EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92003E000671

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0671/03 van Caroline Lucas (Verts/ALE) aan de Commissie. Chemische proeven.

PB C 268E van 7.11.2003, p. 118–120 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

92003E0671

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0671/03 van Caroline Lucas (Verts/ALE) aan de Commissie. Chemische proeven.

Publicatieblad Nr. 268 E van 07/11/2003 blz. 0118 - 0120


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0671/03

van Caroline Lucas (Verts/ALE) aan de Commissie

(7 maart 2003)

Betreft: Chemische proeven

In zijn resolutie over het Witboek Strategie voor een toekomstig beleid voor chemische stoffen(1) verzocht het Parlement om onmiddellijk beschikbaar stellen

van meer gelden voor de snellere ontwikkeling en validering van nieuwe, wetenschappelijk gefundeerde, erkende en gestandaardiseerde alternatieve proeven om bij de tenuitvoerlegging van het nieuwe systeem dierproeven te vervangen. De wijze van financiering van de ontwikkeling en validering van nieuwe proeven is echter vaak weinig transparant, met name waar het gaat om bijdragen van de lidstaten.

Kan de Commissie nader verklaren welke middelen thans voor de ontwikkeling en validering van nieuwe proeven zonder dieren zijn toegewezen uit elk van de volgende financieringsbronnen: 1) het zesde kaderprogramma, 2) het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (ECVAM), en 3) de bijdragen van de lidstaten?

De regering van het Verenigd Koninkrijk beweert dat zij bijdraagt aan de ontwikkeling en validering van alternatieve methoden her en der in de EU, maar zij maakt niet duidelijk hoeveel zij bijdraagt en hoe de middelen zijn verdeeld. Kan de Commissie inzicht geven in de bijdragen van de lidstaten aan het door de EG gefinancierde onderzoek naar alternatieve testmethoden over het laatste jaar, met opgave van precieze cijfers voor elke lidstaat? Meer concreet, hoeveel geld heeft de Commissie het afgelopen jaar van het VK ontvangen als bijdrage in de financiering van de ontwikkeling en validering van nieuwe proeven zonder dieren?

(1) PB C 140 E van 13.6.2002, blz. 552.

Antwoord van de heer Busquin namens de Commissie

(22 april 2003)

De ontwikkeling van alternatieve methodes zal worden gefinancierd uit hoofde van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006). Twee specifieke onderdelen van het kaderprogramma zullen de ontwikkeling van nieuwe alternatieve testmethodes zonder dieren ondersteunen: de ontwikkeling van nieuwe in vitro tests ter vervanging van dierproeven (Thematische prioriteit 1 Biowetenschappen, genomica en biotechnologie voor de gezondheid)(1) en de ontwikkeling van alternatieve in vitro testmethodes en strategieën voor chemische stoffen (Specifieke activiteiten die een breder onderzoeksgebied beslaan Beleidsondersteuning en anticiperen op wetenschappelijke en technologische behoeften)(2), waarvan de indieningstermijnen respectievelijk 25 en 12 maart 2003 waren. De Commissie zal financiële steun verlenen overeenkomstig het beginsel van medefinanciering, uitgezonderd voor de financiering van studies, conferenties en openbare aanbestedingen. Dit betekent dat een deel van de projectkosten door de aannemers zelf zal worden gedragen (Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006)(3), bijlage II, lid 2). Tot dusver werden geen projecten geselecteerd en de eerste cijfers over de eigenlijke projectfinanciering zullen niet beschikbaar zijn voor eind 2003.

Binnen Thematische prioriteit 1 bedraagt het indicatief budget, dat is toegewezen voor het gehele wetenschappelijk onderzoek in het kader van Geavanceerde genomica en de toepassing daarvan voor de gezondheid, voor de looptijd van het kaderprogramma 1100 miljoen euro, onder meer voor de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven en -tests. Verder bedraagt het indicatief budget, dat is toegewezen voor alle onderwerpen die vallen onder Beleidsondersteuning en anticiperen op wetenschappelijke en technologische behoeften, onder meer de alternatieven ter ondersteuning van het beleid inzake chemische stoffen, voor de looptijd van het zesde kaderprogramma 555 miljoen euro.

De grotere beschikbaarheid van alternatieve methodes heeft ten eerste te maken met de ontwikkeling van nieuwe methodes en ten tweede met de validering daarvan. De primaire verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van methodes berust bij de cosmetische en chemische industrie. De rol van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO), via het Europees Centrum voor de validatie van alternatieve methoden (ECVAM), bestaat in het valideren van aldus ontwikkelde nieuwe methodes.

De financiële middelen die uit hoofde van het GCO-meerjarenwerkprogramma voor het ECVAM beschikbaar worden gesteld voor de periode 2003-2006 worden verhoogd tot 35,2 miljoen euro. Deze middelen worden momenteel niet beschouwd als een beperkende factor bij

de validering van alternatieve methodes. Indien de situatie echter verandert, is in de toewijzing van GCO-middelen de nodige flexibiliteit ingebouwd om te voorzien in de verschillende behoeften aan wetenschappelijke en technische bijstand voor de ontwikkeling en uitvoering van het communautair beleid, aangezien het budget voor het eigenlijke GCO-werkprogramma, in nauw overleg met de directoraten-generaal van de Commissie die er gebruik van maken, jaarlijks wordt herzien.

De bijdragen van de lidstaten tot de begroting van de Gemeenschappen worden niet opgesplitst en toegekend aan specifieke uitgavensectoren, zoals in de vraag zijn vermeld. Het is derhalve niet mogelijk deze specifieke vraag te beantwoorden.

(1) Meer informatie is beschikbaar op de website: http://www.cordis.lu/fp6/lifescihealth.htm.

(2) Meer informatie is beschikbaar op de website: http://www.cordis.lu/fp6/support.htm.

(3) PB L 232 van 29.8.2002.

Top