EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92003E000298

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0298/03 van Wilhelm Piecyk (PSE)en Helle Thorning-Schmidt (PSE) aan de Commissie. Overheidssteun en werkgelegenheid in het zeevervoer in de Europese Unie.

PB C 268E van 7.11.2003, p. 88–89 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

92003E0298

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0298/03 van Wilhelm Piecyk (PSE)en Helle Thorning-Schmidt (PSE) aan de Commissie. Overheidssteun en werkgelegenheid in het zeevervoer in de Europese Unie.

Publicatieblad Nr. 268 E van 07/11/2003 blz. 0088 - 0089


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0298/03

van Wilhelm Piecyk (PSE)en Helle Thorning-Schmidt (PSE) aan de Commissie

(7 februari 2003)

Betreft: Overheidssteun en werkgelegenheid in het zeevervoer in de Europese Unie

Een van de hoofddoelen van de richtsnoeren voor overheidssteun voor het zeevervoer(1) is steun aan en behoud van de werkgelegenheid in de Unie. Dit doel werd gesteld tegen de achtergrond van een aantal jaren waarin de werkgelegenheid voor Europese zeevarenden afnam terwijl die voor zeevarenden uit lagelonenlanden sterk toenam.

Vòòr de goedkeuring van de richtsnoeren hadden de Europese instellingen bij verschillende gelegenheden al gewezen op de noodzaak de werkgelegenheid van Europese zeelieden te beschermen, zoals bijvoorbeeld in de mededeling van de Commissie op weg naar een nieuwe maritieme strategie(2) en de resolutie van de Raad van 24 maart 1997 over een strategie voor het concurrentievermogen van de communautaire scheepvaart(3).

Het antwoord in de richtsnoeren daarop was het de lidstaten mogelijk te maken belastingvoordelen te bieden aan de scheepvaart om de concurrentiekloof tussen de Europese scheepvaart en de goedkopere arbeid uit derde landen te verkleinen.

In april 2001 heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd over de opleiding en rekrutering van zeevarenden(4). De Commissie noemde de goedkope arbeid uit derde landen als oorzaak van de voortdurende afname van de werkgelegenheid voor Europese zeevarenden en kondigde aan dat de Commissiediensten de resultaten van de toepassing van de richtsnoeren zullen blijven controleren en met die resultaten rekening zullen houden bij het opstellen van de volgende herziening van de richtsnoeren, met name bij maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid (blz. 10 van de mededeling).

Is de Commissie op grond van het bovenstaande niet van mening dat overheidssteun ter ondersteuning van de werkgelegenheid van goedkope arbeid uit derde landen in strijd is met de doelstelling van ondersteuning van de Europese werkgelegenheid? Op welke wijze zal de Commissie de werkgelegenheid in de maritieme sector in Europa ondersteunen, gezien de lopende herziening van de richtsnoeren?

(1) PB C 205 van 5.7.1997, blz. 5.

(2) COM(96) 81.

(3) PB C 109 van 8.4.1997, blz. 1.

(4) COM(2001) 188.

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(2 mei 2003)

De communautaire richtsnoeren betreffende overheidssteun voor het zeevervoer van 1997 bepalen dat de lidstaten de rederijen mogen helpen hun concurrentievermogen te bevorderen en hun exploitatiekosten te verminderen, ondermeer door middel van een verlaging of vrijstelling van fiscale en sociale lasten voor zeevarenden.

Anderzijds is de overheidssteun voor het zeevervoer ook gericht op de bevordering van de maritieme knowhow en de werkgelegenheid in de Gemeenschap, zowel aan land als aan boord.

De Commissie werkt momenteel aan een mededeling tot herziening van de richtsnoeren van 1997, waarbij de vroeger vastgestelde doelstellingen worden bevestigd en de instrumenten voor de tenuitvoerlegging ervan worden verbeterd.

Top