Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003XC1008(02)

    Inleiding van een tussentijdse herzieningsprocedure en een herzieningsprocedure bij het vervallen van de compenserende maatregelen ten aanzien van bepaalde breedspectrumantibiotica uit India

    PB C 241 van 8.10.2003, p. 7–10 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    52003XC1008(02)

    Inleiding van een tussentijdse herzieningsprocedure en een herzieningsprocedure bij het vervallen van de compenserende maatregelen ten aanzien van bepaalde breedspectrumantibiotica uit India

    Publicatieblad Nr. C 241 van 08/10/2003 blz. 0007 - 0010


    Inleiding van een tussentijdse herzieningsprocedure en een herzieningsprocedure bij het vervallen van de compenserende maatregelen ten aanzien van bepaalde breedspectrumantibiotica uit India

    (2003/C 241/05)

    Na de publicatie van het bericht dat de compenserende maatregelen ten aanzien van bepaalde breedspectrumantibiotica uit India binnenkort zouden vervallen(1), heeft de Commissie het verzoek ontvangen opnieuw een onderzoek in te stellen op grond van de artikelen 18 en 19 van Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad(2), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1973/2002(3) (hierna "de basisverordening" genoemd).

    1. Indiener van het verzoek

    Het verzoek werd op 8 juli 2003 ingediend door Sandoz GmbH en Sandoz Industrial Products SA die een groot deel, in dit geval meer dan 40 %, van de productie van de hier bedoelde breedspectrumantibiotica vertegenwoordigen.

    2. Product

    Het verzoek heeft betrekking op niet in afgemeten doseringen of vormen of verpakkingen voor de kleinhandel aangeboden amoxicillinetrihydraat, ampicillinetrihydraat en cefalexine, doorgaans aangegeven onder de GN-codes ex 2941 10 10 (Taric-code 2941 10 10 10 ), ex 2941 10 20 (Taric-code 2941 10 20 10 ) en ex 2941 90 00 (Taric-code 2941 90 00 30 ), hierna "het betrokken product" genoemd, van oorsprong uit India. De GN/Taric-codes worden slechts ter informatie vermeld.

    3. Thans geldende maatregelen

    Momenteel zijn definitieve compenserende rechten van toepassing die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2164/98 van de Raad(4).

    4. Motivering van de herzieningsprocedures

    4.1. Motivering van de herzieningsprocedure bij het vervallen van de maatregelen

    De indieners van het verzoek hebben bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat subsidiëring en schade waarschijnlijk zullen blijven voortduren indien de maatregelen vervallen.

    De producenten/exporteurs van het betrokken product zouden voordeel hebben gehad en voordeel blijven hebben van een aantal subsidies van de Indiase overheid. Deze subsidies zouden bestaan uit een aantal regelingen ten voordele van bedrijven die zijn gevestigd in exportproductiezones of die als exportgeoriënteerde bedrijven worden beschouwd; uit voorafgaande vergunningen; de regeling "voorafgaande vergunning - voorafgaande vrijgave"; de "Duty Entitlement Passbook"-regeling, een vrijstelling van de vennootschapsbelasting, de kapitaalgoederenregeling ter bevordering van de export, het certificaat voor rechtenvrije bijvulling; het pakket stimuleringsmaatregelen van de overheid van Maharashtra en exportkredieten. De totale subsidie is naar raming aanzienlijk.

    Volgens het verzoek zijn bovengenoemde regelingen subsidieregelingen daar zij een financiële bijdrage zijn van de Indiase overheid en een voordeel inhouden voor de ontvangers, namelijk de producenten/exporteurs van de betrokken breedspectrumantibiotica. Deze subsidies zouden afhankelijk zijn van exportprestaties en daarom specifiek zijn en tot compenserende maatregelen aanleiding geven of anderszijns specifiek zijn en tot compenserende maatregelen aanleiding geven.

    De indieners van het verzoek hebben bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de invoer van het betrokken product uit India absoluut en in termen van marktaandeel aanzienlijk is gestegen.

    Door de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het betrokken product uit India wordt ingevoerd zou, onder meer, het prijsniveau van de EG-producenten nog steeds ongunstig worden beïnvloed, waardoor de financiële situatie van deze producenten aanzienlijk is verslechterd.

    4.2. Motivering van de tussentijdse herzieningsprocedure

    Er werd ook een verzoek op grond van artikel 19 ingediend, omdat het niveau van de maatregelen onvoldoende zou zijn om de gevolgen van de schadeveroorzakende subsidiëring tegen te gaan. Het verzoek bevatte voldoende bewijsmateriaal dat een voortzetting van de maatregelen in de huidige vorm niet meer voldoende is om de gevolgen van de schadeveroorzakende subsidiëring te neutraliseren. Daarnaast zouden de subsidieregelingen sinds het oorspronkelijke onderzoek verschillende wijzigingen hebben ondergaan. Enkele regelingen hebben opgehouden te bestaan, andere zijn van minder belang geworden of zijn vervangen en er lijken nieuwe regelingen te zijn ingevoerd op grond waarvan de betrokken exporteurs voor tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies in aanmerking komen. Daarom is het gerechtvaardigd een herzieningsprocedure in te leiden op grond van artikel 19, lid 2, van de basisverordening.

    5. Procedure

    Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een tussentijdse herzieningsprocedure en een herzieningsprocedure bij het vervallen van de maatregelen in te leiden en opent zij hierbij een onderzoek overeenkomstig de artikelen 18 en 19 van de basisverordening.

    5.1. Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van subsidiëring en schade

    Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het waarschijnlijk is dat de invoer van gesubsidieerde producten zal worden voortgezet en schade zal veroorzaken indien de thans geldende maatregelen vervallen en of deze maatregelen moeten worden voortgezet, ingetrokken of gewijzigd.

    a) Steekproef

    Gezien het grote aantal bedrijven dat kennelijk bij deze procedure is betrokken kan de Commissie, overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening, besluiten van steekproeven gebruik te maken.

    i) Steekproef ten behoeve van het onderzoek naar subsidiëring in India

    Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is van een steekproef gebruik te maken en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie alle producenten/exporteurs, of hun vertegenwoordigers, binnen de onder punt 6 b) i) vermelde termijn contact met haar op te nemen en haar de volgende gegevens over hun bedrijf of bedrijven te verstrekken:

    - naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer en naam van een contactpersoon;

    - de hoeveelheid (in kg) van het betrokken product die in de periode van 1 april 2002 tot en met 31 maart 2003 naar de Gemeenschap werd uitgevoerd en de waarde van deze export in plaatselijke valuta;

    - de hoeveelheid (in kg) van het betrokken product die in de periode van 1 april 2002 tot en met 31 maart 2003 op de binnenlandse markt is verkocht en de waarde van die verkoop in plaatselijke valuta;

    - of om de vaststelling van een individuele subsidiemarge zal worden verzocht (alleen producenten kunnen hierom verzoeken);

    - een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met de productie van het betrokken product en de geproduceerde hoeveelheid (in kg) van het betrokken product, de productiecapaciteit en de investeringen in productiecapaciteit in de periode van 1 april 2002 tot en met 31 maart 2003;

    - de namen en een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden bedrijven(5) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (in binnen- en buitenland) van het betrokken product;

    - alle andere inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn;

    - of het bedrijf bereid is in de steekproef te worden opgenomen, hetgeen betekent dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd;

    - of het bedrijf erkend is als een exportgeoriënteerd bedrijf;

    - of het bedrijf gevestigd is in een exportproductiezone.

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten/exporteurs nodig heeft, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de Indiase autoriteiten en met de haar bekende organisaties van producenten/exporteurs in India.

    ii) Definitieve samenstelling van de steekproef

    Op- of aanmerkingen over het samenstellen van de steekproef moeten binnen de onder punt 6 b) ii) vermelde termijn worden toegezonden.

    De Commissie zal de steekproef eerst definitief samenstellen na de bedrijven te hebben geraadpleegd die zich bereid hebben verklaard daarin te worden opgenomen.

    De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen de onder punt 6 b) iii) vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en medewerking verlenen bij het onderzoek.

    Indien geen voldoende medewerking wordt verleend, zal de Commissie haar bevindingen, overeenkomstig artikel 27, lid 4, en artikel 28 van de basisverordening, op de beschikbare gegevens baseren. Bevindingen die op de beschikbare gegevens worden gebaseerd kunnen minder gunstig zijn voor de betrokkene, zoals vermeld in punt 8.

    b) Vragenlijsten

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de bedrijfstak van de Gemeenschap, organisaties van producenten in de Gemeenschap, aan de in de steekproef opgenomen producenten/exporteurs in India, organisaties van producenten/exporteurs in India, importeurs en organisaties van importeurs die in het verzoek zijn genoemd of die medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid en aan de Indiase autoriteiten.

    Alle belanghebbenden dienen in ieder geval zo spoedig mogelijk per fax contact op te nemen met de Commissie om te vernemen of zij in het verzoek zijn genoemd om zo nodig een vragenlijst aan te vragen binnen de in punt 6 a) i) vermelde termijn, daar de in punt 6 a) ii) vermelde termijn op alle belanghebbenden van toepassing is.

    c) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

    Alle belanghebbenden worden hierbij uitgenodigd hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en andere gegevens dan de antwoorden op de vragenlijst en het nodige bewijsmateriaal toe te zenden. Deze informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de in punt 6 a) ii) genoemde termijn door de Commissie zijn ontvangen.

    Bovendien kan de Commissie de belanghebbenden horen die hierom schriftelijk verzoeken indien zij kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6 a) iii) vermelde termijn zijn ingediend.

    5.2. Procedure voor het beoordelen van het belang van de Gemeenschap

    Overeenkomstig artikel 31 van de basisverordening zal worden onderzocht of het niet tegen het belang van de Gemeenschap is de compenserende maatregelen te handhaven, te wijzigen of in te trekken indien wordt vastgesteld dat het waarschijnlijk is dat de invoer van gesubsidieerde producten zal worden voorgezet of weer zal plaatsvinden en dat hierdoor schade zal ontstaan. Producenten in de Gemeenschap, importeurs en representatieve organisaties van producenten, importeurs, verwerkende bedrijven en de consument die aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, kunnen binnen de onder punt 6 a) ii) genoemde termijn, contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Deze partijen kunnen, binnen de onder punt 6 a) iii) vermelde termijn, ook verzoeken te worden gehoord. Met informatie die op grond van artikel 31 wordt verstrekt, wordt slechts rekening gehouden indien daarbij, op het moment dat deze wordt verstrekt, het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

    6. Termijnen

    a) Algemene termijn

    i) Om een vragenlijst aan te vragen

    Belanghebbenden die geen medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid dienen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, een vragenlijst aan te vragen.

    ii) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden

    Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, dienen binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders vermeld, hun standpunt uiteen te zetten en de antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere gegevens te doen toekomen. Er wordt op gewezen dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurerechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie aanmeldt.

    De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen de onder punt 6 b) iii) vermelde termijn hun antwoorden op de vragenlijst doen toekomen.

    iii) Om een mondeling onderhoud aan te vragen

    Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

    b) Bijzondere termijn voor het samenstellen van de steekproef

    i) De in punt 5.1 a) i) bedoelde gegevens dienen door de Commissie te zijn ontvangen uiterlijk 15 dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, daar de Commissie voornemens is de bedrijven die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen binnen 21 dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie te raadplegen over de definitieve samenstelling van de steekproef.

    ii) Alle andere gegevens die voor het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn, als bedoeld in punt 5.1 a) ii), moeten de Commissie bereiken binnen 21 dagen na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    iii) De antwoorden op de vragenlijst van de in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen 37 dagen nadat deze bedrijven is medegedeeld dat zij in de steekproef zijn opgenomen, door de Commissie zijn ontvangen.

    7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie

    Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer van de betrokkene. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift "Limited"(6) zijn voorzien en moeten, overeenkomstig artikel 29, lid 2, van de basisverordening, vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie waarop is vermeld "For inspection by interested parties".

    Correspondentieadres van de Commissie Europese Commissie Directoraat-generaal Handel

    Directoraat B

    Kamer: J-79 5/16 B - 1049 Brussel Fax (32-2) 295 65 05 Telex COMEU B 21877

    8. Medewerking

    Indien belanghebbenden binnen de gestelde termijnen geen toegang geven tot de nodige informatie, deze anderszins niet verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

    De Commissie kan de verstrekte informatie, indien deze onjuist of misleidend blijkt, buiten beschouwing laten en van beschikbare gegevens gebruik maken.

    Indien een betrokkene geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent, kan het resultaat voor hem minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

    (1) PB C 8 van 14.1.2003, blz. 2.

    (2) PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1.

    (3) PB L 305 van 7.11.2002, blz. 4.

    (4) PB L 273 van 9.10.1998, blz. 1.

    (5) Voor de betekenis van het begrip "verbonden bedrijf" zie artikel 143 van Verordening (EG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende bepalingen ter uitvoering van het communautaire douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

    (6) Dit betekent dat de documenten slechts voor intern gebruik zijn bestemd en beschermd zijn in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en van de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Deze documenten zijn vertrouwelijk op grond van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad (PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1) en artikel 6 van de WTO-Overeenkomst inzake de Tenuitvoerlegging van Artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst).

    Top