Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOC_2002_181_E_0293_01

    Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde met een luchtwaardigheidsbewijs ingevoerde goederen (COM(2002) 147 def.)

    PB C 181E van 30.7.2002, p. 293–294 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    52002PC0147

    Voorstel voor een Verordening van de Raad betreffende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde met een luchtwaardigheidsbewijs ingevoerde goederen /* COM/2002/0147 def. */

    Publicatieblad Nr. 181 E van 30/07/2002 blz. 0293 - 0294


    Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde met een luchtwaardigheidsbewijs ingevoerde goederen

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    1. Op een door de Nederlandse douane in oktober 1999 gehouden Matthaeus-seminar over de douanebehandeling van onderdelen voor luchtvaartuigen kwamen de deelnemers tot de conclusie dat de douaneprocedures voor de rechtenvrije invoer van onderdelen en andere voor luchtvaartuigen bestemde goederen zouden moeten worden vereenvoudigd. Dit doel kan worden bereikt door schorsing van de autonome douanerechten voor dergelijke goederen, als deze met een luchtwaardigheidsbewijs worden ingevoerd.

    2. Schorsing vermindert de administratieve belasting voor bedrijven in de luchtvaartsector, omdat deze dan minder vaak genoodzaakt zijn beroep te doen op een schorsingsregeling. Ook kleinere bedrijven in deze sector kunnen daardoor voor rechtenschorsingen in aanmerking komen en hun concurrentiepositie ten opzichte van de grotere ondernemingen verbeteren.

    3. Omdat de prijzen voor onderdelen voor luchtvaartuigen gewoonlijk driemaal zo hoog zijn als de prijzen voor soortgelijke goederen die voor andere doeleinden zijn bestemd, is het risico dat de rechtenvrij ingevoerde goederen voor andere sectoren worden gebruikt bijzonder klein.

    4. Aangezien de goederen tijdens het vervoer niet altijd van het luchtwaardigheidsbewijs vergezeld gaan, moet worden voorzien in een procedure waarmee de douane luchtwaardigheidsbewijzen kan identificeren bij eventuele controles ter plaatse nadat het product in het vrije verkeer is gebracht.

    5. Gezien de complexe regelgeving op luchtvaartgebied moeten de douaneautoriteiten op kosten van de importeur gebruik kunnen maken van de expertise van een vertegenwoordiger van de nationale luchtvaartautoriteiten, indien er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat een luchtwaardigheidsbewijs is vervalst en de kwestie niet op een andere wijze kan worden opgelost.

    6. Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening brengt de Commissie, aan de hand van de informatie die zij van de lidstaten ontvangt, verslag uit over de ervaringen met de toepassing van de maatregel, en dient zij indien noodzakelijk een voorstel in bij de Raad ter verbetering van de maatregel.

    Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde met een luchtwaardigheidsbewijs ingevoerde goederen

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 26,

    Gezien het voorstel van de Commissie [1],

    [1] PB C , , blz. .

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De douaneprocedures voor de rechtenvrije invoer van onderdelen en andere voor vervaardiging, reparatie, onderhoud, verbouwing, wijziging of ombouw van luchtvaartuigen bestemde goederen moeten worden vereenvoudigd.

    (2) Dit doel kan worden bereikt door schorsing van de autonome douanerechten voor dergelijke goederen, wanneer die worden ingevoerd met een luchtwaardigheidsbewijs dat is afgegeven door een instantie die daartoe is gemachtigd door de luchtvaartautoriteiten in de Gemeenschap of in een derde land.

    (3) Omdat de prijzen voor onderdelen voor luchtvaartuigen gewoonlijk driemaal zo hoog zijn als de prijzen voor soortgelijke goederen die voor andere doeleinden zijn bestemd, is het risico dat de rechtenvrij ingevoerde goederen voor andere sectoren worden gebruikt bijzonder klein.

    (4) Door schorsing kan de administratieve belasting voor bedrijven in de luchtvaartsector worden verlicht, omdat deze dan minder vaak genoodzaakt zijn gebruik te maken van schorsingsregelingen als een gunstige tariefbehandeling voor goederen in verband met hun eindbestemming, de regeling actieve veredeling of de procedure van douane-entrepots. Bovendien kunnen daardoor ook kleine en middelgrote ondernemingen, die tot dusver geen gebruik konden maken van schorsingsregelingen, hun concurrentiepositie ten opzichte van grotere bedrijven in de sector verbeteren.

    (5) Aangezien de goederen tijdens het vervoer niet altijd van het luchtwaardigheidsbewijs vergezeld gaan, moet worden voorzien in een procedure waarmee de douane luchtwaardigheidsbewijzen kan identificeren bij controles ter plaatse nadat het product in het vrije verkeer is gebracht.

    (6) Gezien de complexe regelgeving op luchtvaartgebied moeten de douaneautoriteiten op kosten van de importeur een beroep kunnen doen op de expertise van een vertegenwoordiger van de nationale luchtvaartautoriteiten, indien er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat een luchtwaardigheidsbewijs is vervalst en de kwestie niet op een andere wijze kan worden opgelost. De douaneautoriteiten dienen echter deze kosten af te wegen tegen de omvang van de invoer en het desbetreffende bedrag aan rechten, teneinde situaties te voorkomen waarin de regels niet blijken te zijn overtreden, maar het voordeel van de rechtenschorsing voor de importeur teniet is gedaan door de kosten van de expertise.

    (7) De Commissie dient aan de hand van de informatie die zij van de lidstaten ontvangt verslag uit te brengen over de ervaringen met de toepassing van deze verordening.

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief worden geschorst voor onder de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het gemeenschappelijk douanetarief vallende onderdelen en andere goederen die bestemd zijn voor verwerking of gebruik in burgerluchtvaartuigen, indien voor die onderdelen of goederen een luchtwaardigheidsbewijs is afgegeven door een instantie die daartoe door Europese luchtvaartautoriteiten of de luchtvaartautoriteiten van een derde land is gemachtigd.

    Artikel 2

    1. De in artikel 1 bedoelde schorsing wordt verleend op overlegging van het origineel van het luchtwaardigheidsbewijs aan de douaneautoriteiten bij de aangifte van de goederen voor het vrije verkeer.

    Indien het origineel van het luchtwaardigheidsbewijs niet kan worden overgelegd op het moment dat de goederen in het vrije verkeer worden gebracht, wordt de schorsing verleend indien op de handelsfactuur of een aan de factuur gehecht document een door de verkoper van de goederen ondertekende verklaring is opgenomen. Een model van de vereiste verklaring is opgenomen in punt A van de bijlage.

    2. In vak 44 van het enig document wordt door de importeur de tekst in punt B van de bijlage ingevuld.

    3. Wanneer goederen in het vrije verkeer worden gebracht in het kader van een vereenvoudigde procedure overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2913/92 [2] van de Raad, vult de importeur de tekst in punt B van de bijlage in op het enig document (vak 44) of een toegelaten document dat het enig document vervangt.

    [2] PB L 302, 19.10.1992, blz. 1.

    In dergelijke gevallen wordt de schorsing verleend indien bij het verrichten van de aanvullende aangifte op het bevoegde douanekantoor de documenten bedoeld in lid 1 worden overgelegd, overeenkomstig de voorwaarden van de vergunning tot gebruik van de vereenvoudigde procedure.

    Artikel 3

    Indien de douaneautoriteiten gegronde redenen hebben om te vermoeden dat een luchtwaardigheidsbewijs is vervalst, en zij het probleem niet op een andere kunnen oplossen, kunnen zij op kosten van de importeur een beroep doen op de expertise van een vertegenwoordiger van de nationale luchtvaartautoriteiten.

    De douaneautoriteiten dienen in dergelijke gevallen rekening te houden met de omvang van de invoer en het desbetreffende bedrag aan rechten, teneinde te voorkomen dat het voordeel van de rechtenschorsing voor de importeur teniet wordt gedaan door de kosten van de expertise, indien uit het onderzoek blijkt dat de regels voor de afgifte van de certificaten niet zijn overtreden.

    Artikel 4

    Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening brengt de Commissie, aan de hand van de informatie die zij van de lidstaten ontvangt, aan de Raad verslag uit over de toepassing van de verordening.

    Artikel 5

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2002.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in iedere lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De voorzitter

    BIJLAGE

    A. Factuurverklaring of aan de factuur gehechte verklaring (artikel 2, lid 1):

    ,Voor de volgende op [deze factuur]/[factuur nr. ... van ...] [3] voorkomende goederen zijn de in kolom 2 vermelde luchtwaardigheidsbewijzen afgegeven door de onderneming in kolom 3, daartoe gemachtigd door de luchtvaartautoriteit in kolom 4 van het land in kolom 5.

    [3] Wanneer de verklaring op een afzonderlijk aan de factuur gehechte bladzijde wordt gesteld, vermeldt dan hier factuurnummer en factuurdatum.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    B. In vak 44 van het enig document in te vullen tekst (artikel 2, leden 2 en 3):

    ,Invoer met luchtwaardigheidsbewijs"

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    Beleidsgebied: douanebeleid

    Activiteit: autonome schorsing van rechten

    Benaming van de maatregel

    Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde met een luchtwaardigheidsbewijs ingevoerde goederen

    1. BEGROTINGSPLAATS EN OMSCHRIJVING

    Hoofdstuk 12, artikel 120 (1210 en 1060)

    2. ALGEMENE CIJFERS

    2.1. Totale toewijzing voor de actie (deel B): miljoen euro vastleggingskredieten

    2.2. Toepassingsperiode

    (beginjaar en eindjaar)

    2.3. Meerjarenraming van de uitgaven

    a) Tijdschema vastleggingskredieten/betalingskredieten (financiering uit de begroting) (zie 6.1.1)

    miljoen euro(tot op 3 decimalen nauwkeurig)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    b) Technische en administratieve bijstand en ondersteuningsuitgaven (zie 6.1.2)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    c) Financiële gevolgen in verband met de personele middelen en andere huishoudelijke uitgaven (zie 7.2 en 7.3)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    2.4. Verenigbaarheid met de financiële programmering en de financiële vooruitzichten

    Voorstel verenigbaar met de bestaande financiële programmering

    Voorstel vereist herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten

    Voorstel kan toepassing van de bepalingen van het interinstitutioneel akkoord vereisen

    2.5. Financiële gevolgen voor de ontvangsten [4]

    [4] Zie de toelichting voor verdere informatie.

    Voorstel heeft geen financiële gevolgen (betreft technische aspecten in verband met de tenuitvoerlegging van een maatregel)

    OF

    Voorstel heeft financiële gevolgen. Effect voor de ontvangsten is als volgt:

    NB: alle opmerkingen en toelichtingen met betrekking tot de methode waarmee de gevolgen voor de ontvangsten worden berekend, moeten op een afzonderlijk blad worden toegevoegd aan dit financieel memorandum.

    miljoen euro (tot op 1 decimaal nauwkeurig)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (Elke betrokken begrotingsplaats beschrijven en het passende aantal regels aan de tabel toevoegen indien het effect betrekking heeft op meerdere begrotingsplaatsen)

    3. BEGROTINGSKENMERKEN

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    4. JURIDISCHE GRONDSLAG

    Artikel 26 EG-verdrag

    5. BESCHRIJVING EN MOTIVERING

    5.1. Doel van het communautaire optreden [5]

    [5] Zie de toelichting voor verdere informatie.

    5.1.1. Doelstellingen

    De maatregel moet de administratieve belasting voor de douaneautoriteiten in de lidstaten en voor bedrijven in de luchtvaartsector verlichten door de noodzaak te verminderen voor het gebruik van schorsingsregelingen als gunstige tariefbehandeling voor goederen in verband met hun eindbestemming, vrijstelling in verband met actieve veredeling, of de procedure van douane-entrepots.

    5.1.2. Maatregelen voor evaluatie ex ante

    De maatregel is een resultaat van een door de Nederlandse douane in oktober 1999 gehouden Matthaeus-seminar over de douanebehandeling van onderdelen voor luchtvaartuigen en is vanaf maart 2000 in detail besproken met de lidstaten en de organisaties van de bedrijfstak.

    5.2. Overwogen activiteiten en wijze van financiering uit de begroting

    De maatregel is gericht op vereenvoudiging van de rechtenvrije invoer van bepaalde onderdelen en andere goederen die bestemd zijn voor vervaardiging, reparatie, onderhoud, verbouwing, wijziging of ombouw van luchtvaartuigen. Voor de invoer van deze goederen worden momenteel schorsingsregelingen toegepast, zoals gunstige tariefbehandeling voor goederen in verband met hun eindbestemming, de regeling actieve veredeling of de procedure voor douane-entrepots. Dit veroorzaakt voor de betrokken bedrijven en voor de douane een aanzienlijke administratieve belasting.

    6. FINANCIËLE GEVOLGEN

    De maatregel heeft in principe geen financiële gevolgen voor de eigen middelen van de Gemeenschap, aangezien kan worden aangenomen dat vrijwel alle ondernemingen in deze sector van de schorsingsregelingen gebruik maken. Of en in hoeverre bedrijven die tot dusver geen gebruik hebben gemaakt van die regelingen van de nieuwe maatregelen zullen profiteren, kan niet worden voorspeld, aangezien er over die bedrijven geen gegevens zijn.

    6.1. Totale financiële gevolgen voor deel B (voor de gehele programmeringsperiode)

    (De berekeningsmethode voor de in de tabel hieronder vermelde bedragen moet worden verklaard in tabel 6.2.)

    6.1.1. Financiering

    Vastleggingskredieten in miljoen euro(tot op 3 decimalen nauwkeurig)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    6.1.2. Technische en administratieve bijstand, ondersteuningsuitgaven en IT-uitgaven (vastleggingskredieten)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    6.2. Berekening van de kosten per overwogen maatregel in deel B (voor de gehele programmeringsperiode) [6]

    [6] Zie de toelichting voor verdere informatie.

    (Bij meerdere acties dienen de concrete maatregelen die voor elke actie moeten worden genomen, te worden gepreciseerd om het volume en de kosten van de prestaties te berekenen)

    Vastleggingskredieten in miljoen euro (tot op 3 decimalen nauwkeurig)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Zo nodig de wijze van berekening toelichten.

    7. GEVOLGEN VOOR PERSONEELSBEZETTING EN ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    De maatregel heeft geen gevolgen voor de personeelsbezetting en de administratieve uitgaven van de Commissie

    7.1. Gevolgen voor de personele middelen

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    7.2. Algemene financiële gevolgen in verband met de personele middelen

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    De bedragen betreffen de totale uitgaven voor twaalf maanden.

    7.3. Andere huishoudelijke uitgaven in verband met de maatregel

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    De bedragen betreffen de totale uitgaven voor twaalf maanden.

    (1) De aard van het comité en de groep waar het deel van uitmaakt, vermelden.

    I. Jaartotaal (7.2 + 7.3)

    II. Duur van de actie

    III. Totale kosten van de actie (I × II) // euro

    jaar

    euro

    (Bij de raming van de voor de actie noodzakelijke personele en administratieve middelen, moeten de DG's/diensten rekening houden met de besluiten van de Commissie in het kader van het oriënterend debat (APS) en de goedkeuring van het voorontwerp van begroting (VOB). Dit betekent dat de DG's moeten aangeven dat de personeelskosten kunnen worden gedekt binnen de voorlopige toewijzing waarin bij de goedkeuring van het VOB is voorzien.

    In uitzonderlijke gevallen waarin de acties niet konden worden voorzien bij de opstelling van het VOB, zal de Commissie moeten worden verzocht te beslissen of en hoe (via een aanpassing van de voorlopige toewijzing, een herschikking ad hoc, een gewijzigde en aanvullende begroting of een nota van wijzigingen bij het ontwerp van begroting) de tenuitvoerlegging van de voorgestelde actie kan worden aanvaard.)

    8. TOEZICHT EN EVALUATIE

    8.1. Follow-up-systeem

    Artikel 4 van de voorgestelde verordening voorziet in evaluatie van de maatregel binnen drie jaar na de inwerkingtreding.

    8.2. Procedure en periodiciteit van de voorgeschreven evaluatie

    (Beschrijf het geplande tijdschema en de modaliteiten voor tussentijdse evaluaties en evaluaties ex post, die moeten worden uitgevoerd om na te gaan of de doelstellingen zijn bereikt. Bij meerjarenprogramma's moet ten minste één grondige evaluatie plaatsvinden tijdens de duur van het programma. Voor de andere acties moet een evaluatie ex post of een tussentijdse evaluatie worden uitgevoerd na ten hoogste zes jaren.)

    9. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN FRAUDE

    Artikel 3 van de verordening bepaalt dat de douaneautoriteiten op kosten van de importeur een beroep kunnen doen op de expertise van een vertegenwoordiger van de nationale luchtvaartautoriteiten, indien zij gegronde redenen hebben om te vermoeden dat een luchtwaardigheidsbewijs is vervalst.

    Top