92003E0836

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0836/03

van Mario Mauro (PPE-DE) aan de Commissie

(12 maart 2003)

Betreft: Wijzigingen in de technisch-administratieve structuur van de luchthaven van Genua

In 1980 is het Commissiariato dell'Assistenza al Volo (commissariaat voor vluchtassistentie) opgericht, in 1981 opgevolgd door de Azienda Autonoma di Assistenza al Volo (autonome onderneming voor vluchtassistentie), met de volgende gedecentraliseerde organisatie:

- vier regionale centra voor vluchtassistentie, geleid door hoge functionarissen;

- twee hoofdluchthavens (Fiumicino en Linate), geleid door hoge functionarissen;

- alle andere luchthavens, grote en kleine, geleid door lagere functionarissen.

Bij de ingrijpende wijzigingen die op 11 februari 2003 in de technisch-administratieve structuur van het directoraat-generaal zijn aangebracht, is de perifere structuur radicaal veranderd, met een verdeling van de luchthavens in verschillende categorieën, hoewel deze dezelfde doelstellingen en taken hebben:

- vier ACC (regionale controlecentra van Rome, Milaan, Padua en Brindisi), geleid door een hoge functionaris;

- drie SAAV (luchthavens Fiumicino, Linate en Malpensa), geleid door een hoge functionaris;

- acht CAAV (luchthavens van Bari, Bologna, Catania, Napels, Olbia, Palermo, Turijn en Venetië), geleid door een hoge functionaris;

- vijftien UAAV (alle andere luchthavens die luchtverkeersleiding bieden, met inbegrip van Genua), geleid door een functionaris;

- dertien NAAV (luchthavens zonder luchtverkeersleiding, met alleen informatiedienst).

De uitsluiting van de luchthaven van Genua van de CAAV strookt met geen enkele logica:

- Genua is één van de weinige Italiaanse luchthavens waar vanaf het begin alomvattende diensten worden geleverd, met inbegrip van radardiensten;

- hoewel deze luchthaven niet de eerste plaats inneemt, is zij wegens verkeersfrequentie, alomvattende structuur, ligging en gunstig klimaat altijd een alternatief geweest in Noord-Italië en behoort zij tot de belangrijkste luchthavens;

- wat de acht CAAV betreft: op de luchthaven van Bari, die geen radarsysteem heeft, wordt een vluchtfrequentie geregistreerd die gelijk of lager is dan die van Genua; de luchthaven van Catania heeft geen radarsysteem, heeft weliswaar wel een grotere vluchtfrequentie, maar levert alleen een luchtverkeersleidingsdienst; Olbia is qua type en vluchtfrequentie gelijk aan Genua.

Kan de Commissie aangeven op grond van welke criteria het nodig werd geacht tot deze wijzigingen over te gaan?

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(4 april 2003)

Normaliter worden CAAV-luchthavens (Centri Aeroportuali di Assistenza al Volo Luchthavencentra voor vluchtassistentie) gekozen op basis van het volume en de complexiteit van het verkeer en hun geografische ligging.

Het is waar dat overeenkomstig deze parameters Genua goed is uitgerust en meer verkeer ontvangt dat andere luchthavens die de CAAV-status behouden, zoals Olbia, Bari en Catania. Gezien hun ligging bedienen deze luchthavens echter een groter gebied dan Genua zou kunnen, aangezien deze laatste luchthaven dicht bij belangrijke centra als Milaan en Turijn ligt.

Het besluit van de Italiaanse autoriteiten om Genua niet te behouden als CAAV-luchthaven lijkt dus redelijk te zijn. De Commissie stipt bovendien aan dat zij hoe dan ook over geen enkele rechtsgrond beschikt om tussenbeide te komen in beslissingen van de lidstaten over deze kwesties.