Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document E2003P0002

    Verzoek om een advies van het EVA-Hof door Héraðsdómur Reykaness bij beschikking van die rechtbank van 27 juni 2003 in de zaak Officier van Justitie vs. Ásgeir Logi Ásgeirsson, Axel Pétur Ásgeirsson en Helgi Már Reynisson (Zaak E-2/03)

    PB C 248 van 16.10.2003, p. 5–5 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    E2003P0002

    Verzoek om een advies van het EVA-Hof door Héraðsdómur Reykaness bij beschikking van die rechtbank van 27 juni 2003 in de zaak Officier van Justitie vs. Ásgeir Logi Ásgeirsson, Axel Pétur Ásgeirsson en Helgi Már Reynisson (Zaak E-2/03)

    Publicatieblad Nr. C 248 van 16/10/2003 blz. 0005 - 0005


    Verzoek om een advies van het EVA-Hof door Héraðsdómur Reykaness bij beschikking van die rechtbank van 27 juni 2003 in de zaak Officier van Justitie vs. Ásgeir Logi Ásgeirsson, Axel Pétur Ásgeirsson en Helgi Már Reynisson

    (Zaak E-2/03)

    (2003/C 248/05)

    Bij beschikking van 27 juni 2003, ter griffie van het Hof ontvangen op 9 juli 2003, heeft Héraðsdómur Reykaness (arrondissementsrechtbank Reykjanes), Hafnarfirði, IJsland, verzocht om een advies in de zaak Officier van Justitie vs. Ásgeir Logi Ásgeirsson, Axel Pétur Ásgeirsson en Helgi Már Reynisson, betreffende de volgende vragen:

    1. Is de term "handelsregeling" van artikel 7 van protocol nr. 9 bij de EER-Overeenkomst en aanhangsel 3 van datzelfde protocol ook van toepassing op de oorsprongregels van de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland, ondertekend op 22 juli 1972, zodat deze voorrang heeft op de oorsprongregels van protocol nr. 4 bij de EER-Overeenkomst?

    2. Ingeval de oorsprongregels van protocol nr. 4 bij de EER-Overeenkomst, niettegenstaande het bepaalde in artikel 7 van procotol nr. 9, geacht worden van toepassing te zijn op de omstandigheden in deze zaak, is er dan bij het ontdooien, onthoofden, fileren, verwijderen van graten, trimmen, zouten en verpakken van vis die in IJsland in zijn geheel bevroren is ingevoerd vanuit landen buiten de EER, sprake van een voldoende vorm van be- en verwerking in de zin van deze bepalingen om het product als van oorsprong uit IJsland te beschouwen?

    3. Ongeacht of het Hof een standpunt inneemt ten aanzien van de uitlegging van protocol nr. 3 bij de overeenkomst van 1972, wordt om een uitlegging verzocht van de oorsprongregels van protocol nr. 4 bij de EER-Overeenkomst wat betreft de vraag of ontdooien, onthoofden, fileren, verwijderen van graten, trimmen, zouten en verpakken van vis die in IJsland in zijn geheel bevroren is ingevoerd vanuit landen buiten de EER, een voldoende vorm van be- en verwerking is om het product als van oorsprong uit IJsland te beschouwen?

    4. Ingeval artikel 7 van protocol nr. 9 bij de EER-Overeenkomst wordt geacht uitsluitend van toepassing te zijn op de oorsprongregels van de in vraag 1 bedoelde Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland, en ingeval deze oorsprongregels worden geacht voorrang te hebben op de oorsprongregels van protocol nr. 4 bij de EER-Overeenkomst, en ingeval het EVA-Hof bevoegd is om een advies uit te brengen over de uitlegging van de oorsprongregels van deze overeenkomst, wordt dan de verwerking van het soort beschreven in vraag 2 aangemerkt als een voldoende vorm van be- en verwerking in de zin van het betrokken protocol om het product als van oorsprong uit IJsland te beschouwen?

    5. Onder datzelfde voorbehoud inzake de bevoegdheid van het EVA-Hof voor de uitlegging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland, ondertekend op 22 juli 1972, op welke lidstaten van de Europese Unie is protocol nr. 6 bij die overeenkomst van toepassing?

    Top