
Het verzoek heeft betrekking op ijzeren of stalen kabels, gesloten kabels daaronder begrepen, met uitzondering van roestvrijstalen kabels, met een grootste afmeting der dwarsdoorsnede van meer dan 3 mm, al dan niet voorzien van hulpstukken (fittings), doorgaans ingedeeld onder de GN-codes 7312 10 82, 7312 10 84, 7312 10 86, 7312 10 88 en 7312 10 99. De GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.
3. Thans geldende maatregelen
Momenteel zijn op het betrokken product uit Rusland definitieve antidumpingrechten van toepassing die werden vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1601/2001 van de Raad (2).
4. Motivering
De indieners van het verzoek hebben bewijsmateriaal verstrekt dat de omstandigheden op grond waarvan de antidumpingmaatregelen werden vastgesteld voor hen zijn gewijzigd en dat deze wijziging van blijvende aard is.
Uit dit bewijsmateriaal blijkt dat bij vergelijking van de normale waarde, gebaseerd op de kosten en prijzen van de indieners van het verzoek, met de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap de dumpingmarge aanmerkelijk lager is dan de dumpingmarge waarop de thans geldende maatregelen zijn gebaseerd. Deze maatregelen behoeven derhalve niet op het huidige niveau te worden gehandhaafd om de nadelige gevolgen van dumping te neutraliseren.
5. Procedure voor de vaststelling van dumping
Na overleg in het raadgevend comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een tussentijdse herzieningsprocedure in te leiden. Zij heeft derhalve, op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening, een onderzoek geopend dat beperkt zal zijn tot een onderzoek naar dumping wat de indieners van het verzoek betreft.
Bij het onderzoek zal worden nagegaan of de thans geldende maatregelen voor de indieners van het verzoek moeten worden gehandhaafd, ingetrokken of gewijzigd.
a) Vragenlijsten
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de indieners van het verzoek en aan de Russische autoriteiten. De antwoorden op de vragenlijst en het bewijsmateriaal moeten binnen de in punt 6, onder a), genoemde termijn door de Commissie zijn ontvangen.
b) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie
Alle belanghebbenden worden hierbij uitgenodigd hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en andere gegevens dan de antwoorden op de vragenlijst en het nodige bewijsmateriaal toe te zenden. Deze informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de in punt 6, onder a), genoemde termijn door de Commissie zijn ontvangen.
Bovendien kan de Commissie de belanghebbenden horen die hierom schriftelijk verzoeken en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6, onder b), vermelde termijn zijn ingediend.
6. Termijnen
a) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden
Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, dienen binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders vermeld, contact met de Commissie op te nemen, hun standpunt uiteen te zetten en de antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere gegevens te doen toekomen. Er wordt op gewezen dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurerechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie aanmeldt.
b) Om een mondeling onderhoud aan te vragen
Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.
7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie
Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer van de betrokkene. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (3) zijn voorzien en moeten, overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening, vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie waarop is vermeld „For inspection by interested parties”.
Correspondentieadres van de Commissie
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Handel |
Directoraat B |
Kamer J-79 5/16 |
B-1049 Brussel |
Fax (32-2) 295 65 05 |
Telex 21877 COMEU B. |
8. Medewerking
Indien belanghebbenden binnen de gestelde termijnen geen toegang geven tot de nodige informatie, deze anderszins niet verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.
De Commissie kan de verstrekte informatie, indien deze onjuist of misleidend blijkt, buiten beschouwing laten en van beschikbare gegevens gebruikmaken. Indien een belanghebbende geen of niet voldoende medewerking verleent en de bevindingen daarom, overeenkomstig artikel 18, op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor hem minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.
(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).
(2) PB L 211 van 4.8.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1268/2003 (PB L 180 van 18.7.2003, blz. 23).
(3) Dit betekent dat de documenten slechts voor intern gebruik zijn bestemd en beschermd zijn in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en van de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Deze documenten zijn vertrouwelijk op grond van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).