EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92003E002777

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2777/03 van Stavros Xarchakos (PPE-DE) aan de Commissie. Gebruik van het Aroemeens, Albanees, Slavisch-Macedonisch en Pomaaks in Griekenland.

PB C 65E van 13.3.2004, p. 215–216 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

13.3.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 65/215


(2004/C 65 E/230)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2777/03

van Stavros Xarchakos (PPE-DE) aan de Commissie

(16 september 2003)

Betreft:   Gebruik van het Aroemeens, Albanees, Slavisch-Macedonisch en Pomaaks in Griekenland

Commissaris Reding heeft in antwoord op mijn schriftelijke vraag E-1710/03 (1) over het Europees Bureau voor minderheidstalen (EBLUL) onder meer gesteld dat „de minderheidstaalgroepen in de Unie door onderzoekers zijn vastgesteld en de resultaten in 1996 in de Euromosaic-studie zijn gepubliceerd. Op bladzijde 41 van de Engelse versie van deze studie wordt verwezen naar: het bestaan van Aroemeens, Albanees en Slavisch-Macedonisch in Griekenland, waarvan er voor elk tussen de 50 000 en de 80 000 sprekers zijn.”

Op mijn vraag over de precieze status van de leden van de EBLUL-comités heeft mevrouw de commissaris mij verwezen naar: de website van dit Bureau.

Bijgevolg ben ik genoodzaakt op mijn vraag terug te komen en nog enkele nieuwe vragen te stellen:

1.

Kent de Commissie (die dit Bureau ook financiert) de precieze status van de leden van de EBLUL-comités en weet zij of sommigen onder hen ooit verwikkeld zijn geraakt in een of ander conflict met de nationale autoriteiten van bepaalde lidstaten?

2.

Heeft de Commissie onderzocht wie de statistieken heeft opgesteld over de personen die in Griekenland „Aroemeens, Albanees en Slavisch-Macedonisch” spreken (die de commissaris uit de Euromosaic-studie citeert) en of deze volkomen betrouwbaar en officieel zijn?

3.

Houdt het EBLUL zich bezig met het promoten en het onderricht van het Pomaaks in Grieks-Thracië? Welke concrete stappen heeft het ondernomen om de Pomaakse kinderen hun moedertaal te onderrichten en niet het Turks, zoals reeds decennia lang en ook nu nog steeds gebeurt, ondanks het feit dat de Pomaken niet van Turkse afkomst zijn en hun taal (het Pomaaks) een van de oudste idiomen in deze regio is, een alfabet en een grammatica heeft en er reeds duizenden leesboeken voor de kinderen van de lagere school zijn gedrukt, die evenwel nog nooit zijn gebruikt?

Antwoord van mevrouw Reding namens de Commissie

(23 oktober 2003)

Met betrekking tot de eerste vraag verwijst de Commissie het geachte parlementslid naar de antwoorden die zij heeft gegeven op de schriftelijke vragen E-1140/03 (2) en E-1710/03 (1) van het geachte parlementslid. Het Europees Bureau voor minderheidstalen (EBLUL) is een onafhankelijke niet-gouver-nementele organisatie en de nationale comités van het Bureau zijn autonome organen die in elke lidstaat zijn opgericht.

De Euromosaic-studie is gefinancierd nadat een aanbesteding werd gehouden. De studie werd uitgevoerd door onafhankelijke wetenschappers wier naam in het gepubliceerde verslag wordt vermeld.

Wat de tweede vraag betreft, hebben de drie directeuren van het verslag, Peter Nelde (Onderzoekscentrum voor Meertaligheid, Katholieke Universiteit Brussel), Miquel Strubell (Direcció General de Política Lingüística, Barcelona) en Glyn Williams (Research Center Wales, Bangor) de medewerking gekregen van een wetenschappelijk comité dat was samengesteld uit tien leden uit de Unie, de Verenigde Staten en Canada.

Behalve het algemeen verslag dat in 1996 door de Commissie is gepubliceerd onder de titel „Euromosaic, Production and reproduction of minority linguistic groups in the European Union” en dat door de Commissie in de antwoorden op de vorige twee vragen van het geachte parlementslid wordt geciteerd, heeft dezelfde werkgroep meer dan vijftig individuele verslagen opgesteld, allemaal met dezelfde structuur, over elk van de taalgemeenschappen.

Wat de laatste vraag betreft, zij erop gewezen dat de rol van het Bureau op zijn webpagina wordt beschreven (3):

een actief beleid van de Europese instellingen bevorderen ten gunste van regionale of minderheidstalen en de taalrechten van de personen die deze talen spreken;

bijdragen tot de bescherming van de talen van meer dan veertig miljoen personen die in hun land, dat lid is van de Unie, een minderheidstaal spreken;

regionale of minderheidstalen vertegenwoordigen bij de instellingen van de Unie en in andere internationale organisaties;

de werkzaamheden van de op het desbetreffende gebied gespecialiseerde instellingen en/of actieve verenigingen, alsmede de werkzaamheden van zijn comités in de lidstaten coördineren;

de gemeenschappen op de hoogte houden van het Europees beleid op het gebied van minderheidstalen en van de programma's inzake taalkwesties;

de communicatie tussen de betrokken gemeenschappen in stand houden en de onderlinge contacten en uitwisselingen vergemakkelijken;

culturele evenementen en conferenties organiseren, hetzij in Brussel, hetzij in lidstaten die te maken hebben met regionale of minderheidstalen;

op het niveau van de Unie en de lidstaten juridische en politieke steun zoeken voor minder verspreide talen.

Aangezien op grond van artikel 149 van het EG-Verdrag de volledige verantwoordelijkheid voor onderwijs en de opzet van het onderwijsstelsel berust bij de lidstaten, behoort de schoolsituatie van de Pomaakse kinderen op Grieks grondgebied uitsluitend tot de bevoegdheid van de Griekse staat.


(1)  PB C 11 E van 15.1.2004, blz. 218.

(2)  PB C 268 E van 7.11.2003, blz. 176.

(3)  [http://ww2.lingualia.net:8080/agares/eblul].


Top