EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92001E003026

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3026/01 van Ulla Sandbæk (EDD) aan de Commissie. Overtreding van de Europese habitat-richtlijn.

PB C 134E van 6.6.2002, p. 177–178 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

92001E3026

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3026/01 van Ulla Sandbæk (EDD) aan de Commissie. Overtreding van de Europese habitat-richtlijn.

Publicatieblad Nr. 134 E van 06/06/2002 blz. 0177 - 0178


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3026/01

van Ulla Sandbæk (EDD) aan de Commissie

(30 oktober 2001)

Betreft: Overtreding van de Europese habitat-richtlijn

Zal de Commissie overgaan tot het uitvoeren van een onderzoek als de Deense staat de bepalingen van artikel 6 van de Europese habitat-richtlijn overtreedt door de uitvoering van een door het Deense Ministerie voor Milieu en Energie goedgekeurd gepland project voor een pretpark van 3000 m2 in het hart van een van de belangrijkste ecosystemen van Denemarken (nr. 150) Klinteskov? Vindt de Commissie het correct, dat de provincie Storstrøm financiële middelen vrijmaakt voor dit park op grond van het Europese programma uit hoofde van doelstelling 2? In hoeverre is het in verband met de verwerkelijking van dit pretpark noodzakelijk dat er een MEB-screening komt?

Wat betreft het verloop van de zaak wordt verwezen naar de brief aan de Commissie van Per Villum Petersen van 20 augustus dit jaar en de in die brief toegevoegde bijlagen.

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(21 december 2001)

Naar aanleiding van de klacht waarnaar het geachte parlementslid verwijst, is de Commissie bezig met een onderzoek om na te gaan of aan de desbetreffende communautaire milieuwetgeving is voldaan. Dit onderzoek heeft betrekking op de onderdelen van de klacht waarin wordt gesteld dat er sprake is van inbreuken op Richtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna(1) en Richtlijn 85/337/EEG van 27 juni 1985 betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten(2), zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/11/EG van 3 maart 1997(3).

Het onderzoek van de Commissie is nog niet afgerond en er is derhalve nog geen beslissing genomen of er in deze zaak een inbreukprocedure zal worden ingeleid. Voor de Commissie is het dan ook nog te vroeg om een standpunt in te nemen over de door het geachte parlementslid gestelde specifieke vragen of er in dit geval sprake is van inbreuken op het communautaire recht. De Commissie heeft de indiener van de klacht al op de hoogte gesteld over de behandeling van de zaak en hij zal voortdurend op de hoogte worden gehouden van de door de Commissie ondernomen activiteiten.

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen(4) zijn de lidstaten in het kader van de decentralisatie zelf volledig verantwoordelijk voor de keuze van de individuele projecten die binnen elk regionaal programma worden gecofinancierd. Desalniettemin moeten alle regionale programma's, voordat ze door de Commissie worden goedgekeurd, aan een evaluatie vooraf worden onderworpen waarbij met name de effecten op het milieu worden geraamd.

(1) PB L 206 van 22.7.1992.

(2) PB L 175 van 5.7.1985.

(3) PB L 73 van 14.3.1997.

(4) PB L 161 van 26.6.1999.

Top