Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92003E001448

    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1448/03 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Radioactieve brandstof en radioactief afval.

    PB C 65E van 13.3.2004, p. 81–82 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    13.3.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 65/81


    (2004/C 65 E/091)

    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1448/03

    van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie

    (28 april 2003)

    Betreft:   Radioactieve brandstof en radioactief afval

    Welke eisen stelt de Commissie om de veiligheid van transporten van radioactieve brandstof en radioactief afval over zee in Europese wateren te waarborgen?

    Heeft de Commissie specifieke eisen gesteld met betrekking tot transporten van gemengd-oxydesplijtstof (MOX) naar en van de nucleaire opwerkingsfaciliteit in Sellafield in Cumbria, Verenigd Koninkrijk?

    Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

    (26 mei 2003)

    De aandacht van het geachte parlementslid wordt gevestigd op eerdere antwoorden van de Commissie betreffende gelijksoortige of aanverwante vraagstukken, waarin aanvullende informatie kan worden gevonden (H-0398/01 van de heer Fitzsimons gedurende het vragenuurtje op de zitting van het Parlement van mei 2001 (1), E-3277/01 van mevrouw Breyer (2), H-0501/02 van de heer Fitzsimons gedurende het vragenuurtje op de zitting van het Parlement van juli 2002 (3) en P-1904/02 van mevrouw Doyle (4)).

    Op het internationaal vervoer van radioactief materiaal is internationale wetgeving van toepassing, zoals de regels van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) betreffende het vervoer over zee, de communautaire wetgeving en de wetgeving en procedures in het land van verzender en ontvanger, alsmede in de doorvoerlanden in kwestie.

    Daarnaast legt Richtlijn 93/75/EEG van de Raad van 13 september 1993 betreffende de minimumeisen voor schepen die gevaarlijke of verontreinigende goederen vervoeren en die naar of uit de zeehavens van de Gemeenschap varen (5) de exploitant van een dergelijk schip de verplichting op de bevoegde autoriteiten van de lidstaat in kennis te stellen van de bestemming, de voorgenomen vaarroute en de aard van de vervoerde gevaarlijke goederen.

    In het Verenigd Koninkrijk zal gemengd-oxidesplijtstof (MOX) onderworpen zijn aan de regelgeving van de „safeguards regime”. De Commissie dient door middel van de Euratomveiligheidscontroles op de uitvoering van de „safeguards regime” toe te zien.

    Veiligheids- en beveiligingsregelingen voor dit type zending moeten voldoen aan de internationale en nationale voorschriften betreffende het vervoer van radioactief materiaal. Het is de taak van de nationale autoriteiten hierop toe te zien.

    Het Office of Civil Nuclear Security (OCNS) in het Verenigd Koninkrijk is er verantwoordelijk voor dat exploitanten van kernenergie voor niet-militaire doeleinden zorgen voor een veilig transport van „gevoelige categorieën” kernmateriaal. In deze context is het OCNS, uit hoofde van de Conventie voor fysieke bescherming van nucleair materiaal, de aangewezen autoriteit van het VK voor zendingen naar en vanuit overzeese bestemmingen.

    De veiligheidsvoorzieningen voor MOX-transporten tussen Japan en het Verenigd Koninkrijk zijn ook door de regelgevende autoriteiten van de Verenigde Staten en Japan geëvalueerd. Alle veiligheidsinstanties kwamen tot de vaststelling dat de veiligheidsvoorzieningen robuust genoeg waren om enige potentiële bedreiging het hoofd te kunnen bieden.

    Gezien het bovenstaande lijken de met betrekking tot de MOX-transporten van en naar het Verenigd Koninkrijk getroffen veiligheids- en beveiligingsmaatregelen toereikend te zijn.


    (1)  Schriftelijk antwoord van 15.5.2001.

    (2)  PB C 172 E van 18.7.2002.

    (3)  Schriftelijk antwoord van 2.7.2002.

    (4)  PB C 277 van 14.11.2002.

    (5)  PB L 247 van 5.10.1993.


    Top