EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92001E003509

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3509/01 van Chantal Cauquil (GUE/NGL) aan de Commissie. Aanvullende informatie over dolfijnen die omkomen in de communautaire wateren.

PB C 134E van 6.6.2002, p. 239–240 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

92001E3509

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3509/01 van Chantal Cauquil (GUE/NGL) aan de Commissie. Aanvullende informatie over dolfijnen die omkomen in de communautaire wateren.

Publicatieblad Nr. 134 E van 06/06/2002 blz. 0239 - 0240


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3509/01

van Chantal Cauquil (GUE/NGL) aan de Commissie

(12 december 2001)

Betreft: Aanvullende informatie over dolfijnen die omkomen in de communautaire wateren

Het antwoord van de Commissie op schriftelijke vraag P-3070/01(1) geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen en vragen:

- Betreffende de verplichtingen van de lidstaten om toe te zien op de bijvangsten van dolfijnen:

- hoewel er jaarlijks duizenden dolfijnen op deze manier sterven, hebben de lidstaten geen maatregelen genomen om een systeem in te voeren voor controle op het onopzettelijk vangen en doden van dolfijnen. Als gevolg hiervan kon door de lidstaten geen onderzoek worden verricht noch maatregelen tot instandhouding van deze soort worden genomen.

- De Commissie moet controleren of de lidstaten hun verplichtingen nakomen. Indien de lidstaten niet kunnen aantonen dat zij deze controles verrichten, kan de Commissie dan de schending van de communautaire regelgeving vaststellen en de noodzakelijke maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat haar richtlijnen worden toegepast?

- Betreffende de rol van de verschillende vangstmethoden in verband met de bijvangsten van dolfijnen:

- de pelagische sleepnetten zijn volgens alle wetenschappers de belangrijkste oorzaak voor de bijvangsten van dolfijnen. De heer Xavier le Pichon (lid van het Instituut en voormalig voorzitter van Ifremer) en Jean Aubouin (lid van de Academie van wetenschappen en voormalig voorzitter van de wetenschappelijke raad van Ifremer) hebben dit vistuig scherp veroordeeld. Bovendien heeft de Commissie een twintigtal studies gefinancierd die alle tot dezelfde conclusie komen.

- Waarom gaat de Commissie ondanks de unanieme mening van de wetenschappers door met het subsidiëren van de grote trawlers die verantwoordelijk zijn voor deze ecologische ramp?

- Betreffende de verantwoordelijkheid van de Commissie:

- er is duidelijk vastgesteld dat het gebruik van de pelagische sleepnetten in de communautaire wateren onder de bevoegdheid van de Europese Unie valt.

Is de Commissie bereid verordening (EG) nr. 894/97(2) zodanig te wijzigen dat het gebruik van pelagische sleepnetten wordt verboden?

De Commissie wordt erop gewezen dat reeds een wijziging van deze verordening is goedgekeurd op grond waarvan vanaf januari 2002 het gebruik van drijfnetten wordt verboden die eveneens hoewel in veel mindere mate dan pelagische sleepnetten in verband worden gebracht met de bijvangsten van niet beviste soorten zoals de dolfijn.

(1) PB C 115 E van 16.5.2002, blz. 222.

(2) PB L 132 van 23.5.1997, blz. 1.

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(15 januari 2002)

Ten aanzien van de verplichting om toe te zien op de bijvangsten van dolfijnen:

- De Commissie is niet in staat te bepalen of de lidstaten hebben voldaan aan hun verplichting tot invoering van systemen voor de controle op de bijvangsten van dolfijnen, omdat zij hierover geen gegevens van de lidstaten heeft ontvangen. Aangenomen mag worden dat er wel controle is blijkens de gegevens die hierover zo nu en dan opduiken bij discussies in wetenschappelijke fora. Op grond van artikel 17 van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna(1) (habitatrichtlijn), waaraan uitvoering wordt gegeven via de door het Comité voor de richtlijn goedgekeurde werkplannen, hadden de lidstaten uiterlijk op 30 september 2001 bij de Commissie een verslag moeten indienen over de tenuitvoerlegging van de richtlijn, inclusief het door hen gevoerde beleid ten aanzien van de kwestie die door het geachte parlementslid wordt opgeworpen. Aangezien verscheidene lidstaten dit nog niet hebben gedaan, heeft de Commissie hen op de vergadering van het Comité voor de richtlijn van 30 november 2001 aangemaand hun verslagen op zo kort mogelijke termijn bij haar in te dienen.

Ten aanzien van de rol van de verschillende vangstmethoden bij de incidentele vangst van dolfijnen:

- De Commissie heeft geen kennis van feitelijke, wetenschappelijke eensgezindheid dat pelagische trawls de belangrijkste oorzaak zijn van sterfte onder dolfijnen noch over de mate waarin deze netten een bedreiging vormen voor de dolfijnenpopulatie. Dit is uitgerekend het type informatie van de wetenschappelijke gemeenschap dat tot nu toe ontbreekt.

- Daar komt bij dat, ofschoon in sommige lidstaten de bouw van vissersschepen met nationale en communautaire middelen wordt gesubsidieerd, niet altijd vooraf vaststaat of deze schepen gedurende hun gehele levensduur met pelagische trawls dan wel met bodemtrawls zullen vissen. Schepen kunnen via relatief kleine aanpassingen van vistuig veranderen. De Commissie kan dan ook niet met zekerheid zeggen of een pasgebouwd vissersschip al dan niet pelagische trawls zal gebruiken.

Ten aanzien van de verantwoordelijkheid van de Commissie:

- De Commissie is bereid de wetgeving voor vistuig aan te passen op basis van de meest actuele wetenschappelijke informatie en afhankelijk van de risico's ervan voor populaties van kwetsbare soorten. Die bereidheid geldt met name als zij een bijdrage kan leveren aan internationale inspanningen om te komen tot een verantwoorde visserij, zoals in het geval van de drijfnetten, en wanneer er door de internationale visserijgemeenschap verontrustende signalen worden afgegeven ten aanzien van andere takken van visserij, waaronder de pelagische trawlvisserij.

(1) PB L 206 van 22.7.1992.

Top